Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zendeling werd scriba

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zendeling werd scriba

Dr. B. Plaisier: confessioneel, evangelisch, ruim

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geldt de opdracht uit Hebreeën 7 om onze voorgangers te gedenken die het Woord van God gesproken hebben, ook dr. B. Plaisier? Een terugblik op het werk van de laatste secretaris-generaal van de Hervormde Kerk, tevens de eerste scriba van de Protestantse Kerk.

Op donderdag 10 april zal de synode van de Protestantse Kerk in een besloten zitting een opvolger voor ds. Plaisier kiezen, de scriba die op vrijdag 6 juni officieel afscheid zal nemen van zijn werk. Elf jaar geleden volgde hij dr. K. Blei op als secretaris-generaal van de Nederlandse Hervormde Kerk.
In een van de stellingen die ds. Blei toen verdedigde, zegt hij dat ‘in de huidige tendens naar kleinschaligheid de (postmoderne) tijdgeest doorwerkt, met zijn gebrek aan antenne voor de Grote Verhalen’. Hij signaleert dat met de verminderde aandacht voor de apostolaatsgedachte, er ook minder aandacht voor het belijden gekomen is. ‘Het algemene klimaat van tolerantie, van zoeken, vragen en tasten, schijnt ons goed te bevallen.’ In dit klimaat begint de oud-zendeling dr. Plaisier in 1997 zijn arbeid.

Moeizame start
Het grote elan over de eenwording van de kerken dat in 1961 begon en dat in de kring van de Gereformeerde Bond nooit aanwezig geweest is, was door het culturele klimaat vanaf eind jaren negentig dan ook breder in de kerk tanende. De kerk als instituut kwam op afstand, werd gerelativeerd. Zowel hierdoor als door de bezwaren vanuit de Gereformeerde Bond vanwege het teloorgaan van het gereformeerde karakter van de kerk, kan ds. Plaisier terugzien op een moeizame start, jaren van intensief kerkordelijk overleg, van zoeken naar ruimte voor bezwaarden, via moties, verklaringen, een unievoorstel, een convenant. Het moet hem bij tijden leeggezogen hebben.
Tegen die achtergrond is het vanuit het perspectief van het moderamen begrijpelijk dat ds. Plaisier op 18 april 2002 tijdens een synodezitting in Alphen – ik zie hem nog voor me staan … – aankondigt dat het finale besluit op 12 december 2003 genomen zal worden. Uitstel zou tot afstel leiden, voor velen een rampscenario. De ramp is er toch gekomen, zij het vooral in veel hervormde gemeenten die scheurden. Wie terugziet, zal erkennen dat verwachtingen zo uiteenliepen dat een gezamenlijke weg vooruit niet meer haalbaar was. Legendarisch zijn de woorden van ds. Plaisier na de stemming op 12 december: ‘De Protestantse Kerk is een feit. Goddank’. Hij zal het gemeend hebben – in september 2007 herhaalt ds. Plaisier dit woord als deel I van prof.dr. A.A van Rulers Verzameld Werk gepresenteerd wordt –, maar tegelijkertijd staan anderen de tranen in de ogen. Het leidt tot vervreemding. De eenparigheid als geschenk van de Heilige Geest aan de kerk was die vrijdag in december 2003 afwezig.

Scherpe woorden
Het klimaat voor onderling gesprek – in die jaren waarin ds. Plaisier de kerk diende, werd het al bitterder. Het heeft de secretaris-generaal van de kerk (terecht) geraakt dat sommigen hem de hand weigerden, hem nauwelijks begroetten als hij kwam spreken. Dat siert geen hervormd-gereformeerde. Hopelijk heeft de scriba van de kerk door alle woorden heen wél geproefd dat er ook tegenstemmen waren die voortkwamen uit liefde tot de kerk, uit innerlijke betrokkenheid op wat de gereformeerde belijdenis ons voorzegt over God en mens.
In die jaren heeft ook ds. Plaisier zelf scherpe woorden in de richting van de orthodoxie gesproken, bijvoorbeeld op een studiedag eind 2002 naar aanleiding van de verschijning van de IZB-bundel Om de verstaanbaarheid: ‘Het getuigt van geestelijke hoogmoed en van onderschatting van het werk van de Geest dat het kerkenwerk dat op sommige plaatsen al vele eeuwen vanuit de Hervormde Kerk gebeurt, als nutteloos en verwerpelijk wordt gekwalificeerd.’ In die lezing verwoordt ds. Plaisier waar je naar zijn mening terechtkomt ‘als je de belijdenis laat prevaleren boven het apostolaat’, zoals binnen de Gereformeerde Bond vanouds gebeurt. ‘Het resultaat is dat zij die voor zichzelf de meest gespecificeerde ruimte hebben opgeëist en gekregen, het hardst roepen dat de Hervormde Kerk wel erg ver is afgedwaald door de pluraliteit toe te laten.’
Volgens ds. Plaisier zal de passie ‘van sommige kerkleden voor de allerindividueelste verbijzondering van de allerindividueelste vorm van het gereformeerd-zijn nooit tot innerlijke eenheid (...) leiden, ook niet in eigen rechtzinnige kring.’ Terugkijkend zal hij zelf het beste weten of deze analyse voortkwam uit de overview die ds. Plaisier als leidinggevende in de kerk had en of ze gesproken is met zijn autoriteit als ambtsdrager óf dat er ook elementen van frustratie doorheen speelden, voortkomend uit een steeds moeizamer kerkordelijk proces. In ieder geval deed hij de breedte van de hervormd-gereformeerde beweging er geen recht mee.

