Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Woorden van haat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Woorden van haat

GEWELD IN HET OUDE TESTAMENT [1]

7 minuten leestijd

In het Oude Testament, bijvoorbeeld in Jozua 6 en 1 Samuël 15, lezen we dat God opdracht geeft de gehele bevolking van een stad of een heel volk uit te roeien. Hoe past dat bij een God van liefde? Is de God van Jozua wel dezelfde als de Vader van Jezus Christus?

Soms kom je ineens zo'n harde tekst tegen. Psalm 139 bijvoorbeeld. Een psalm die zo mooi begint: 'HEERE! Gij doorgrondt en kent mij.' Maar dan lezen we ineens: '0 God! dat Gij de goddeloze ombracht! (...). Zou ik niet haten, HEERE! die U haten (...)? Ik haat hen met volkomen haat, tot vijanden zijn zij mij.' Wat moet je met zo'n tekst? Die verzen sla je toch over als je deze voor de rest bemoedigende psalm bij een ziekbed leest? Passen deze haatteksten wel in de Bijbel? Jezus zegt toch juist dat we onze vijanden moeten liefhebben? De vraag of deze en andere geweldsteksten wel in de Bijbel horen, is al zo oud als de kerk zelf.

'Gezuiverd' evangelie
Zo rond de eerste helft van de tweede eeuw leefde er in Klein­ Azië ene Marcion, die inderdaad zei dat de wrede god van het Oude Testament een andere god is dan de liefdevolle Vader van Jezus Christus. Deze wrede god van het Oude Testament is volgens hem de lagere scheppergod, die deze onvolmaakte wereld maakte. Vandaar ook dat er zoveel natuurlijk kwaad en lijden is. Maar door Jezus Christus leren we de echte God, de God van de liefde kennen, die uiteindelijk zal overwinnen. Dit had tot gevolg dat Marcion de canon 'zuiverde'. Het Oude Testament schrapte hij sowieso, maar ook veel van het Nieuwe Testament. Hij hield alleen nog een 'gezuiverd' evangelie naar Lukas over en tien gecensureerde brieven van Paulus.
Zo gemakkelijk heeft de kerk zich echter niet van dit probleem willen afmaken. De kerk heeft altijd gesteld dat ook het Oude Testament Heilige Schrift is en dat God Zich ook daarin openbaart. Maar dan zitten we nog wel met de vraag hoe we die geweldsteksten moeten verstaan. Laten we een aantal bijbelse lijnen nagaan.

Volk in verdrukking
Het eerste punt kan ik het beste illustreren aan de hand van Psalm 139:19-22. Wat is bedoeld met de haatteksten van Psalm 139? We kunnen dat wellicht een beetje begrijpen als we bedenken dat het hier gaat om de hulproep van een klein volk in de verdrukking. Zo'n klaag- of wraakpsalm die God vraagt om de vijanden te straffen, is wellicht het beste te vergelijken met de hulproep van een kind dat op het schoolplein door een grote groep jongens steeds wordt gepest. Mag je dan een keer roepen: 'HEERE God, verlos mij van mijn vijanden', of zoals Psalm 140:11: 'Vurige kolen moeten op hen geschud worden; Hij doe hen vallen in het vuur, in diepe kuilen, dat zij niet weder opstaan.'
Het gaat in al deze psalmen over het kleine volkje Israël dat gepest werd op het grote plein van het toenmalige wereldtoneel. Daarbij moet gedacht worden aan de wrede oorlogstechnieken van de harde Babyloniërs en vooral Assyriërs, die onderlippen afsneden en gezichten verminkten door die te begieten met heet asfalt, die zwangere vrouwen opensneden en de kinderen tegen de rotsen verpletterden. Dát deden ze Israël aan! In zulke situaties is het begrijpelijk dat je dan tot je God schreeuwt met bijvoorbeeld Psalm 137, ik parafraseer: 'Aan de rivieren van Babel, daar zaten wij te wenen en dachten aan het verwoeste Jeruzalem. Hoe kunnen wij dan zingen een lied van de HEERE op vreemde grond? Denk aan Jeruzalem HEERE, en breng Babel ten val. En laat hen aangedaan worden wat ze ons hebben aangedaan. Laat ook hun kinderen op de rotsen verpletterd worden.' Zo eindigt Psalm 137. Blijkbaar mag je naar God toe zo je hart luchten. Blijkbaar mag je als je gepest wordt tot God bidden: 'HEERE, laat hen zelf eens overkomen wat ze ons hebben aangedaan. Dan weten ze ten minste wat het is. Misschien gaan hun ogen dan een keer open voor wat ze doen!'

