Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oud en toch ook nieuw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oud en toch ook nieuw

Bijbeltekst begrepen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In 1 Johannes 2:7 gaat het over geen nieuw, maar een oud gebod. In vers 8 wordt toch weer gesproken van een nieuw gebod. Wat betekenen oud en nieuw? Gaat het om twee verschillende zaken of is er, en daar lijkt het op, samenhang?

Er is een verhaal over de apostel Johannes in Efeze. Hij woonde en werkte daar heel lang en preekte altijd weer dat men de broeders moest liefhebben. Hij deed dat zo vaak dat zijn hoorders eens zeiden: ‘Johannes, hebt u nu niet echt ook wat anders tegen ons te zeggen?’ Waarop Johannes zei: ‘Nee, want dit gebod heb ik van mijn Meester ontvangen: Broeders, heb elkaar vurig lief.’

Broederliefde
Over dat thema van de broederliefde gaat het in de perikoop 1 Johannes 2:3-11. Johannes had over die broederliefde veel van Jezus gehoord en mediteert in deze verzen als het ware daarover (zo een verklaarder; Lalleman; vgl. Joh.13:34v en 15:12).
Jezus Christus kennen, dat is gemeenschap met Hem hebben en dat is niet anders dan Zijn Woord, Zijn geboden bewaren (zie o.a. Joh. 14:21; 15:10; 1 Joh.5:3). Wie zegt Jezus te kennen, maar Zijn geboden niet bewaart (naleeft), is een leugenaar. Vermoedelijk doelt Johannes bij het laatste op de dwaalleraars die het leven van Jezus in het vlees (Zijn menswording) verachtten en bij wie Zijn woorden en Zijn wet voor het hier en nu niet in tel waren. Johannes noemt hen leugenaars. Wie echter Jezus’ Woord bewaart en daarnaar zoekt te leven, in Hem is de liefde van God volle realiteit (volmaakt) geworden. Dat is ook het bewijs dat we Hem kennen.

Het is een oud gebod
Dat brengt met zich mee dat wij wandelen zoals Hij wandelde. Daar hadden de lezers van 1 Johannes genoeg over gehoord. Daarom kan de apostel aan hen schrijven over een oud gebod. Het gebod van de broederliefde behoort immers tot de kern van het evangelie (vgl. ook 2 Joh.1:5). Nee, het gebod van de broederliefde kan niet als afgedaan worden beschouwd.
De Kanttekeningen van de Statenvertaling zeggen: ‘Het gebod van zijn naasten lief te hebben, is niet nieuw, daar het niet alleen in het Oude Testament voorgesteld wordt (Lev. 19:17, 18), maar ook van het begin der prediking van het evangelie altijd sterk is gedreven geweest (Matth. 5:44; Joh. 15:12; Rom. 12:10, en Rom. 13:8).’ De apostel wil dus zeggen: Beschouw het aloude gebod van de broederliefde dat u is verkondigd vanaf het begin dat de apostolische prediking ook door u is gehoord en geloofd (zie 1:1), niet als ware het verouderd. U moet het niet afdanken en steeds weer wat nieuws willen horen.

Tegelijk splinternieuw
Want dat oude gebod is tegelijk nieuw, het blijft springlevend in het geloof in Christus. Het blijft nieuw, sinds u door dat geloof een nieuwe mens bent geworden in Hem (vgl. 2 Kor.5:17; 2 Petr.1:7). Dat oude gebod schittert dan elke dag gloednieuw in u die Christus toebehoort. Want heeft Christus, Die Zijn leven gaf voor de Zijnen, het niet Zelf gezegd: ‘Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkander liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat gij ook elkander liefhebt’ (Joh.13:34)? Het is een gebod om elke dag in praktijk te worden gebracht.
Want wat waarachtig is (volle realiteit) in Hem, moet het ook in u zijn (letterlijk: en ook in u). ‘Een mens moet waar worden voor God, maar ook waarachtig zijn in zijn levenswandel’ (zo een verklaarder). Het moet een liefde zijn zoals bij Jezus die Zichzelf overgaf tot in de dood. Je kunt wel zeggen dat je in Hem bent en blijft, maar dan moet je ook alzo wandelen gelijk Hij – Jezus Christus – gewandeld heeft. Heel praktisch: elkaar de voeten wassen (Joh.13:14v); voor de broeders het leven stellen (1 Joh.3:16).
Want de duisternis is bezig te verdwijnen en het waarachtige licht schijnt nu reeds. Niemand mag meer in de duisternis van liefdeloosheid en haat blijven leven. Zie vers 9. ‘Zoals licht en duisternis elkaar uitsluiten, zo ook zijn christelijk geloof en broederhaat onverenigbaar’. Een christenmens is kind van het licht en het gebod van de broederliefde is het kompas waarop hij vaart (vgl. Rom.13:12).
Ook in onze dagen horen we nog wel eens zeggen: ‘Wij christenen hoeven niet steeds te horen hoe wij leven moeten. Een christen weet dat echt wel van binnenuit.’ Maar daar wil Johannes juist een stokje voor steken. Het oude liefdesgebod is niet verouderd. Het blijft altijd nieuw. Het uit zich in concrete broederliefde.

'Broeders! Ik schrijf u geen nieuw gebod, maar een oud gebod; dat gij van het begin gehad hebt…’ 1 Johannes 2:7a

Vragen voor de rubriek ‘Bijbeltekst begrepen’ kunnen worden ingestuurd naar de redactie (adres zie colofon op pag. 7) of gemaild naar geref.bond@tiscali.nl.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Oud en toch ook nieuw

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's