Benjamins dubbelheid
Zonen van Jakob [12, slot]
Benjamin is een kind van vele gedachten. Iedereen kent zijn naam: de benjamin is de jongste. Maar deze zoon van Jakob heet behalve Benjamin ook Benoni. Benjamin staat voor ‘Zoon van mijn zegen’, Benoni is ‘Zoon van mijn verdriet’.
Moeders krachten stromen weg als hij wordt geboren; ze sterft. Op de valreep noemt ze het kind naar haar tranen: ‘Zoon van mijn verdriet.’ Want is het niet verdrietig? Ze denkt: Wie zal hem leren lopen? Jakob kan zijn jongste nooit aankijken zonder te denken aan haar, die bij haar leven de vreugde van zijn hart is en na haar sterven zijn grootste verdriet.
Maar terwijl Rachel zegt: ‘Benoni’, zegt Jakob: ‘Nee, Benjamin!’ En hij drukt zijn hoop ermee uit. Maar die twee namen geven wel iets aan van het dubbele waaronder het kind zelf en zijn vader leven.
Niet zo lief
Wie aan Benjamin komt, komt aan Rachel. De broers zouden wel bruut zijn als ze niet van hem zouden houden. Maar er gaat ergens wat fout. Een man die zijn moeder vroeg had verloren, zei eens: ‘Ik kan eigenlijk niet echt iets warms zeggen, want dat leerden wij vroeger thuis niet.’ Het is moeilijk om een kind te geven wat het moet hebben als er geen moeder meer is. Er is geen echte uitwisseling van geven en nemen meer. Een oppasoma zei: ‘Ik vind het fijn als ze komen, maar grootbrengen kun je ze op mijn leeftijd niet meer.’ Daar ben je dan te teer voor.
Een kind zonder eigen moeder kan een verlegen kind worden, maar het kan zich ook ontpoppen als een vals kind. Valsheid is de wraak van de zwakke. Benjamin heet de liefste, maar dat is hij niet echt. Hij is een wolf, die van geen ophouden weet als hij eenmaal bloed geproefd heeft: ‘Benjamin zal als een wolf verscheuren; ’s morgens zal hij roof eten en ’s avonds zal hij buit uitdelen’, zegt zijn vader op zijn sterfbed.
De bekende koning Saul, een Benjaminiet, was eerst net als David de publiekslieveling. Maar hoe onbarmhartig heeft hij David later nagezeten. Zijn naamgenoot Saulus heeft de gemeente boosaardig vervolgd. Dat wrede en dubbele, zit dat ook in ons? Ja, dat zit ook in ons. Dat komt door de zonde. Niemand is zo lief als hij eruit ziet en als waar de mensen hem voor houden.
Laagste trede
Benjamin heeft dat dubbele zowel van Jakob als van Rachel. Ook bij Rachel zit het er in. Ze verbergt onder haar zadel een beeldje van haar god van vroeger. Je ziet de god van haar oude leven niet, maar hij is er toch wel. Welke god zit er bij ons altijd nog verborgen? Wat heb ik weggestopt? Die weggestopte god maakt mijn leven vlak en ongelukkig. Dit is een groot verdriet voor Jakob geweest.
Er klinkt ook een zegen: ‘Maar des avonds zal hij buit uitdelen’. Dan is er wel wat gebeurd. Dan is Benjamin toch ook weer Benoni geworden. ‘God, ik ben zo vriendelijk niet. U weet het wrede van mijn hart wel. Ik weet van geen ophouden waar het de zonde betreft, net als een verwend jongste kind. Ik ben er niet vanaf te krijgen als U me er niet vanaf brengt’. Ik bid dat Benjamin zich diep buigt voor Juda, dat is Jezus. En dat wij alleen in Christus roemen. Saulus had dat ook geleerd. En ten slotte mag hij blij in Christus roemen: ‘Ik heb meer gearbeid dan zij allen’ (zie 1 Kor. 15:10).
In het nieuwe Jeruzalem zal er geen zonde of wrevel of iets dubbels meer zijn. Jezus zegt tot wie met berouw tot Hem komt: ‘Je heet geen Benoni, je heet Benjamin!’ En hij zal, als het lieve, jongste kind, aan de laagste trede van de troon spelen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 augustus 2009
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 augustus 2009
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's