Evangelische noties
Vanuit het perspectief van de kerk als geheel staat ds. Plaisier dichter bij de Gereformeerde Bond dan zijn voorgangers. Verklaart dat juist de soms felle communicatie? Bij zijn aantreden noemt hij zich een ‘confessioneel-evangelische predikant met een ruime blik’. Wie hem de afgelopen jaren gevolgd heeft, moet concluderen dat hij soms niet te volgen was.
Aan de ene kant kenmerkt openheid naar evangelischen hem. In een vraaggesprek met CV.Koers zegt hij dat ‘het bestaan van het Evangelisch Werkverband van groot belang voor de kerk is’, een uitspraak die het platform Op Goed Gerucht hem niet in dank zal afnemen. ‘Het gaat er om dat we met vruchtbare inzichten de héle kerk proberen te bereiken en te vitaliseren. Dat kunnen beslist evangelische noties zijn, zoals missionair kerk-zijn, maar ook kun je denken aan hernieuwd zicht op de belijdenisgeschriften, de openheid voor de cultuur en de bewogenheid met maatschappelijke vragen, waarop in andere delen van de kerk nadruk wordt gelegd. Dan is het goed dat er een Gereformeerde Bond is, die de kerk aanmaant om werk te maken van de belijdenissen en het contact ermee vast te houden.’
De scriba neemt waar dat de ruimte voor gereformeerde belijders vandaag in de synode groter is dan ooit. Met dankbaarheid onderstrepen we de missionaire bewogenheid die ds. Plaisier ten toon spreidde, waarbij het Woord centraal stond en die onder meer maakt dat in de kring van de Gereformeerde Bond zijn beleid van de laatste jaren positiever is gewaardeerd dan dat van de begintijd.

Vrijzinnigheid
Aan de andere kant zegt ds. Plaisier in september 2005 in het blad VrijZicht dat ‘de orthodoxie de vrijzinnigheid nodig heeft’, niet alleen vanwege het verstaan van de cultuur, ook wat de prediking betreft. ‘Van prediking over Jezus als leraar, voorbeeld en bevrijder kunnen we leren, bijvoorbeeld dat je over Christus niet alleen moet spreken in algemene dogmatische termen, zoals binnen de orthodoxie wel gebeurt. Omgekeerd moeten vrijzinnigen openstaan voor de orthodoxie, willen zij niet in een oeverloos humanistisch evangelie terechtkomen.’
Het blijft onduidelijk of de scriba van de kerk meent vanwege zijn functie deze opmerkingen te moeten maken of dat hij werkelijk de overtuiging heeft dat orthodoxe en vrijzinnige prediking elkaar kunnen bevruchten.

Groei van de kerk
Ds. Plaisier heeft er ter synode hartstochtelijk voor gepleit om een actuele invulling te geven aan de nieuwe term ‘protestants’. Het visiedocument Leren leven van de verwondering was hierbij richtinggevend. De scriba spreekt over ‘nieuw zelfbewustzijn’, over het niet berusten in de kerkelijke statistieken. ‘Er is alle reden om in te zetten op groei van de kerk.’ Als ik een optimistische ds. Plaisier hoorde, heb ik vaak gedacht: ‘Spreekt hier de scriba, die graag mensen wil bemoedigen?’ Dichter staat hij bij mij, als hij zegt: ‘Laten we maar samen bidden, samen de Bijbel lezen. Het instituut van de kerk draagt mij daarin. Als ik het niet meer weet en wanhoop, dragen mij de muziek en de woorden van de kerk. Als alle methoden mij uit handen vallen, staat daar die eeuwenoude kerk.’

Oecumene
De terugtredende kerkleider is ook de man van de oecumene. Als de Gereformeerde Gemeenten wat meer openheid zouden kennen en het gesprek met anderen gaan voeren, wil hij de eerste zijn die aan tafel aanschuift. Opzien baart hij vooral in het Olympisch stadion, waar de Pinkstergemeenten in september 2007 het honderdjarig bestaan vieren. Hij biedt excuus aan over ‘de minachtende manier’ waarop in het verleden over de pinkstergelovigen gesproken is en uit zijn schaamte over de neerbuigendheid waarmee kerkleden over hen spraken.
Het verlangen naar eenheid van de kerk kenmerkt ds. Plaisier. Het is in hem te prijzen. Tegelijk blijven we hem vragen naar de grenzen van die eenheid, omdat het gaat om de eenheid in het evangelie van Christus, Die het fundament van de kerk is. ‘Ik zou het prachtig vinden als we elkaar in de pastorale zorg zouden kunnen helpen, als in een bepaalde streek één van ons moeite heeft aan de pastorale vraag te voldoen omdat er te weinig priesters, pastoraal werkers of dominees zijn’, zegt ds. Plaisier in 2003 in het blad VolZin met betrekking tot de Rooms-Katholieke Kerk.
Dezelfde openheid toont hij naar gereformeerde kerken aan de rechterzijde. ‘Als door de hervormd-gereformeerden gekozen wordt voor de verenigde kerk, kan dit ook als een uitnodiging naar alle andere kerken van het gereformeerde type worden opgevat’, schrijft hij in een opstel in de vriendenbundel voor zijn zwager J. van der Graaf.
Ter afronding de ontboezeming waarmee ds. Plaisier in de synode reageerde op het boek van een atheïstische dominee en die veel mensen raakte: ‘Voor mij persoonlijk speelde de vraag over het bestaan van God vele jaren van mijn leven. Ik kwam die te boven omdat God Zelf kwam, mij te sterk werd, mij overweldigde door Zijn vreugde, liefde en nabijheid. Hij was er en ging met mij mee.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Zendeling werd scriba

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's