Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Profeet van het nihilisme

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Profeet van het nihilisme

Proefschrift dr. Prosman maakt Nietzsche actueel

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Friedrich Nietzsche (1844-1900) zou je misschien wel het beste kunnen typeren als de profeet van het nihilisme. Hij voorzag de doorbraak van het nihilisme tot in de 20e en 21e eeuw.

Onlangs promoveerde ds. A.A.A. Prosman (Hoogeveen) aan de Vrije Universiteit te Amsterdam op een proefschrift Geloven na Nietzsche. Nietzsches nihilisme in de spiegel van de theologie. Zijn conclusie: 'Wat Nietzsche leerde, is het denk- en leefklimaat van de huidige moderne mens geworden.'
Dat geeft tegelijk de actualiteit van deze studie aan. Theologische proefschriften hebben meestal iets specialistisch, geschreven voor liefhebbers van een klein onderdeel uit de kerkgeschiedenis of uit de dogmatiek. Maar deze studie heeft alles te maken met het geestesklimaat en de levenssfeer van onze dagen.
Dr. Prosman spreekt daarom direct al aan het begin van zijn studie de wens uit dat zijn dissertatie mag bijdragen aan voortgaande bezinning op taak en plaats van de theologie en in het bijzonder van de gereformeerde theologie in onze geseculariseerde cultuur. Laten predikanten in hun studieverlof zich ook eens bezighouden met dit inzicht verschaffende boek. Of, zoals de schrijver het zelf zegt: de huidige tijd vraagt van theologen stoutmoedigheid om de diepgaande verschuivingen in onze cultuur te durven zien.

Moord
Nietzsche is vooral bekend geraakt door zijn hantering van het woord nihilisme in combinatie met zijn stelling dat God dood is en dat wij Hem hebben gedood, sterker nog: vermoord. Hij ging daarom de nodige stappen verder dan de verlichtingsfilosofen al hadden gezet. Zij stelden kerk en geloof wel onder hun kritiek, maar lieten de christelijke kerk verder voor wat hij was.
Nietzsche wilde niet alleen verder gaan, hij vond dat de Verlichting iets wilde bereiken wat al lang niet meer kon: de breuk tussen geopenbaard geloof en rede herstellen. 'De geschiedenis van Europa was al zover voortgeschreden dat God reeds gedood was.' Hier ligt ook het bijzondere en radicale van Nietzsches stelling: De dood van God betekent niet een geruisloos verdwijnen van God uit de wereld. Zo hebben veel theologen de dood van God ten onrechte uitgelegd, vindt dr. Prosman. Maar Nietzsche wilde iets anders zeggen: God is vermoord. De wereld en de menselijke cultuur zijn daarom een hele slag omgedraaid, nu afscheid van het Godsgeloof wordt genomen. Dat is voor hem de wereldhistorische realiteit. De dood van God is het gevolg van een daad van de mens. Het hoort tot de status van het ware mens-zijn om bewust afscheid te nemen van de God van het christelijk geloof.
De geschiedenis van Europa is daarmee in een onomkeerbaar proces terechtgekomen. Het wordt nooit meer zoals het was. Daar hamert hij dan ook steeds op. Dat moet men niet camoufleren en de gevolgen ervan niet bagatelliseren. Men moet zich, zoals onder theologen na hem nog wel eens gebruikelijk was, niet vleien met de illusie dat Europa na de moord op God nog hetzelfde Europa zou kunnen zijn of blijven. De breuk met God is zo radicaal en totaal dat het woord 'moord' alleen maar toereikend is voor wat er is gebeurd.

Nihil
De studie is opgebouwd rond drie onderdelen.
In het eerste onderdeel worden de werken van Nietzsche chronologisch en grondig gelezen en becommentarieerd. Geprobeerd wordt te formuleren wat Nietzsche met het woord 'nihilisme' bedoelt. Dat blijkt nog niet zo eenvoudig te zijn. Om te beginnen typeert hij het christelijk geloof als 'nihilistisch'.
Waarom? Omdat het deze aardse werkelijkheid van geen belang acht. Het gaat in het oorspronkelijk christelijk geloof niet om deze maar om de komende wereld. Deze wereld is 'niets', nihil. Europa is eeuwenlang in de ban geweest van dit platoniserend christelijk geloof, dat altijd stelde dat deze aarde niet de eigenlijke wereld is. Er zou een bovenwereld zijn, een hemel voor de 'onsterfelijke ziel'. Dat is de grote leugen.
Het is het vergif dat Europa ziek en zwak heeft gemaakt. Daarom is de dood van de God van dit christendom een bevrijding. De wereld zal pas in het volle licht staan als het extreme nihilisme zijn intree heeft gedaan. Want er moet met God bewust worden afgerekend. We moeten zelf goden worden. Pas de dood van God maakt een einde aan de diskwalificatie van de mens.
Dat laatste is zijn bittere grief tegen het christendom: het verlaagt de mens tot een schuldig wezen, hij is niets en stelt niets voor, hij. heeft verlossing en verzoening nodig, hij wordt overheerst door een slavenmoraal. De mens moet bevrijd worden van dit vernederend bestaan dat het gevolg is van zijn geloof in God.
Hij moet de kluisters van zich afwerpen en opstaan tot het ware mens-zijn.

