Getuige van het Licht

'Er was een mens door God gezonden; zijn naam was Johannes. (...)'

Johannes de Doper spreekt tot onze verbeelding. We kennen hem als een boeteprofeet, gekleed in een mantel van kamelenhaar. We kennen Johannes als een vurige prediker. Rechttoe rechtaan roept hij zijn hoorders tot bekering.
'De bijl ligt aan de wortel van de boom. Iedere boom die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen.'
Des te opmerkelijker is de manier waarop hij in het Johannesevangelie wordt geïntroduceerd. ‘Er was een mens door God gezonden; zijn naam was Johannes.’ Op het eerste gehoor klinkt dit minder imponerend dan wat wij doorgaans over Johannes de Doper horen.

Kroongetuige
Dit valt des te meer op, als we deze woorden in het verband van Johannes 1 lezen. Het Johannesevangelie begint immers bij het eeuwige Godswoord.' In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.' Dit Woord van God is niemand minder dan de eeuwige Zoon van God.
Dan valt echter ineens het licht op Johannes de Doper. Een mens. Weliswaar een mens door God gezonden. Maar toch een mens. Over de Zoon van God lezen we: het Woord was God. Alle dingen zijn door Hem geworden. Van Johannes de Doper staat geschreven: er werd een mens. Het verschil tussen ‘zijn’ en ‘worden’ is het verschil tussen de eeuwige Zoon van God en een tijdelijk mensenkind.
Wij vinden de gestalte van Johannes de Doper indrukwekkend. En terecht. Maar hij is en blijft een mensenkind. God roept deze mens echter als kroongetuige van de komende Christus.

Kaars
'Het licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis heeft het niet begrepen.' Gods tegenwoordigheid stuit op menselijke vervreemding. De HEERE laat het er echter niet bij. Christus, het Licht der wereld, verschijnt om te redden. In die beweging van God naar deze wereld wordt Johannes de Doper geroepen om van het licht te getuigen.
Niet dat het om hem gaat. Hij is het licht niet, maar hij wordt gezonden om van het licht te getuigen. Straks zal de Heere Jezus hem een brandende en lichtende kaars noemen.|
Een kaars geeft immers licht, maar al brandende wordt de kaars zelf steeds kleiner. Als getuige van het licht is Johannes de Doper een brandende kaars. Niet meer en niet minder.
Zo is het trouwens met alle verkondigers van het evangelie. Zodra wij zelf in de schijnwerpers willen staan, zijn we niet dienstbaar aan Christus. Erger nog: dan zetten we Christus in de schaduw. Daar is niemand mee gediend. Of liever gezegd: daar wordt geen mens door gered. Alle licht moet vallen op Christus, het Licht der wereld. Hij is gekomen om de duisternis van onze schuld te verdrijven.

Nauwelijks te rijmen
Johannes de Doper, een lichtende en brandende kaars. Hij is geroepen om van het licht te getuigen. Even vragen we ons af of dit dezelfde man is als de boeteprofeet met zijn vlammende prediking. We kunnen het nauwelijks met elkaar rijmen. Hebben wij het soms te ver uit elkaar getrokken: gericht en genade, ontmaskering en vrijspraak, wet en evangelie? In de verkondiging hoort het bij elkaar. Dat laat het woord ‘getuigen’ al zien. Het betekent enerzijds: in het rechtsgeding vóór het licht spreken, om daarmee de duisternis van deze wereld in het ongelijk te stellen. Anderzijds betekent getuigen: proclameren dat Christus, het Licht der wereld, reddend is verschenen. En dan ook: evangeliseren.
Johannes is geroepen om van het licht te getuigen, opdat allen door hem geloven zullen. Daar is het God om te doen. Ook vandaag. Weliswaar heeft Johannes in de heilsgeschiedenis een eigen plaats. De roeping van alle verkondigers is echter onveranderd. Ze worden geroepen om van het licht te getuigen, opdat allen geloven zullen. Niet voor niets lezen we het aan het einde van het Johannesevangelie opnieuw: ‘Deze dingen zijn beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is en opdat u, gelovend, het leven hebt in Zijn Naam.’ Daar werkt de Heilige Geest op aan: opdat wij zullen geloven. Opdat het Licht ons op zal gaan en wij in het licht van Gods genade zullen wandelen.

Toch indrukwekkend
Zo bezien is de verschijning van Johannes de Doper toch indrukwekkend. Geen engel, maar een mens. Maar dan wel een mens door God gezonden, om getuige van het Licht te zijn. Getuige van Christus. Opdat allen – wij ook! – door hem geloven zullen. Mag ik u voorgaan, vraagt Johannes. Zie het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegdraagt!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen