Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

God bekleedt met macht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God bekleedt met macht

De Bijbel over gezag en gezagsuitoefening [1]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat betekent het om gezag uit te oefenen ... en om het te aanvaarden? In twee bijdragen trekken we enkele bijbelse lijnen.

Gezag spreekt in onze samenleving niet meer vanzelf. Te denken is aan politiemensen en hulpverleners die bedreigd worden bij de uitoefening van hun taak. Er zijn protestoptochten tegen autoriteiten. Iedereen moet over van alles kunnen meebeslissen. De openheid rond het bestuur betekent dat het falen van een minister of een ambtenaar in de media breed uit gemeten wordt. Gezag moet verdiend worden.
Je ziet het in de kerk. Vroeger had een dominee het voor het zeggen. Nu vragen mensen: ‘Heeft hij iets te zeggen?’ Een beroep op een gevestigde traditie komt bij vaak niet meer over. Een synode die zich met gezag tot haar leden wendt, is iets wat voor velen volstrekt uit de tijd is.

Voorbeeldfiguren
Je moet met dergelijke opmerkingen wel oppassen. Want voor je er erg in hebt, wek je de suggestie: Vroeger was alles beter! Dat zou ik bepaald niet willen zeggen. Was de democratisering van de jaren zestig uit de vorige eeuw niet een terechte reactie tegen gezag dat soms ontaardde in willekeur? Heeft de kerk in het verleden niet vaak dwang gehanteerd? Denk aan de Inquisitie! Denk aan de druk waarmee gewetens gekneveld werden!
Is gezag een vies woord geworden? Soms denk je: ja. Vaak heb ik echter de indruk dat mensen, ook jongeren, hunkeren naar authentiek gezag, naar voorbeeldfiguren aan wie ze zich willen optrekken.

Grond van alle gezag
Eén ding is volstrekt duidelijk. In de Bijbel is de Heere, de God van Israël, de diepste autoriteit. Hij regeert over Israël en de volken. Als Schepper en Koning komt Hem alle macht toe. Het komt Hem ook toe mensen te bekleden met macht, met gezag. Zo wordt Hij beleden en verkondigd door profeten en psalmisten. In het Nieuwe Testament is dat niet anders. We horen Jezus na Zijn opstanding zeggen: ‘Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde’ (Matth. 28:18). Waar Gods macht ontkend wordt, krijgen andere machten en krachten vrij spel. Die gaan dan het gat, het machtsvacuüm opvullen.
Gods macht is een unieke macht. God regeert in en door de gekruisigde en opgestane Christus. Heilbrengend, reddend en zorgend. Het gezag van onze God is geen dwang, geen bruut geweld.
Nee, het is de overmacht van Zijn liefde. Hij wint mensen in door Zijn Woord en door Zijn Geest. Hij maakt ons innerlijk vrij, zodat we ons aan Zijn gezag gewonnen geven. Zo word je in de ruimte gezet en in de ware zin van het woord een mondig mens. Ware mondigheid is dat een mens zich door Christus laat leiden.
De belijdenis van Gods unieke macht is dan ook niet los te maken van het eerste gebod: Geen andere goden voor Gods aangezicht. Ik denk dat dat de diepe zin is van dat veel gebruikte, ook wel misbruikte woord ‘theocratie’, Godsregering. Dat is geen politiek programma, maar een belijdenis die we hooghouden in elke situatie, ook als christenen die in de minderheid zijn of in een multiculturele maatschappij leven. Denk aan Daniël en zijn vrienden. Zij waren loyale burgers in Babel, maar de gehoorzaamheid aan de Heere ging boven alles.