Theologen
In het tweede onderdeel komt de theologie, komen de theologen aan de beurt. Dr. Prosman constateert dat het te begrijpen zou zijn geweest als de theologie zich niet met Nietzsches inzichten zou hebben ingelaten. Zijn geschriften nodigen daartoe niet werkelijk uit. Denkbeelden en woordgebruik schrikken af. Maar daarmee zijn we toch niet van hem af.
Het was Nietzsches overtuiging dat Europa alleen toekomst kan hebben als het christendom geheel zal hebben afgedaan. Met andere woorden: theologische bezinning die mens en wereld verder wil helpen, kan niet om hem heen. Dr. Prosrnan constateert echter: 'Er is nauwelijks een theoloog te vinden die de noodzaak heeft ingezien van een brede confrontatie met Nietzsche.'
De theologie zag hem wel als de wijsgeer die de transcendente werkelijkheid afschafte, 'maar heeft zij hem ook gezien als de filosoof van het nihilisme, die een nieuw levensgevoel vertolkte, een nieuwe levensoriëntatie bood en nieuwe normen en waarden aanreikte?'
Met die vragen houdt de schrijver zich in het tweede deel van zijn studie uitvoerig en grondig bezig.

Geen echte confrontatie
Negen auteurs passeren de revue en dan steeds in hun relatie tot Nietzsche's nihilisme: Barth, Miskotte, Küng, Jüngel, Vahanian, Robinson, Sölle, Altizer en Marion.
Dr. Prosman acht dat ze geen van allen werkelijk de confrontatie zijn aangegaan. De radicale theologen, onder wie de zogeheten God-is-dood-theologen, hebben de dood van de metafysische God niet als een ramp ervaren maar veeleer als een opluchting. Ze voelden zich er prettig bij nu ze de 'oude theologie' achter zich konden laten en eindelijk God weer eens op een eigentijdse wijze ter sprake konden brengen. Maar dr. Prosman constateert dan opnieuw dat 'het de rode draad is die door bijna de hele theologische Nietzsche-receptie loopt, als zou Nietzsche alleen de dood van de metafysische God op het oog hebben gehad'. Maar daarmee was wel het hart uit zijn kritiek gesneden en bleef er een ongevaarlijke Nietzsche over. Want het ging hem ook en vooral om het kruis van Jezus, om het verzoenend handelen van God in Christus. De soteriologie is voor Nietzsche de steen des aanstoots. Hij had voor Jezus slechts zeer beperkte waardering: voor het type Jezus wel, maar niet voor de Jezus van het kruis.

Geloven na Nietzsche
In het slotdeel komt de titel van de studie terug: voor welke vragen weet de theologie zich door Nietzsche gesteld? Hoe ziet geloven er na Nietzsche uit? Die titel deed me denken aan de uitdrukking 'Geloven na Auschwitz'. Daar werd en wordt vooral mee bedoeld: na Auschwitz kan niets meer hetzelfde zijn, ook het geloof niet. Valt er überhaupt nog wel te spreken over geloof in God na de pikzwarte nacht van de holocaust. Ik weet niet of dr. Prosman bij het bedenken van de titel van zijn proefschrift hieraan gedacht heeft. Hij probeert in ieder geval een weg te wijzen waarlangs het mogelijk blijft ook vandaag in God te geloven. Hoe dan? 'Geloven na Nietzsche betekent geloven met een bepaalde gevoeligheid en waakzaamheid.' Hij verwijst daarbij naar Filippenzen 1:9 en 10. 'Nietzsches nihilisme maakt ons ervan bewust dat de gevoeligheid om te onderscheiden waarop het aankomt geen luxe is, maar noodzaak.'
Want wat is de impact van de stelling dat God dood is? Is het niet beter om dergelijke atheïstische vragen te negeren? Dr. Prosman acht dat terecht niet getuigen van realiteitszin. We hebben er nu eenmaal mee te maken. En een christen leeft niet in een reservaat. Hij is net zo gevoelig voor de geest van de tijd als ieder ander. Bovendien, waar we ernst maken met de missionaire opdracht, hebben we ons te bezinnen op de lastige en weerbarstige vragen waar de westerse cultuur ons voor stelt.

'Gij'
Waar stuiten we dan op in die cultuur? De kern is: er is geen wereld achter deze wereld, geen transcendentie, geen waarheid, geen doel, geen verlossing. Er is alleen maar deze wereld, de werkelijkheid waarin we leven. Om daar op in te spelen hebben theologen steeds vaker de neiging om over God te spreken als een concept of een kracht of een mysterie of een gebeuren in plaats van als een 'Gij'. God verbleekt in onze samenleving steeds meer tot een onbestemd en niet benoembaar mysterie.
Het is waar wat dr. Prosman concludeert: 'Het geloof in een God die als een "Gij" leeft en spreekt en oordeelt, raakt op de achtergrond. De recente discussie over het ietsisme laat zien dat het geloof in het bestaan van God boven deze werkelijkheid afgedaan heeft.' Er is alleen maar deze werkelijkheid. Dat is de leefwereld van velen om ons heen. Is het absoluut stellen van deze werkelijkheid niet een vorm van afgoderij, vraagt dr. Prosman zich af. En is het niet de taak van de theologie om dat te ontmaskeren en aan de orde te stellen?

Zoekende
In de jaren zeventig behoorde het tot de toen heersende idealen: de kerken zouden binnen afzienbare tijd leeg stromen. Recent onderzoek liet zien, ook al zijn veel kerken leger geworden, dat zeventig procent van de Nederlanders in 2007 religieuze gevoelens heeft. Heeft dat misschien te maken met wat dr. Prosman bedoelt: een mens heeft uiteindelijk niet genoeg aan wat zijn oog ziet. Is de populariteit van het ietsisme daar ook niet uit te verklaren, dat veel mensen toch zoekende zijn? Een breed uitgewerkte studie reikt collega Prosman ons aan. We feliciteren hem met het bereikte resultaat.

N.a.v. A.A.A. Prosman:
Geloven na Nietzsche. Nietzsche's nihilisme in de spiegel van de theologie.
Uit. Boekencentrum; 407 blz.;  27,50.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 september 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Profeet van het nihilisme

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 september 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's