Auschwitz
Dergelijke woorden lijken veel op die in dat gebed van EIie Wiesel, de beroemde Jood die als een van de weinigen Auschwitz overleefde. Op 26 januari 1995, bij de vijftigjarige herdenking van de sluiting van vernietigingskamp Auschwitz, bad hij een gebed dat veel lijkt op Psalm 109: 'o God van vergeving, vergeef niet hen die deze plaats maakten, God van genade, wees niet genadig met hen die hier al die Joodse kinderen vermoordden. Vergeef niet de moordenaar, wiens gewone werk het was te vermoorden.
Herinner u de nachtelijke optochten van kinderen, zoveel kinderen, al die bange, al die mooie Joodse kinderen. Als we nu er één zouden zien, zou ons hart breken, maar de harten van de moordenaars toen braken niet. 0 God van medelijden, heb geen medelijden met hen die geen medelijden hadden met al deze kinderen.'
Zou je dat ook niet mogen bidden bij het zien van die berg kinderschoenen in Auschwitz? Mag Israël, als noodkreet, zijn God om hulp roepen met woorden zoals we lezen in genoemde psalmen? Zo uiting geven aan dat wat je op je hart hebt, kan verlichten. Mede daarom staan deze woorden in de Bijbel. Bovendien, wie zijn nood uit naar God, hanteert op dat moment zelf niet de wapens.

In proportie
Daarmee komen we tegelijk op het tweede punt, namelijk dat de tijd van de vroegste delen van het Oude Testament een vreselijk ruige tijd was. Als je dat bedenkt, dan valt het geweld in het Oude Testament nogal mee. Dat er vooral in de boeken Jozua, Richteren en 1 Samuël over gesproken wordt dat God oproept tot geweld, moeten we daarom verstaan als een aanpassing ('accommodatie') van Gods handelen aan de situatie van die tijd. Alleen zo kan God in die tijd opkomen voor zijn volk.
Daarbij moeten we direct aantekenen dat het geweld tot een minimum wordt beperkt. Bovendien is het geweld dat Israël propageert in vergelijking met de omliggende landen humaner. De koningen van Israël stonden juist bekend als genadige koningen. In 1 Koningen 20:31 lezen we bijvoorbeeld dat de bedienden tegen de door Israël verslagen Benhadad zeggen: 'Zie toch, wij hebben gehoord, dat de koningen van het huis Israëls waarlijk genadige koningen zijn. Laten wij rouwgewaden om onze lendenen doen (...); misschien zal hij uw leven sparen.' Daarmee wordt indirect gezegd dat die andere koningen veel bloeddorstiger waren.
Uit het vervolg blijkt ook dat Israëls koningen inderdaad genadiger waren. Daar lezen we namelijk dat Benhadad in leven blijft en Israël en Syrië zelfs een verbond sluiten.

Rechtvaardige God
Ons derde punt gaat over de vraag of het moreel te rechtvaardigen is dat God, Die liefde is, oproept tot zoveel geweld dat hele volken moeten worden uitgeroeid. Dit is voor velen het grote struikelblok. Ik denk dat we ten eerste moeten zeggen dat God in de Bijbel niet voorgesteld wordt als een lievige God, Die alles maar over zijn kant laat gaan. Soms grijpt God in, ook met geweld. Niet omdat Hij gewelddadig wil zijn, maar omdat Hij rechtvaardig is en daarin juist opkomt voor de armen en onderdrukten.
Als er geweld gebruikt wordt, is dat - naast het tuchtigen van eigen volk - om slachtoffers te helpen, om weduwen en wees recht te verschaffen, om armen en verdrukten te vergelden, door de daders te straffen. De beulen hebben niet het laatste woord, maar moeten hun rechtvaardige straf opgelegd krijgen.
Daarbij moeten we ook niet vergeten dat de heidense volken het oordeel zelf over zich afroepen vanwege hun goddeloosheid, hun barbaarse uitspattingen van geweld tegen kinderen (kinderoffers) en seksuele uitspattingen (tempelprostitutie). Dat kwaad moet een keer ophouden, moet een keer in de ban worden gedaan. God doet dat echter op Zijn manier, opdat Israël niet hun eigen oorlogen gaat goed praten alsof God dat zou willen.
Bovendien moeten de Israëlieten goed beseffen dat God de overwinning geeft. Dat zien we bijvoorbeeld bij de inneming van Jericho. Alles moet in de ban gedaan worden. Ze mogen niets voor zichzelf houden als buit. Op het eerste gehoor klinkt dat misdadig. Alles in de ban doen betekende toch alles uitroeien? Daarover volgende week meer.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 september 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Woorden van haat

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 september 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's