Besneden en gedoopt

De doop van Johannes de Doper is teken van reiniging, van toewijding en van overgang tot het geloof in Jezus als de Messias.
Deze johanneïsche doop heeft een uniek, maar ook tijdelijk karakter. Johannes doopte de doop der bekering tot vergeving der zonden (Luk. 3:3). Hij doopte heidenen (soldaten; Luk. 3:14), maar ook joden die besneden waren. We lezen in Mattheüs 3:5e.v., dat tot hem (de Doper) Jeruzalem en geheel Judea en het gehele land rondom de Jordaan uitging, zelfs farizeën en sadduceën.
Was de besnijdenis voor die joden dan niet voldoende? De besnijdenis was immers een teken en zegel van het behoren bij het Godsvolk Israël, een zegel van de rechtvaardigheid des geloofs (Rom. 4:11). Ja, en toch werden ook besneden joden met de doop van Johannes gedoopt. Zij kregen er dan in die johanneïsche doop een specifiek teken bij. Een teken dat zij in de weg van boete en geloof in het Godslam mochten behoren tot de Messiaanse adventsgemeente rondom de Doper.

Joden en jodengenoten
In Handelingen 2:38, 41 vinden we iets soortgelijks. Ook joden en jodengenoten (proselieten, die het teken van de besnijdenis hadden ontvangen) werden gedoopt. Daarmee werden zij als het ware overgeschreven op naam van Jezus. Het wezen van de johanneïsche doop is gelijk aan dat van de christelijke doop. Daarom lezen we nergens dat gelovigen die gedoopt waren met de doop van Johannes na Pinksteren opnieuw met water werden gedoopt. Ook Paulus heeft de discipelen te Efeze die met de doop van Johannes waren gedoopt, niet opnieuw met de waterdoop gedoopt. Handelingen 19:5 kan immers ook verstaan worden als gezegd van de Doper. Overigens zegt Calvijn dat zij met de Heilige Geest werden gedoopt.

Ook Jezus
Ook Jezus, besneden op de achtste dag (Luk. 2:21e.v.), zijnde een zoon van Abraham, was getekend met het teken van de besnijdenis naar de wet van Mozes. Christus kwam daarmee onder de wet om hen die onder de wet zijn, te kunnen verlossen en tot de vrijheid te brengen. Zie Galaten 4:4 e.v.
Maar Jezus is ook - op eigen verzoek - door de Doper gedoopt (Matth. 3:14 e.v. Mark. 1:9; Luk. 3:21). Waarom? We lezen in Mattheüs 3:15: 'Aldus betaamt ons alle gerechtigheid te volbrengen.' Daarmee wilde de Heere Jezus zeggen: Het past ons, dat ook in Mijn doop vervuld wordt wat God van ons (van elke Israëliet immers) eist.
Calvijn zegt hierover: 'Het bewijzen van een volledige gehoorzaamheid aan de Vader was de algemene reden waarom Christus Zich liet dopen. Maar de bijzondere was de doop in Zijn eigen lichaam te heiligen, opdat die voor ons hetzelfde zijn zou als voor Hem ... '

Diepe zin
Jezus onderging de doop van Johannes en verklaarde Zich daarmee solidair met Zijn boetvaardig volk. Hij ging met hen mee in het water en stond met hen mee daaruit op. Hij had voor Zichzelf geen reinigingsbad nodig, maar onderging in solidariteit met alle boetvaardigen de doop door onderdompeling en heiligde zo de doop tot een teken en zegel van Gods beloften. Met Zijn doop kreeg de doop van Johannes zijn diepe zin (als afwassing van de zonden en vernieuwing door de Geest).

Dubbelop?
Besnijdenis en doop. Lijkt dat niet dubbelop? En kunnen evangelische christenen hierin geen argument vinden om hen die als kind gedoopt zijn, te herdopen? Mijn antwoord is: Nee. Voor volwassenen geldt: Eerst geloven, dan gedoopt worden (Mark. 16:16; Hand. 8:37). Maar God rekent er van meet aan ook de kinderen bij (Hand. 2:39). Wie als kind gedoopt is, moet dus niet later als volwassene nog eens gedoopt worden. Dat zou een ontkenning van de waarde van de kinderdoop zijn.
Als in Kolossenzen 2:11 de doop de besnijdenis van Christus wordt genoemd, houdt dat in dat gelovigen uit het heidendom met hun kinderen in de doop het teken van de besnijdenis des harten ontvingen. Dat is dezelfde zegen als de joden in de besnijdenis hebben. Paulus ontkent hiermee de noodzaak van de besnijdenis voor heidenen die tot geloof in Jezus komen.

Levenslang terugkeren
Wat een zegen toch is de (kinder)doop. Het is 'een zegel en ontwijfelbaar getuigenis dat wij een eeuwig verbond der genade met God hebben' (formulier kinderdoop). Daaraan mag ik genoeg hebben. En elke gedoopte heeft daarin van God uit permissie gekregen om gedurende heel zijn leven op die doopbelofte te pleiten en tot zijn doop terug te keren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen