In memoriam ds. B. Haverkamp (1920-2008)
Op dinsdag 22 februari deed mijn vader, ds. B. Haverkamp, de goede ruil: hij verwisselde het tijdelijke, onvolmaakte leven voor de eeuwige heerlijkheid.
Wie was Berend Haverkamp? Een geestelijke zoeker naar Gods vriendelijk aangezicht.
In zijn zoektocht trok hij zich op aan vele mentoren. In zijn studententijd kwam hij in aanraking met de kring Elim te Zwolle, waar hij andere dingen hoorde dan in het ethische Groningen, de plaats waar hij ook was geboren. Hoewel hij met respect zijn theologische leermeesters noemde, ontving hij zijn beste geestelijke vorming van eenvoudige zielen die dichtbij de Heere leefden. Van de oude Kieft uit het gezelschapsleven in Zwartsluis: ‘Van hem heb ik veel onderwijs gehad. Hij zocht naar God; soms mocht ik ook iets ontvangen’, van tante Alie uit Nieuw-Lekkerland/ Driebergen, een lieve, milde vrouw die van de Heere Jezus kon getuigen, van ds. Johan van der Poel van de Oud Gereformeerde Gemeenten. Mensen die woonden in de Schrift en vaak ‘een woordje’ of ‘een versje’ ontvingen.
Hij voedde zich naast diepgaande Schriftstudie met de werken van zijn voorgangers in Gods Koninkrijk: de oude Schotten, John Owen, M’Cheyne, ook Kohlbrugge, Luther, Calvijn, Augustinus en vele anderen. Hij deelde ervan in prediking en pastoraat.
Veel gemeenteleden hebben dierbare herinneringen aan het feit dat hij hen doopte, aan hun trouwdienst, aan het Heilig Avondmaal door hem bediend, aan zijn vertellende, eenvoudige prediking. Een man met een ‘bedelaarsgestalte’: met open handen mocht hij als bedelaar bij de troon van genade komen.
Leerling
Zijn roeping tot predikant begon al op de middelbare school. Op het Christelijk Lyceum in Zwolle schreef hij stiekem preken. Niemand heeft ze ooit gelezen. Hij bleef levenslang leerling. In een interview in 1997 zei hij: ‘Is preken moeilijk? Je leert het nooit en moet het iedere keer weer van Boven ontvangen. En altijd maar studeren waardoor je vaak nieuwe dingen tegenkomt. Daarom vind ik het ook fijn dat ik nog steeds meditaties mag schrijven voor het weekblad Om Sions wil. Dat dwingt je om te blijven onderzoeken. Zodra je bij een preek denkt: ‘Och, het gaat wel,’ dan gaat ’t prompt mis.’ Dat schrijven deed hij tot enkele maanden terug, meer dan veertig jaar lang. Tot 2007 bleef zijn Griekse en Hebreeuwse Bijbeltje in gebruik.
Van die studie mochten zeven gemeenten meegenieten: Langerak (1946-1949), Veen (1949-1953), Nieuw-Lekkerland (1953-1957), Blauwkapel-Groenekan (1957-1967), Nijkerkerveen (1967-1972), Monster (1972-1977), Kesteren (1977-1985), en ook na zijn emeritaat een achtste gemeente, Vianen (1985-1989).
Gereformeerde gezindte
Hij wilde midden in de gereformeerde gezindte staan, in het bevindelijke leven waarin de Heere, Die Zijn verbond bevestigt van geslacht tot geslacht, stem krijgt, en spreekt in het dagelijkse geloofsleven van de enkeling, die in de geloofsgemeenschap van eeuwen mag staan. De Gereformeerde Bond was voor hem een thuisfront waar dit gedachtegoed werd gedeeld. Geloof moet handen en voeten krijgen. Hij koos er daarom voor om in de raad van toezicht van het Reformatorisch Dagblad te zitten en op aanraden van ds. Zandt lid te worden van de SGP, en tijdredes te houden. Tot voor kort was hij zeer op de hoogte van de actualiteiten. Hij wilde Christus centraal stellen, ook in het onderwijs en nam daartoe zitting in de raad van toezicht van de Driestar. Vorming en catechese, daar lag zijn hart.
Hij wilde delen, en schreef: De tent onder de wolk en Paulus de heidenapostel. Het voorwoord van het laatste boek meldt: ‘De Heere mocht het gebruiken om diegenen die Hem nog niet kennen, begerig te maken om de God van Paulus ook te leren kennen.’
Over grenzen
Hij keek over grenzen heen, binnen en buiten het gezin. Met woord en daad steunde hij de kerk in Roemenië en Hongarije, hoewel men daar op zondag met de bus ging. Als je hoorde hoe zij teer leefden met de Heere, kon je dáár toch niet over beginnen, vond hij. Hij was geen scherpslijper. Zijn werk voor het bestuur van Stichting De Ondergrondse Kerk, toen vertegenwoordigd door ds. Wurmbrandt, opende onze ogen voor het lijden van onze broeders en zusters.
Laatste verhuizing
Zijn laatste verhuizing was van Nieuw-Lekkerland naar het Nieuwe Jeruzalem. Een week voor zijn dood zong hij:
Mijn God, U zal ik eeuwig loven, omdat Gij ’t hebt gedaan! ’k Verwacht Uw trouwe hulp van boven; Uw waarheid zal bestaan. Uw Naam is voor ’t oprecht gemoed van al Uw gunstvolk goed.'
We mogen hem in dierbare herinnering houden, zoals het volk van Israël zegt: B. Haverkamp z.l. (zichrono livracha), zijn nagedachtenis zij tot zegen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 januari 2008
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 januari 2008
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's