Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bouwen met vertrouwen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bouwen met vertrouwen

Meditatie: Nehemia 2:20

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij het zien van Jeruzalems muren spreekt Nehemia deze woorden. Woorden van geloof en voornemen tot bouwen. Woorden om aan het begin van het jaar tot de onze te maken.

‘God van de hemel, Die zal het ons doen gelukken, en wij Zijn knechten, zullen ons opmaken en bouwen.’
Het was er dan toch van gekomen. Stad en tempel verwoest. Het volk weggevoerd. Ook Nehemia. Hij is schenker aan het koninklijk hof. Op een dag informeert hij naar de situatie van Jeruzalem. Het valt ronduit tegen: de muur verscheurd en de poorten met vuur verbrand. Hij is in diepe rouw gedompeld om dit gegeven. Hij belijdt voor God de schuld aan deze verwoesting. Vastend en biddend legt hij de nood in de handen van de Heere.
Maar het blijft aan hem knagen. De vraag kan niet uitblijven: waarom is uw aangezicht treurig? En als hij het verdriet over Jeruzalem kenbaar maakt, komt de vraag: wat verzoekt gij nu? Dan komt er een klein opvallend zinnetje. 'Toen bad ik tot God van de hemel'.

Zucht
Het zal een kort gebed, misschien maar een zucht zijn geweest, refererend aan een langer gebed in de stilte tot God opgezonden. Dat is nu een biddend leven. En het gebed wordt verhoord. De koning laat hem gaan om Jeruzalem met eigen ogen te zien.
Hij overtuigt zich en het valt niet mee. Tegen de weinige mannen die bij hem zijn zegt hij: u ziet de ellende. Jeruzalem verwoest. De poorten zijn met vuur verbrand. Kom op, laten we Jeruzalems muren herbouwen.
Zoals altijd het geval is, zo ook hier: de tegenwerking blijft niet uit. Bespotting en verachting zijn hun deel. Wat maken jullie nou toch? Dan komt – noem het maar de belijdenis – de tekst over de lippen van Nehemia: ‘God van de hemel zal het ons doen gelukken, en wij Zijn knechten zullen ons opmaken en bouwen.’ Wat een getuigenis. Ondanks uitzichtloosheid, vertrouwen op God.

Beloofd
In onze tijd weten velen te klagen over situatie in ons land en in het bijzonder in de kerk. Maar is er ook nog het vertrouwen op God? Hij zal de herbouw doen gelukken! En wij? Wij zullen ons opmaken en bouwen! Of hebben we het allang opgegeven?
Dat brengt tot een heel persoonlijke vraag: geloof ik nog dat God het zal doen gelukken? In de kerk? Maar ook in eigen leven? De puinhoop van het leven kan door Hem veranderd worden. Hij heeft dat zelfs beloofd. ‘Ik ben met u al de dagen.’ Met u als gemeente en kerk. Maar ook met u persoonlijk. Ik heb immers een eeuwig verbond met u gesloten. Opvallend is namelijk dat Nehemia pleit op de beloften van God. Dat staat in hoofdstuk 1. Als de schuld beleden is, doet Nehemia ook een beroep op de beloften van God. Zo mag ook het komende jaar ons gebedsleven zijn. En dat mag vertrouwen geven. Voortdurend ons beroepen op de beloften van God, die vast en zeker zijn.

Ontspanning
Na het uitspreken van het vertrouwen begint Nehemia aan het onbegonnen werk. Zo kunnen we ook wel eens in de gemeente bezig zijn. Het lijkt allemaal zo onbegonnen werk. Alsof het voortdurend bij de handen afbreekt. Ambtswerk, jeugdwerk, leidinggeven en allerlei werk, waarvan geldt: God van de hemel zal het doen gelukken. En wij? Opmaken en bouwen. Daar kan niemand bij gemist worden. Alle handen zijn nodig. Daarom: eerst de handen vouwen en ze dan uit de mouwen steken. Tegelijkertijd geeft dit ook een stuk ontspanning voor wie het komende jaar weer zal dienen in het Koninkrijk. Hij staat er garant voor dat het zal gelukken.

Tegenstand
Nehemia’s woorden van vertrouwen zijn gericht tot tegenstanders. Bij het dienen in het Koninkrijk is er tegenstand van satan. En hij kan er helaas voor zorgen dat je je zo klein voelt dat je niet meer durft te bouwen. Daarom dit woord van bemoediging en de oproep tot bouwen op het fundament. Dat is niets minder dan het offer van Christus. Hij gekruisigd voor mijn zonden. Het fundament is goed. En de Almachtige Zelf volvoert Zijn bouwplan. Is het niet geweldig om zo ontspannen in Zijn dienst te mogen bouwen?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 januari 2008

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bouwen met vertrouwen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 januari 2008

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's