Gezocht: appellerende preek
Is predikant bang op tenen te staan?
Wat is een goede preek? Op deze vraag is meer dan één antwoord mogelijk. In een goede preek staat Christus centraal, bijvoorbeeld. Of: een preek is goed als er een ontmoeting tussen God en mens plaatsvindt. Ik wil hem beantwoorden aan de hand van de manier waarop mensen naar een preek luisteren.
Is predikant bang op tenen te staan?
Wat gebeurt er bij de hoorders op het moment dat de predikant aan het preken is? Wat doen mensen als zij een preek beluisteren? Hoe luisteren zij? Enkele jaren geleden heb ik in het kader van mijn promotieonderzoek een aantal hoorders uitvoerig geïnterviewd. Hun verhalen laten zien dat horen een proces is waarin gezocht wordt naar verbindingen tussen de preek en hun eigen leven. Mensen vragen zich af wat de preek te maken heeft met het hier en nu. Wat betekenen de woorden van de dominee voor hun persoonlijke situatie, hun dagelijks leven, hun geestelijk leven?
Focussen
Het proces waarin hoorders relaties leggen tussen de preek en hun eigen leven kent drie verschillende bewegingen.
De eerste beweging gaat van de hoorder naar de preek. Deze beweging noemen we focussen. Mensen zijn vooral bezig met de preek en richten zich op de inhoud ervan. Waar gaat het nu precies over? Wat is het belangrijkste dat de dominee wil zeggen? Wat is de kern van de preek?
In de tweede beweging gaan hoorders heen en weer tussen de preek en hun eigen leefwereld. Er is sprake van een interactie tussen wat ze gehoord hebben en hun eigen beleving en ervaring. Mensen voeren een gesprek of een dialoog met zichzelf over de betekenis van de preek voor hun persoonlijke situatie, daarom noemen we deze beweging dialogiseren. Bij deze interne dialoog vragen ze zich af wat ze van de preek vinden en wat ze erbij voelen. Ze zijn op zoek naar parallellen tussen de preek en hun eigen leven: Herken ik dat? Heb ik dat ook? Hoe voelt dat? Wat vind ik daarvan?
Eigen leven
In de laatste beweging richten de hoorders zich op hun eigen leven. Ze vragen zich af: Wat betekent dit voor mijn eigen leven? Wat kan ik hiermee? Wat heb ik hieraan? (Vergelijk de vraag van de Heidelbergse Catechismus: ‘Wat nut ons …? ’) Met deze beweging van actualiseren passen ze de boodschap van de preek toe op hun eigen leven en maken ze wat ze gehoord hebben concreet in hun persoonlijke situatie.
Mark, één van de geïnterviewde personen, zegt bijvoorbeeld:
’Ik zat op het puntje van m’n stoel, en ik begreep wat hij zei, ik kon daar wat mee. Ik kwam als een ander mens uit de kerk.’
De betekenis van de preek wordt voor Mark concreet in nieuw perspectief: hij kijkt anders tegen zijn situatie aan, omdat hij weet dat God boven alles staat, wat hem uitzicht en vertrouwen geeft. De preek kan ook betekenis krijgen voor het concrete doen en laten van hoorders.
Lea, een andere onderzoeksdeelnemer, noemt dat ‘haar concrete aandachtspunt’ voor de nieuwe week.
Henri vat het als volgt samen: ‘Je hebt ook wel eens preken, die zijn zo aansprekend omdat ik daar dan echt iets in hoor waarmee je als mens ook iets kunt, nu. Ik denk dat je vooral naar de kerk gaat om naar aanleiding van het verhaal uit de Bijbel de link te leggen met nu, dat je een opdracht meekrijgt.’
Toepassing
Uit mijn onderzoek blijkt dat hoorders niet tevreden zijn met een mooie preek voor het moment. Een preek is pas goed als zij meegaat de kerk uit en inspirerend is voor het leven. Dit betreft zowel het leven met God alsook het leven van alledag, en deze twee zijn als het goed is met elkaar verweven. Hoorders verwachten een appèl, een opdracht, een toepassing op de eigen situatie: ze willen weten wat de preek van hen vraagt. Dat is een legitiem verlangen. De Bijbel spreekt immers in één adem over horen en doen. Denk bijvoorbeeld aan Mattheüs 7:24, waarin Jezus spreekt over ieder die Zijn woorden hoort en ze ook doet (vergelijk Jak. 1:22 over hoorders en daders van het Woord).
Voor de predikant is het goed om daar tijdens de preekvoorbereiding bij stil te staan en zichzelf de vraag te stellen: ‘Wat wil ik eigenlijk bereiken? Wat is het doel van deze preek?’ Het kan helpen om dit in één zin op te schrijven: ‘Ik wil dat de hoorders na afloop ...’ Bij te veel preken (gelukkig niet bij allemaal) ontbreekt namelijk het appèl, de opdracht, of de concrete toepassing. Of het wordt zodanig impliciet verwoord dat hoorders het niet ‘oppikken’. Ik hoor mensen dan dingen zeggen als: ‘Het is een mooi verhaal, niks mis mee, maar wat moet ik ermee? Het blijft zo gladjes, het is zo weinig spannend.’
Antwoord
Waar zijn de appellerende preken, waarin hoorders direct worden aangesproken, waarin het vuur hen aan de schenen wordt gelegd? Zijn predikanten bang geworden voor kritiek en willen ze voorkomen dat ze op tenen staan? Of willen ze vooral niet moralistisch zijn? Dat laatste lijkt me een goed idee, maar dat mag er niet toe leiden dat de preek maar voortkabbelt en niet langer het ‘moment van de aanspraak’ (vragend om een concreet antwoord) is.
Hoorders moeten in de preek een antwoord kunnen vinden op vragen als: Wat wil God van ons? Wat vraagt of zegt Hij hier in deze tekst? Zijn er dingen die moeten veranderen in ons denken, in ons beleven, in ons gedrag? Hoe dan? En wat betekent dit concreet?
Voor het doel
Soms zeggen predikers dat hoorders zelf de toepassing maar moeten maken. Dit is echter niet zo eenvoudig als het lijkt. Mensen zoeken er wel naar, maar het lukt hen lang niet altijd. De predikant kan het gevoel hebben dat de bal voor het doel ligt, klaar om erin geschoten te worden, terwijl hoorders geen idee hebben wat de bal is en waar het doel gevonden kan worden.
Het is daarom goed om het appèl of de toepassing expliciet te verwoorden en concreet te zijn – abstractie is dodelijk in de kerk. Laatst gebeurde dit als volgt: ‘Elke dag je kruis op je nemen, hoe doe je dat dan praktisch? Ik denk dat je dat kunt doen door het elke dag te zeggen. Dus aan het begin van de dag te bidden: ‘Heere Jezus, hier ben ik. Ook deze dag wil ik zo graag bij U horen. En ik leg mijn leven in Uw hand. En de problemen die het zou kunnen geven wil ik dragen in Uw kracht. Maar ik ben bereid U te volgen.’
Luisterhulp
Ik doe ook een appèl op hoorders, om hun oren wijd open te zetten en op zoek te gaan naar de aanspraak van de preek. Wie het moeilijk vindt om naar de preek te luisteren, kan de vragen in gedachten nemen die hierboven geformuleerd zijn bij de drie bewegingen in het hoorproces. Deze vragen kunnen dienen als ‘luisterhulp’ bij het horen van de preek. Horen is dan geen achterover leunen en over je heen laten komen van de preek, maar een actief proces, waarbij voortdurend gezocht wordt naar verbindingen met het eigen leven. Onder leiding van de Heilige Geest kan de preek op deze manier dichterbij komen en betekenis krijgen voor de persoonlijke situatie.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 maart 2009
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 maart 2009
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's