Inhoud van gezag
In dat licht staan gezagsverhoudingen, waarin ons leven zich afspeelt. Ouders in het gezin. In de kerk zijn er de ambten. Er is de relatie tussen overheid en onderdanen.
Gezag... wat is dat eigenlijk? In Romeinen 13 is in de Statenvertaling sprake van ‘machten die over je gesteld zijn’. De NBG-vertaling van 1951 spreekt van ‘overheden’. In de NBV wordt het woord ‘gezag’ gebruikt.
Nu liggen ‘gezag’ en ‘macht’ dicht bij elkaar.
Toch zijn ze niet helemaal hetzelfde. Je kunt macht hebben zonder dat je gezag uitstraalt. Moreel gezag spreekt niet vanzelf. Omgekeerd kan iemand gezag hebben zonder dat hij de macht heeft om het uit te oefenen. Je hebt in de christelijke gemeente soms mensen die een innerlijk geestelijk gezag uitstralen, maar die niet de bevoegdheid hebben van een kerkenraadslid of een dominee. Je kunt geknipt zijn voor politicus of officier, maar je mist de aanstelling en zo ook het gezag.
Gezag is iets wat je verleend wordt. Een gelovige ouder zal zijn vader of moeder-zijn zien als iets waartoe hij of zij van Godswege geroepen is. Een christen die leraar is, weet dat hij in die bevoegdheid verantwoordelijk is tegenover God. Een ambtsdrager in de kerk is door de gemeente en daarom door God Zelf geroepen tot die positie. Van de overheid, de macht, zegt Paulus in Romeinen 13: 'Er is geen overheid dan door God en die er zijn, zijn door God gesteld.'

Instelling van God
Bij veel mensen vandaag de dag roepen deze woorden verzet op. Anderen willen het nog wel laten gelden voor een christenminister, maar ze zijn er allerminst zeker van of dat nu ook geldt van een kabinet waar niet-christenen, humanisten, atheïsten of vrijdenkers de dienst uitmaken. Die mensen zouden toch raar opkijken als je zou zeggen: U bent in dat ambt door God gesteld. Nu moeten we bedenken dat Romeinen 13 geen staatsleer of een politiek manifest is. Paulus richt zich tot de gemeente die hij roept tot de dienst van de liefde. De houding van de gemeente kan niet losgemaakt worden van haar toekomstverwachting (vgl. Rom. 13:11vv). Toch is er geen reden om zijn woorden over de erkenning van het overheidsgezag af te zwakken, alsof die gehoorzaamheid alleen maar in het kader staat van de korte spanne tijds tot aan de wederkomst en dus nog even verdragen moet worden. De tekst geeft daar geen aanleiding toe.
Christelijk leven als ‘liturgie’, als dienst aan de Heere in het leven van iedere dag (Rom. 12:1, 2) houdt ook erkenning van de gestelde orde in, ook ter wille van het welzijn van de gemeente.
Paulus’ woorden zijn des te opvallender, omdat de overheid waarover hij spreekt, de Romeinse staat betreft, de regering van de beruchte keizer Nero. De apostel geeft geen politieke analyse, hij spreekt hier belijdend. Bovendien: als de overheid een instelling van God genoemd wordt, is dat wat anders dan een goddelijke instelling.
De apostel zet die machthebbers op hun plaats. Hij noemt al die machthebbers die zich soms heel tiranniek opstellen, dienaren, diakenen, van God. Ze kunnen zich wel opblazen en denken dat ze alles kunnen maken of breken, maar ze staan onder de zeggenschap van de Heer der heren. Hun macht is door God verleend. Toegegeven: Paulus’ woorden staan haaks op het denken van onze tijd, waarin velen het geloof het liefst terugdringen tot de privésfeer. Maar een kerk die paasliederen zingt, kan dit getuigenis nooit loslaten.

In dienst van God
Dat is een uitermate kritisch woord aan het adres van ieder die gezag heeft. Niet alleen voor ministers of vorsten. Maar ook voor dominees. Een gezagsdrager heeft zijn bevoegdheid verkregen om zijn macht aan te wenden tot eer van God en tot heil van de mensen.

Gezagsvormen
Gezag kom tot uiting in gezagsvormen en die zijn heel verschillend. Ouders hebben gezag over hun kinderen zonder dat hun kinderen er om gevraagd hebben. In een verhouding van werkgever tot werknemer is er een contract met wederzijdse rechten en plichten.
We zullen voor die verhouding eerder spreken van leiding geven en leiding aanvaarden.
Gaat het om de overheid, dan ligt het weer ander. We kunnen niet zomaar een isgelijkteken zetten tussen de wereld van de Bijbel en onze samenleving. Een koning in Israël kon vader genoemd worden. En al spreken we wel eens over ‘vadertje staat’, wij zullen de minister-president geen vader noemen.
Paulus had te maken met een autoritaire overheid, keizer Nero. Wij kennen een door het volk gekozen overheid. Ons koningshuis heeft een beperkte macht. Niet de koningin, maar de minister bepaalt het beleid. Gezag wordt in andere vormen uitgeoefend en heeft een andere gestalte dan in het Romeinse keizerrijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juli 2008

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

God bekleedt met macht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juli 2008

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's