Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Te koop: pastorie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Te koop: pastorie

Predikant vaker zelf eigenaar van woning

8 minuten leestijd

De vanzelfsprekendheid dat een predikant in een pastorie van de gemeente woont, is voorbij. Steeds vaker kiest en koopt de dominee zelf een woning. Een trend om blij mee te zijn?

In een provincie als Friesland wonen dominees allang niet meer in het monumentale pand dat elke willekeurige passant als pastorie zou kunnen aanwijzen. Als er al een predikant is, is een pastorie voor de gemeente vaak niet meer op te brengen. De dominee woont in een nieuwe wijk en inmiddels genieten bemiddelde migranten uit de Randstad behalve van de landelijke omgeving ook van het karaktervolle pand met zijn hoge plafonds en sierlijke balkon. Deze ontwikkeling zette al decennia geleden in. Pastorieën en ook kerken kregen een nieuwe bestemming. Een ontwikkeling die vooral resultaat van de secularisatie is.

Toekijken
Ook andere motieven dan secularisatie maken dat in de pastorietuin een Te koopbord komt te staan. Gemeenten hebben de plicht om een nieuwe predikant een woning aan te bieden, maar kerkrentmeesters geven hem steeds vaker de mogelijkheid om zelf een pand te zoeken.
En dat is ook wat veel predikanten graag willen. Hoe aantrekkelijk het ook lijkt om min of meer gratis en zonder onderhoudssores in het mooiste huis van het dorp te wonen, de dominee bouwt zelf financieel niets op. Pikt iedereen zijn graantje van de waardestijging van woningen mee, de dominee mag toekijken. Volgens directeur H.L. Roth van Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer (VKB) is het vooral de wat oudere predikant die voorkeur voor een eigen woning heeft. ‘Een jonge predikant, die net van de universiteit komt, vindt het meestal fijn zo in een pastorie te kunnen trekken. Met studerende kinderen wordt het een ander verhaal. Wie bijvoorbeeld in aanmerking wil komen voor een aanvullende beurs voor de studerende kinderen, is blij als zijn belastingformulier een aftrekpost biedt: zijn woning.’

Partner met baan
‘Je spaart achter je eigen huis aan’, beaamt een hervormd-gereformeerde ervaringsdeskundige. Hij bewijst dat de trend ook in de kring van de Gereformeerde Bond gaande is. In Kampen zijn inmiddels alle vier de predikanten eigenaar van een woning.
De genoemde ervaringsdeskundige, die liever anoniem blijft, bevestigt dat vooral de belastingafdracht zwaar weegt. Ook financiële planning was voor hem een argument om zelf de huizenmarkt op te gaan. ‘Het is een uitzondering als een oudere predikant die met emeritaat gaat een eigen huis kan kopen; de meesten redden dat niet.’ Intussen vond de predikant het een voordeel de vrijheid te hebben om zelf een woning te kiezen. ‘Je bent niet overgeleverd aan wat anderen voor jou geschikt achten.’
Toch speelt niet alleen de portemonnee, zegt Roth. ‘Er is ook een sociaal motief. De hoofdregel is dat de predikant in het midden van de gemeente woont, daar bereikbaar en toegankelijk is. Tegenwoordig gebeurt het vaker dat de partner een baan heeft. Dan is er soms voorkeur om niet in het centrum maar op enige afstand van de gemeente te wonen. In dat geval wordt ook vaak een eigen woning gekocht.’

Burgemeester
Roth denkt dat kerkbreed momenteel zo’n drie kwart van de predikanten nog traditioneel in de pastorie woont en dat een kwart kiest voor een eigen woning. Zolang de woningmarkt stijgende curven laat zien, zal dat laatste cijfer groeien, is de voorspelling. Volgens Roth heeft deze ontwikkeling ook alles te maken met het feit dat ambt en daarmee ambtswoning onder druk staan. ‘Ook bij burgemeesters is het scenario normaal dat de burgerlijke gemeente soms wel maar ook soms niet een woning aanbiedt. Vaker dan vroeger leeft de vraag: waarom moet de burgemeester per se in een ambtswoning wonen?’
Niet vreemd dus dat de kleine synode van de Protestantse Kerk zich in september over de ‘pastorieproblematiek’ heeft gebogen. Vanuit gemeenten kwamen vragen over de betaalbaarheid, vanuit het predikantencorps vragen over de hoge lasten van het wonen in de pastorie. De synode heeft nog geen uitspraken over het onderwerp gedaan, het adviserend orgaan Beleidscommissie Predikanten gaat eerst met de thematiek aan de slag.

Energienota
Roth wil de hoge lasten relativeren. ‘Dat betreft vaak de energienota. Maar veel predikanten vergeten dat de energieprijzen enorm zijn gestegen. Elke burger heeft daarmee te maken. De dominee vindt nogal eens dat zijn stookkosten volautomatisch gecompenseerd moeten worden, maar dat is niet reëel; de hoge energieprijs is een maatschappelijk verhaal.’ Feit is wel dat in een oude pastorie in de regel meer gestookt moet worden dan in veel andere huizen. Buiten kijf staat ook dat veel predikanten te maken hebben met een forse fiscale bijtelling. Een pastorie is meer dan eens een monumentaal pand met een hoge WOZ-waarde. Wie daarmee te maken heeft, zou volgens Roth een fiscale regeling kunnen treffen (zie kader).

