Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Om de Christus der Schriften

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Om de Christus der Schriften

Prediking de eeuwen door: [1] in het Nieuwe Testament

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De prediking cirkelt de eeuwen door rond de persoon van Jezus als de van God gezonden Verlosser. Toch heeft de prediking van Jezus Zelf, zoals we die uit het Nieuwe Testament kennen, in de kerk maar weinig navolging gevonden.

De prediking van Jezus is een wereld op zich. De beroemde Bergrede (Matth. 5-7) knoopt aan bij het oudtestamentische wijsheidsonderricht, zoals we dat vinden in boeken als Spreuken en Prediker. In bepaalde gedeelten gaat Hij kritisch in op de manier waarop in Zijn tijd de oudtestamentische geschriften werden uitgelegd. In die gedeelten worden aangehaalde tekstwoorden door Jezus van een eigen toepassing voorzien, zoals, naar we mogen aannemen, ook de schriftgeleerden deden. In de grote ‘rede over de laatste dingen’ (Matth. 24-25) knoopt Jezus aan bij de spreekwijze van de oudtestamentische profeten.
Iets geheel eigens in Jezus’ prediking vormen de gelijkenissen, waarin beelden en gebeurtenissen uit het gewone leven tot beelden van Gods Koninkrijk worden gemaakt. De zaaier die het zaad over de akker uitstrooit is de Messias Die het woord van het Koninkrijk in de wereld rondstrooit, het zaad dat sterft en ontkiemt is een beeld van Zijn sterven en opstaan. Vissers die op het strand de slechte vis van de goede scheiden, laten zien wat er bij het laatste oordeel zal gaan plaatsvinden. De gelijkenissen vormen bij elkaar een ‘evangelie in beelden’ dat uitloopt op de het beeld van Jezus’ lijden en sterven bij uitstek: het Heilig Avondmaal (zo C.E. van Koetsveld in De gelijkenissen van den Zaligmaker (1868)).

Verbergen
Het avondmaal heeft zijn plaats in de eredienst gehouden, maar de gelijkenis als vorm van prediking heeft in de kerk weinig navolging gevonden, behoudens dan in kinderverhalen of een toelichting bij op de preekstoel meegenomen voorwerpen, die de inhoud van het geloof voor ‘eenvoudigen’ begrijpelijk moeten maken.
Dat was nu net niet de bedoeling van Jezus’ gelijkenissen. Deze dienden juist om de dingen van Gods Koninkrijk te verbergen, zodat deze alleen verstaan zouden worden door degenen wier ogen en oren door God zelf geopend waren (Matth. 13:10ev). De dingen van het Koninkrijk laten zich tenslotte maar heel ten dele uitleggen, welke pogingen daartoe ook worden ondernomen.
Ook Jezus’ wijsheidsonderricht heeft op preekstoelen weinig navolging gehad, evenmin als Zijn profetisch spreken. Wat Hij gezegd heeft is in de kerk wel onderwerp van prediking geworden, maar voor het preken als Jezus is men in de kerk teruggeschrokken. Jezus’ prediking is te veel met Zijn gezag als de door God gezonden Messias verbonden om rechtstreeks door de apostelen en degenen die hen volgden te kunnen worden overgenomen.

Vierde evangelie
Het bovenstaande heeft voornamelijk betrekking op de prediking van Jezus zoals die uit de eerste drie evangeliën naar voren komt. In het vierde evangelie, dat van Johannes, horen we uit de mond van Jezus lange uiteenzettingen over Zijn persoon en hoe deze zich verhoudt tot de persoon van Zijn Vader en tot die van de Geest, de Trooster Die Hij in Zijn plaats zal zenden. Ook deze toespraken zijn in de kerk meer onderwerp van prediking geworden dan voorbeeld. Dat kon ook niet anders, omdat wat Jezus hier over Zichzelf zegt alleen door Hemzelf gezegd kon worden.

Brieven
Blijft de vraag hoe er in de nieuwtestamentische gemeente werd gepreekt. Om daarover iets te weten te komen, zullen we bij de apostelen te rade moeten gaan. Rondom hun prediking hebben zich de eerste gemeenten gevormd en zij zijn het ook die deze gemeenten bij voortduring met hun prediking hebben gediend.
Hoe hebben zij gepreekt? In het Nieuwe Testament is bijna geen letterlijk verslag van een preek van een apostel te vinden. Paulus’ toespraak tot de ouderlingen van de gemeente van Efeze, zoals in Handelingen 20 weergegeven, komt er waarschijnlijk nog het dichtste bij. Lukas, de schrijver van Handelingen, behoorde toen deze toespraak werd gehouden tot Paulus’ reisgezelschap. Het is zeer waarschijnlijk dat hij de toespraak zelf gehoord heeft. Van alle toespraken die in Handelingen worden weergegeven, vertoont deze in stijl en woordkeus de meeste overeenkomsten met Paulus’ brieven. De brieven die de apostelen aan gemeenten of groepen gemeenten hebben geschreven, zijn wel letterlijk overgeleverd. De meeste zijn van Paulus, daarnaast zijn er de brieven van Jakobus, Petrus, Johannes en Judas. Deze brieven waren bedoeld om in de gemeenten te worden voorgelezen (vergelijk Kol. 4:16), maar het zijn geen preken in letterlijke zin. Het zijn gelegenheidsgeschriften, opgesteld met een bepaald doel, bijvoorbeeld om beginnende gelovigen weerbaar te maken (Kolossenzen), of om het gezag als apostel te verdedigen (2 Korinthe). Ook kon in een brief worden ingegaan op vragen of kwesties die zich in een gemeente hadden voorgedaan (1 Korinthe).
De brieven die in het Nieuwe Testament zijn overgeleverd zijn gelegenheidsgeschriften, gericht op de situatie waarop de gemeente waaraan de brief gericht is zich op dat moment bevindt, wat niet hetzelfde is als preken.

Helderheid
Toch zeggen de brieven wel iets over hoe in de nieuwtestamentische tijd werd gepreekt. De stijl ervan is in grote lijnen de stijl die in die dagen voor onderricht werd gebruikt: een betoog dat eenvoudig van de ene gedachte naar de andere gaat, in niet al te lange zinnen, met af en toe een vraagje tussendoor om de hoorders bij de les te houden.
Het eerste doel was helderheid. Af en toe deed de prediker ook een beroep op de emoties van de hoorder. Hij wilde zijn publiek niet alleen iets mededelen, maar ook winnen voor zijn zaak en dan kunnen de emoties niet achterwege blijven. Deze manier van onderrichten was in de tijd van de apostelen algemeen gangbaar. Uit de brieven blijkt dat de apostelen hem gewoon overnamen.
Natuurlijk heeft iedere apostel zijn eigen stijl. Met name Paulus is tot veel in staat. In een hoofdstuk als het beroemde 1 Korinthe 13 over de liefde stijgt hij niet alleen als apostel, maar ook als schrijver tot grote hoogte. De brieven van Johannes wijken nog het meest af van de toen gebruikelijke betoogtrant. Zij vertonen een eigen, meditatieve stijl.

Inhoud
Ook inhoudelijk valt uit de brieven wel iets af te leiden over hoe de apostelen hebben gepreekt. In de brieven komen niet alleen actuele kwesties aan de orde. Ze bevatten ook meer algemeen onderricht. In de uiteenzettingen over hoe het leven van de christelijke gemeente er heeft uit te zien, wordt een schema gevolgd dat we niet alleen bij Paulus (Ef. 4:17-6:9; Kol. 3:1-4:1) maar gedeeltelijk ook bij Petrus aantreffen (zie 1 Petr. 2:18-3:7).
Het is waarschijnlijk dat hier op een bestaand catechetisch schema wordt teruggegrepen. We kunnen ons voorstellen dat een dergelijk schema ook in preken werd gebruikt.

Petrus
De belangrijkste bron voor hoe er in de nieuwtestamentische tijd gepreekt werd, zijn de preekverslagen die we verspreid door het boek Handelingen vinden, te beginnen bij de pinksterpreek van Petrus in hoofdstuk 2, die we als het startpunt van de apostolische prediking kunnen beschouwen. Hoofddoel van deze preek is de hoorders ervan te overtuigen dat Jezus de in het Oude Testament aangekondigde Messias is.
Om dat aan te tonen grijpt Petrus onder andere terug op de Psalmen. Wat daarin gezegd wordt is maar heel ten dele in het leven van David, de dichter van de Psalmen, waar geworden. David leeft niet meer. Zijn woorden bleven nog op hun vervulling wachten. Die vervulling heeft nu plaatsgehad: Jezus is, nadat Hij gekruisigd was, opgestaan uit de doden en zit nu naast God in de hemel.
Dat is, kort weergegeven, wat Petrus in deze eerste preek betoogt, om te eindigen met een beroep op het geweten van de hoorders: Degene Die nu aan Gods rechterhand zit is wel Degene Die u enige weken geleden hebt laten kruisigen. Op de verschrikte vraag van de hoorders: Wat moeten wij nu doen? roept Petrus hen op Jezus alsnog te erkennen en zich aan Hem toe te vertrouwen, wat velen van hen ook doen.
Als we deze preek vergelijken met de preek die Paulus later in de synagoge in Antiochië houdt (Hand. 13), blijkt hij hetzelfde schema te volgen, voor een groot deel gebruikmakend van dezelfde bewijsteksten, waarna net als bij Petrus een oproep tot bekering volgt, zij het minder scherp dan in hoofdstuk 2. De hoorders in Antiochië waren immers niet rechtstreeks voor de kruisiging van Jezus verantwoordelijk. Duidelijk is dat Petrus en Paulus hetzelfde schema volgen.

Diepe wortels
Christusverkondiging met diepe wortels in het Oude Testament. Zo ongeveer moet de verkondiging, niet alleen die van Petrus en Paulus, maar ook die van de andere apostelen er uit hebben gezien. Dat Jezus inderdaad de door God aangekondigde Christus was, was het belangrijkste. Andere thema’s, zoals die van de christelijke levenswijze, stonden daaromheen. Hetzelfde zien we in de brief aan de Hebreeën, die van alle nieuwtestamentische brieven het meest het karakter van een preek vertoont.

Aansluiting
In de toespraak als in Handelingen 17, gericht tot een ‘heidens’ publiek, zoekt Paulus maximaal aansluiting bij zijn hoorders en haalt hij zelfs een heidense dichter aan. Oudtestamentische aanhalingen blijven achterwege. Dat wil niet zeggen dat heidenen als ze christen werden het zonder het Oude Testament konden stellen. De Grieken in Antiochië krijgen van Paulus hetzelfde woord te horen als de Joden in de synagoge (Hand. 13:44; zie ook 17:11, 12). Het gaat om de Christus der Schriften. Waar dat uit het oog wordt verloren, loopt de verkondiging uit de rails en vormt men zich, hoe vroom of enthousiast ook, een eigen, heidense Christus. Op dit punt heeft de kerkelijke prediking zich blijvend te oriënteren op de apostolische verkondiging.

Volgende week aandacht voor Augustinus als prediker

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 januari 2009

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Om de Christus der Schriften

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 januari 2009

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's