Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een koning der joden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een koning der joden

Vernielingen bewijzen dat graf van Herodes was

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Recent is er in Israël een opmerkelijke vondst gedaan. Archeologen van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem hebben in de woestijnvesting Herodium, ongeveer 12 kilometer ten zuiden van Jeruzalem, het graf van koning Herodes ontdekt.

Herodes I, bijgenaamd 'de Grote', was rond het begin van onze jaartelling koning over Palestina. Hij was de stichter van een dynastie, want ook verschillende kinderen en kleinkinderen van hem hebben over Palestina, of delen daarvan, geregeerd.
Herodes de Grote is vooral bekend door zijn wrede optreden rond de geboorte van Jezus. Toen hij van de wijzen uit het Oosten gehoord had dat er een koningskind geboren was en Schriftgeleerden hem verteld hadden dat dit kind in Bethlehem geboren zou worden (Micha 5:1), gaf hij bevel tot de moord van alle jonge kinderen in en rond Bethlehem (Matth. 2:16-18). Over Herodes en zijn dynastie lezen we niet alleen in het Nieuwe Testament, maar ook in andere geschriften uit die tijd, zoals in de boeken van de joodse historicus Flavius Josephus.

Vorstengeslacht
Herodes de Grote stamde af van een vorstengeslacht uit Idumea, het bijbelse Edom. Zijn vader, Antipater, wist in de gunst bij invloedrijke Romeinen te komen. Dat was noodzakelijk voor een hoge positie, aangezien de Romeinen in 63 v.Chr. Palestina veroverd hadden en sindsdien het hoogste gezag voerden. Antipater verwierf de gunst van Julius Caesar, toen hij hem in een oorlog in Egypte met een leger te hulp schoot. Als dank voor deze steun benoemde Julius Caesar hem tot procurator (gouverneur) over Judea. Toen Antipater in 43 v.Chr. vermoord werd, werden diens zonen Phasaël en Herodes tot zijn opvolgers benoemd. Phasaël overleed echter enkele jaren later.
Ook Herodes wist, net als zijn vader, in de gunst te komen bij de machthebbers in Rome, onder anderen bij Marcus Antonius, de beoogde opvolger van Julius Caesar. Antonius zorgde ervoor dat zijn vriend Herodes in 40 v.Chr. door de Romeinse senaat tot koning van de Joden werd uitgeroepen. Hoewel Antonius' geliefde, koningin Cleopatra, Herodes vijandig gezind was, bleef Herodes de vriendschap en de steun van Antonius behouden.
Met behulp van Romeinse legers wist hij zijn tegenstander Antigonus (de laatste Makkabeeënkoning) te verslaan. In 37 v.Chr. werd hij de onbetwiste heerser. De komende 33 jaar zou hij als een vazalkoning van de Romeinen over Palestina heersen.

Gunst
Herodes wist zich steeds opnieuw aan te passen aan de veranderde machtsverhoudingen. Toen zijn Romeinse beschermheer Antonius werd verslagen, stelde hij zich direct ter beschikking van de nieuwe machthebber Octavianus, de latere keizer Augustus. Herodes wist ook diens gunst te winnen. Door de steun van keizer Augustus wist hij zijn macht enorm uit te breiden. Zijn koninkrijk was in omvang te vergelijken met het koninkrijk waarover David, duizend jaar voor hem, geregeerd had. Het strekte zich uiteindelijk uit van Damascus tot aan de grens van Egypte.
Economisch beleefde Palestina onder zijn bestuur grote welvaart. Dit uitte zich onder meer in grote bouwprojecten die onder zijn gezag tot stand kwamen. In Jeruzalem liet Herodes een burcht aanleggen, die hij naar zijn toenmalige beschermheer Antonia noemde (dit is de legerplaats of kazerne uit Hand. 21:34, mogelijk ook het gerechtsgebouw van de Romeinse stadhouders, waar Jezus voor Pontius Pilatus gebracht werd). Verder liet Herodes paleizen en burchten bouwen in Jericho, op de rots Masada en op de heuvel Herodion. Aan de kust legde hij een havenstad aan, die hij naar zijn beschermheer Caesar Augustus Caesarea noemde (vgl. Hand. 10:1 e.v. en 23:23 e.v.).

Klaagmuur
Zijn bekendste bouwproject is wel de herbouw van de tempel van Jeruzalem. Onder de schijn van een restauratie van het oude gebouw, nam Herodes het initiatief tot de bouw van een prachtige, nieuwe tempel.
De bouw van dit grote tempelcomplex heeft vele jaren in beslag genomen. Toen Jezus aan het begin van zijn openbare optreden naar Jeruzalem ging, was er al 46 jaar aan deze tempel gebouwd (Joh. 2:20). De tempel werd onder andere uitgebreid met een groot tempelplein, omringd door galerijen met prachtige marmeren zuilen (door de discipelen vol bewondering aan Jezus getoond. (Mark. I3:1). De hele tempel was met 'schone stenen en wijgeschenken versierd' (Luk. 21:5). Een rabbijns geschrift zegt hierover 'Iemand die Herodes' tempel niet gezien heeft, weet niet wat schoonheid is.' In 70 n.Chr. is de tempel tijdens de joodse opstand door de Romeinen verwoest. Een restant van deze door Herodes herbouwde tempel staat er echter nog steeds: de Klaagmuur.
Ondanks zijn bestuurlijke kwaliteiten en zijn grote bouwprojecten, was Herodes bepaald niet geliefd in Palestina. Voor de joden bleef hij als Idumeër een buitenstaander. Zijn collaboratie en vriendschap met de Romeinse bezetters, kweekten wrok jegens hem. Bovendien ontpopte hij zich steeds meer als een wreed en genadeloos heerser.
Tijdens zijn bewind nam het verzet tegen hem dan ook toe, wat hij dan weer met harde hand onderdrukte. Herodes was zeer wantrouwend tegenover iedereen die zijn positie op de troon zou kunnen bedreigen. Niet alleen gaf hij daarom het bevel tot de kindermoord in Bethlehem, maar hij heeft om die reden tevens zijn vrouw Mariamne, zijn zwager Aristobulus lIl, zijn schoonmoeder Alexandra en zijn eigen zonen Alexander, Aristobulus en Antipater jr. laten doden. Dit ontlokte keizer Augustus de uitspraak dat hij 'liever Herodes' zwijn, dan zijn zoon wilde zijn'. Zwijnen raakte deze half-jood immers niet aan, zijn zonen wel.

Sterfdag
Herodes de Grote was zich bewust van zijn grote impopulariteit onder het joodse volk. Op zijn sterfbed gaf hij het bevel om een grote groep vooraanstaande joodse mannen gevangen te nemen. Op de dag dat Herodes stierf, zouden zij ter dood gebracht moeten worden. Op deze manier wilde hij voorkomen, dat zijn sterfdag door de joden als een feestdag gevierd zou worden. Salome, een zus van Herodes, heeft er echter voor gezorgd dat dit bevel na zijn dood niet werd uitgevoerd. De sterfdag van Herodes is later inderdaad tot een feestdag uitgeroepen.
Het koninkrijk werd na zijn dood in stukken gedeeld en onder zijn overgebleven zonen verdeeld: een deel voor Archelaüs (voor wie Jozef, Maria en Jezus uit Judea moesten vluchten, Matth. 2:22), een deel voor Herodes Antipas (die Johannes de Doper heeft laten doden, Mark. 6:4 e.v., en voor wie Jezus bij zijn proces moest verschijnen, Luk. 23:8 e.v.), en een deel voor Filippus (Luk. 3:1). Later zouden ook nog een kleinzoon van Herodes de Grote, Herodes Agrippa I (Hand. 12) en een achterkleinzoon, Herodes Agrippa II (aan wie Paulus het evangelie verkondigd heeft, Hand. 26), over Palestina regeren. Met de dood van deze Herodes Agrippa II kwam er een einde aan de door Herodes de Grote gestichte dynastie.
Het was allang bekend dat Herodes de Grote in de door hem gebouwde vesting Herodium begraven is. Flavius Josephus maakt hier in zijn boek De Joodse Oorlog al melding van. Toch was zijn graf tot op heden nooit ontdekt. Al ruim dertig jaar doen archeologen opgravingen in deze vesting om het te vinden.
Vorig jaar zomer besloot een team onder leiding van prof. dr. Ehud Netzer op de noordoost flank van de vesting te gaan zoeken. Daar werd een paar weken geleden onder een zandheuvel een graf ontdekt. Een zes meter brede stenen trap leidt naar een ondergrondse grafkamer. In deze grafkamer heeft Netzer de vernielde sarcofaag van Herodes de Grote gevonden.
Ironisch genoeg was de vernielde toestand van de sarcofaag een extra aanwijzing dat dit inderdaad het graf van koning Herodes betreft. Netzer vermoedt dat de kist is kapot geslagen door joden die zich tijdens de Joodse opstand, tussen 66 tot 72 n.Chr., in het Herodium verborgen hielden. Zo hebben zij hun afkeer geuit van deze eens zo machtige koning, die het joodse volk echter vooral onderdrukking en bloed heeft doen zien.
Deze koning der Joden is dood. De andere Koning der Joden, Die hij ter dood trachtte te brengen, leeft, en regeert sinds Hemelvaart en Pinksteren vanaf Zijn troon in de hemel.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juli 2007

De Waarheidsvriend | 22 Pagina's

Een koning der joden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juli 2007

De Waarheidsvriend | 22 Pagina's