De wet van de vrijheid

Het geloof zonder de werken is dood. De brief van Jakobus is daar stellig in. De redding begint in een mensenleven bij het luisteren naar het Woord van God. Maar dan moeten wij dat Woord zo diep in ons opnemen, dat we ook daders van het Woord worden. Anders zijn we als iemand die even in de spiegel heeft gekeken en al snel is vergeten wat hij zag. Dan mist het zijn uitwerking. (Jak. 1:19-25) Wie zo vluchtig luistert naar de preek, gaat zonder vrijspraak naar huis. Want een geloof dat niet tot uiting komt in daden, zal ons niet zaligmaken. (Jak. 2:14-26)

Overtreder
In hoofdstuk 2 vers 1-13 vinden we een voorbeeld. Er komt een deftige man in de samenkomst, die zichtbaar goed in de slappe was zit. Hij draagt een gouden ring. U begroet hem vriendelijk en geeft hem een mooie plaats. Verder komt een eenvoudige man binnen, die niet veel te besteden heeft. Hij draagt haveloze kleding. U toont nauwelijks interesse en laat hem achterin een plekje zoeken. Waarom gebeurt dat zo? Van de rijkdom en macht van die man met de gouden ring kun je natuurlijk veel voordeel hebben. Dat voel je direct aan. Maar wat heb je aan die arme sloeber?
De Schrift noemt het maken van dergelijk onderscheid zonde. De wet bestraft u als overtreder. Nu volgt de aansporing: ‘Spreekt alzo, en doet alzo, als die door de wet der vrijheid zult geoordeeld worden.’ (Jak. 2:12) Welke wet is hier bedoeld? Uit het voorafgaande blijkt dat Jakobus denkt aan de tien geboden (vs. 11) en in het bijzonder aan het gebod tot naastenliefde (vs. 8). Hij noemt dit ook de koninklijke wet. Laten de christenen deze wet in praktijk brengen!

Ingeplant
Eerder in de brief lazen we over ‘de volmaakte wet, die der vrijheid is’ (1:25). Wie daar aandachtig en aanhoudend in kijkt, zal ernaar handelen en zalig zijn. Uit het verband blijkt dat deze wet het Woord is dat de lezers te horen kregen (1:23). In het taalgebruik van Jakobus bestaat er namelijk geen tegenstelling tussen de wet en het evangelie. Het gaat om de totale boodschap van Jezus Christus. Zondaren biedt Hij genade aan. Ook geeft Hij bevel tot bekering. Hij draagt ons immers op de smalle weg naar het leven te bewandelen. Wie deze woorden van Hem hoort en ze doet, is een verstandig mens en bouwt zijn huis op een goed fundament (Matth. 7:24).
Nog steeds zijn we op zoek naar een aanknopingspunt, dat licht werpt op de betekenis van de uitdrukking ‘de wet der vrijheid’. Jakobus denkt aan het Woord, dat in het hart wordt geplant en onze ziel kan zaligmaken (1:21). Bij deze manier van zeggen gaat er een lampje branden. Want wat heeft de HEERE bij monde van Jeremia beloofd? ‘Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven.’ (Jer. 31:33) Als de wet is geschreven op de tafel van ons hart, dan komt de liefde tot God en de naaste van binnenuit. Zo gaan we vrijwillig het Woord gehoorzamen. Het bevrijdt ons van egoïsme en handelen uit eigenbelang. We voelen ons innerlijk vrij de Heere te dienen en goed te doen aan onze medemens. We zoeken niet langer ons eigen voordeel te bemachtigen, maar bewijzen barmhartigheid aan anderen in nood.

Verblijdend
In het oordeel gaat het de Heere om het hart. Is ons hart bevrijd van zelfzucht? Wandelen we niet langer gedwongen, maar gewillig in het spoor van Zijn geboden? Wie zó volgens de koninklijke wet barmhartigheid doet, zal barmhartigheid verkrijgen (2:13). Deze vrijheid komt tot uiting in woorden en daden. Jakobus noemt het bezoeken van weduwen en wezen (1:27). Een christen kan daar Psalm 19 bij zingen: 'de bevelen van de HEERE verblijden het hart, ze zijn zoeter dan honing.'' In hoofdstuk 3 benadrukt Jakobus het goede gebruik van de tong, dat er geen venijn overheen komt. Laat u in spreken en handelen leiden door de wet der vrijheid. Zo zal een christen de waarheid van Psalm 119 ervaren: 'wie Uw wet beminnen, hebben grote vrede.' Want de koninklijke wet die door Gods Geest in het hart is geplant, maakt ons vrij en blij.

Vragen voor de rubriek ‘Bijbeltekst begrepen’ kunnen worden ingestuurd naar de redactie (adres zie colofon op pag. 11) of gemaild naar geref.bond@tiscali.nl.

'Spreekt alzo, en doet alzo, als die door de wet der vrijheid zult geoordeeld worden.' (Jak. 2:12)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen