Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Werken als pastor

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Werken als pastor

Beginnen in Bleiswijk [3]

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de eerste periode wordt het pastorale werk in sterke mate bepaald door het kennismaken met de gemeente. Daarnaast zijn er vanaf het begin de contacten met (ernstig) zieke gemeenteleden. Of andere pastorale situaties die een bepaalde urgentie hebben. Ook onze wijkgemeente kent de nood en de gebrokenheid van het leven in al haar geledingen.
Het bezoekwerk betekent voortdurend keuzes maken en prioriteiten stellen. Goed om te bedenken dat ik wekelijks groothuisbezoek mag houden bij het voorgaan in de eredienst. Daarvoor moet je de gemeente wel kennen en het vereist grote voorzichtigheid, zowel in wát je zegt als in hóe je het zegt. Je zult ervoor moeten waken gemeenteleden het gevoel te geven dat ze vanaf de preekstoel vermaand worden over iets dat in een pastoraal gesprek aan de orde is geweest. Toch ervaar ik het juist als een grote vreugde om in de prediking vanuit de Schriften ‘uit te mogen pakken’, gehoor gevend aan de oproep in Jesaja 40: ‘Troost, troost Mijn volk …!’ Dan zie ik gemeenteleden zitten die onlangs bepaalde noden met me gedeeld hebben. Biddend werp ik dan het Woord de gemeente in: Veni Creator Spiritus – Kom, Schepper Geest!

Metafoor
Wie ben ik als pastor? Tijdens mijn studietijd zei een ervaren predikant: ‘Als dominee ben je schaap en herder tegelijk. En, als je het eerste niet bent, ben je het tweede zeker niet.’ Een oud-zendingswerker voegde in een heel ander verband een derde metafoor toe: ‘Een herderloze gemeente? De Herder is niet weg, alleen de hond van de Herder is op een andere plaats aan het werk gezet.’ De pastor is schaap, hond en herder tegelijk.
Het is van allesbeslissende betekenis dat de pastor een levende relatie met God kent. Anders gezegd: dat hij zelf schaap is van de Goede Herder. Hoe zou hij anders zijn werk in de gezindheid van de Goede Herder kunnen verrichten? Voortdurend zelf putten uit de Bron is onmisbaar om vervolgens het levende water aan anderen te kunnen doorgeven.
De pastor heeft ook naar zichzelf toe een pastorale taak. Dat betekent voor mij heel concreet de dagelijkse tijd voor gebed, schriftlezing en meditatie. En dat niet alleen met het oog op de prediking of het pastorale gesprek, maar juist om persoonlijk steeds weer toegerust te mogen worden door Hem, Die in het midden wil zijn als een die dient (Luk. 22:27).

Rondjes rennen
De vergelijking gaat op veel punten mank. En toch, ze houdt ons, pastores, wel bij de les. Want als het erop aankomt, heeft de pastor geen andere taak dan de schapen van de kudde te houden bij de Goede Herder. In eerste instantie niet altijd zo’n prettige ervaring voor de schapen wanneer zo’n herdershond rondjes rent om de kudde. We zitten daarmee dicht bij het ‘vermanen’ in het pastoraat. Bepaald geen gemakkelijke taak. Laat het mogen zijn: gedrongen door de liefde van Christus en wetend hoezeer de Heere te vrezen is.
Maar dan ook herder. Nooit in plaats van Hem, wel in Naam van Hem. Petrus werd op drievoudige wijze door de verhoogde Christus in het herdersambt gesteld om de schapen te voeden met en te leiden in de grazige weiden van het Woord. Met een liefdevol oog en open oor.
Al is oprechte interesse in de alledaagse bezigheden van gemeenteleden nodig, als pastor kom ik niet voor de gezelligheid. Dat moet de gemeente weten, maar dat mag en moet ook de praktijk van het pastorale bezoek stempelen. In dienst van de Goede Herder ben ik als beginnend pastor ten diepste aan Hem alleen verantwoording schuldig. Het is Gods genade om – met alle tekorten – achter de grote Opdrachtgever te mogen wegschuilen in het besef: ‘Onze bekwaamheid is uit God’ (2 Kor. 3:5).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Werken als pastor

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's