Bindende factor
Niemand zal het predikantsgezin een eigen huis willen ontzeggen. Toch is het de vraag of het een toe te juichen ontwikkeling is. Is het inderdaad: hoe meer eigen predikantswoning, hoe beter? De traditionele constructie met een pastorie van de gemeente maakt het de predikant bij een beroep gemakkelijker om los te laten en te verhuizen. Met overdrachtsbelasting heeft hij niet te maken. Bovendien is het ook eenvoudig verkassen als je een woning aangeboden krijgt. Niet in elke streek is gemakkelijk een passend huis te vinden. Sowieso zijn predikanten in het Gooi en andere dure regio’s van het land meestal niet in staat zelf een fatsoenlijk pand te kopen.
De geciteerde predikant die zelf eigenaar is, geeft toe dat het een grote stap is om een eigen pand te kopen en dat hij minder mobiel is geworden. ‘Een huis is een factor die je meer bindt. Je weet niet wat de toekomst brengt, maar het kan niet zo zijn dat je vastzit aan een gemeente als de waarde van een huis daalt. Stel dat ik een beroep krijg en weg moet, dan gaan we. Vraag is dan: raak ik mijn huis kwijt? Dat zou geen rol moeten spelen als ik het beroep overweeg.’

Huishoudboekje
Ongetwijfeld is de jonge predikant realistisch, die signaleerde: ‘In onze stad hebben veel predikanten een eigen huis en de echtgenotes hebben een vaste baan. Het belemmert de doorstroming.’ Ook Roth van de VKB vraagt zich af of een eigen huis een predikant niet met touwen bindt. ‘In elk geval zal de predikant die relatief kort in zijn gemeente staat en zijn woning verkoopt, zich afvragen of hij de aanschaf met kosten terugkrijgt. Verkoop hoeft op zijn minst niet interessant te zijn en dan heb ik het nog niet over de vraag in hoeverre het hem zijn vrijheid ten aanzien van een beroep ontneemt.’ Met zijn klassieke ambtsopvatting wil Roth graag vasthouden aan de oude situatie. ‘Als vereniging vinden wij de pastorie erbij horen. Wat is er mooier dan een kudde die op de herder wacht en hem een woning aanbiedt? Als het door de praktijk niet meer kan, is dat jammer. De verkoop van een pand en de huizenjacht bezorgen de predikant als hij een beroep aanneemt veel beslommeringen in de materiële sfeer.
Koopt een predikant zelf een huis, dan moet vaak een werkruimte worden gecreëerd, omdat gemeenteleden een bezoek moeten kunnen brengen. Leent de woning zich daar niet voor, dan wordt het soms een ‘hokje’ in het kerkelijk centrum. Ik vind het zo functioneel en rationeel worden. Als de huishoudboekjes gaan opdringen, moeten we daar niet blij mee zijn.’

Risico’s
Volgens Roth is het laatste woord er nog niet over gezegd. ‘Ik denk dat de traditionele regeling op de lange termijn niet overeind blijft. De boom staat er nog wel, maar de wortels beginnen af te sterven.’ Roth vindt wel dat als de regeling wijzigt, de risico’s dan niet eenzijdig bij de plaatselijke gemeente moeten liggen. ‘Als er meer vrijheid is, dan moet er ook meer vrijheid bij de gemeente zijn en moeten niet alle rechten vooral bij predikanten en de plichten vooral bij gemeenten liggen.’
Vooralsnog zijn gemeenten verplicht een nieuwe predikant een pastorie aan te bieden. Woonde de vorige predikant in een eigen huis, dan is het volgens Roth mooi als kerkrentmeesters de opbrengst van de pastorie destijds in een fonds op de bank hebben gezet. ‘Wil de nieuwe predikant wel in een pastorie, dan zijn er middelen.’ Als andere optie ziet Roth het tijdelijk verhuren van de gemeentepastorie, zodat een gemeente een nieuwe predikant toch een woning kan bieden.

Verwarmingsketel
De VKB-directeur benadrukt dat kerkrentmeesters en predikant al tijdens de beroepingsprocedure over de woning afspraken moeten maken en niet pas na verloop van tijd. Hij waarschuwt gemeenten ‘op de zakentoer’ te gaan en adviseert duidelijke afspraken te maken. ‘Een predikant verleen je geen hypotheek, daarvoor gaat hij naar de bank. Maak duidelijk afspraken over wie de verwarmingsketel vervangt en wie het structurele schilderwerk voor zijn rekening neemt. Ik ben van mening dat als de dominee een eigen woning koopt, hij zelf ook voor het onderhoud zorgt. Kerkrentmeesters willen soms aardig zijn voor een predikant, zeker als hij nieuw is, maar ondervinding leert dat de mix tussen geld en geestelijk ambt niet zo gunstig is.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 december 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Te koop: pastorie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 december 2007

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's