Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Seksualiteit en gezinsvorming

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Seksualiteit en gezinsvorming

Het huwelijk [3, slot]

7 minuten leestijd

Onze tijd vraagt om een duidelijke doordenking van onze omgang met seksualiteit. De christelijke gemeente heeft hierover zeker naar jongeren een boodschap te brengen, vanuit het Woord.

Het is niet nieuw als we stellen dat de seksualiteit losgekoppeld is geraakt van een (blijvende) relatie van trouw, algehele overgave en zorgzaamheid voor elkaar. Het is veelal gedegradeerd tot een op zichzelf gerichte lustbeleving, in plaats van een genieten van en met elkaar. Als christelijke gemeente belijden we dat God de Schepper is van de seksualiteit. Dat is het uitgangspunt. Hij maakte de mens naar Zijn beeld, mannelijk en vrouwelijk. En wel zo, dat twee mensen een konden worden. Bij uitstek in de relatie man-vrouw mag de mens beelddrager van God zijn. In het lied aan het einde van Genesis 2 proef je iets van de vreugde die Adam en Eva aan elkaar beleefden.
Maar hoe dan? Het is duidelijk dat God aan de seksualiteit een bepaalde orde gesteld heeft. Niet zoals bij de dieren, waar het instinct leidend is. God heeft haar geplaatst in een persoonlijke relatie tussen één man en één vrouw, die voor eens en altijd aan elkaar verbonden zijn, die een totale gemeenschap vormen op alle levensgebieden.
Genesis 2:24 meldt de door God bedoelde orde: ‘Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten, zijn vrouw aankleven en zij zullen tot een vlees zijn.’ En Christus voegt daar later nog aan toe: ‘Wat God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.’ Voorwaarden dus. Deze drie zaken horen altijd bij elkaar.

Geen onderonsje
Het eerste, je vader en moeder verlaten, betekent dat je de oude relaties – zoals ouder-kind, je vrijgezellenleven, je studentenhuis – achter je laat en je in de eerste plaats helpers voor elkaar wordt. Je huwelijksrelatie is de allerbelangrijkste geworden. Dit vraagt om duidelijkheid in de relaties naar iedereen. Daarom gaat aan de eenwording een openbare plechtigheid vooraf, om de nieuwe situatie duidelijk te maken en vast te leggen. Geen onderonsje bij de notaris dus. Het is een mooie symboliek wanneer de vader zijn dochter publiekelijk aan haar man afstaat.
Op tal van andere plaatsen in de Bijbel kom je de noodzaak van de publieke huwelijkssluiting tegen (zie Gen.29:22, 23, Gen.34 (Dina), Deut.22:22 t/m30, Ruth 4, Lukas 1 (Jozef en Maria)).
Het elkaar aanhangen of aankleven, het tweede element in Genesis 2, geeft een sterke verbintenis aan. Het is een verbintenis voor altijd. Een ‘uitproberen’ – vaak de gedachte achter samenwonen – is er niet bij.

Als geen ander
Alleen zo kan het werkelijk komen tot het derde onderdeel van de relatie: het één vlees zijn, dat zowel in geestelijk als lichamelijk opzicht geldt. Het één vlees zijn verwijst naar de meest hechte relatie die een persoon (man) met een ander (vrouw) kan ontwikkelen, met die ander die je als geen ander kent. De Bijbel spreekt in dit verband vaak van bekennen – een mooie benaming met een diepe betekenis. Zo krijgt de seksualiteit haar juiste betekenis, en kan ze verder uitgroeien en ontwikkelen.
Waar die relatie uit het oog wordt verloren, wordt de seksualiteit verlaagd tot pure lustbeleving en ontdoe je de mens van zijn waardigheid. Een mens is – in tegenstelling tot het dier – lichaam en geest. Wanneer je de ander alleen maar ziet en gebruikt als lichaam, ontdoe je elkaar van het mens-zijn. Dit werkt op termijn negatief, egoïstisch en beschadigend.

Leren
Geplaatst in dit kader is de seksualiteit een middel om de eenheid te beleven en om je liefde voor die ene te betuigen, met wie je alles wilt delen, tot en met je lichaam. Het is een unieke manier van communiceren.
Zoals je het gewone omgaan met elkaar moet leren, zo ook hier. In onze cultuur begint dit tijdens je verkeringstijd. Op het gebied van de seksualiteit zijn er nogal eens verkeerde verwachtingen, die tot teleurstellingen en spanningen leiden. Van belang is te weten dat de lichamelijke beleving van de man en de vrouw verschillend verloopt. Enige kennis kan op zijn plaats zijn, vanuit goede literatuur of gesprekken met anderen.
Wij worden allemaal beïnvloed door het klimaat waarin we leven.

Deze serie is terug te lezen op www.gereformeerdebond.nl (De Waarheidsvriend > al verschenen series).

‘Seks’ lijkt pas echt geslaagd wanneer we het hoogste genot bereiken. Maar gemeenschap hebben (is dit geen veel betere benaming? ) is in de eerste plaats het feest van de eenwording, het vieren dat je bij elkaar hoort, waarbij het kan uitlopen op een hoogtepunt. Beschouw je het zo, dan verlost je dat van een veel voorkomende kramp in je denken en gedrag en blijf je op de ander gericht.
Wanneer je nog verkering hebt, is het belangrijk dat je eerlijk met elkaar omgaat, je verlangens uitspreekt. Het is goed niet te lang met trouwen te wachten. Dan maar met minder middelen, maar wel naar Gods bedoeling. Hebben ouders en gemeente voldoende oog hiervoor, om hierin te helpen?

Kinderzegen
Aan de seksualiteit is ook de kinderzegen verbonden. Door de vele anticonceptiemiddelen – waar we nog maar sinds vijftig jaar over beschikken – wordt dit niet meer zo ervaren, maar helemaal losgekoppeld. Het denken hierover is de laatste jaren ook binnen de christelijke gemeente veranderd.
Lezend in het Woord zie je dat het krijgen van kinderen een grote zegen van God is. Denk bijvoorbeeld aan Psalm 127 en 128. Ook in het Nieuwe Testament krijgt het krijgen van kinderen een positief label (1 Tim. 2:15). Het begint al in Genesis 1:28: ‘God zegende hen en God zei tot hen: Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt.’ Het is een gave, gekoppeld aan de seksualiteit en daarmee aan het huwelijk. Tegelijkertijd is het een opdracht. Genesis 1:28 gaat verder: ‘… en vervult de aarde en onderwerpt haar’.
De vruchtbaarheid wordt in direct verband gebracht met onze zogenaamde cultuuropdracht. Deze zegen, die tegelijk opdracht is, trekt de lijn naar de toekomst. En de christelijke gemeente mag daarbij het krijgen van kinderen plaatsen in het licht van het Koninkrijk, ziende op Gods verbond, op Zijn beloften, ook wat betreft de toekomst. Daarom kun je het wagen.

Antwoord
Twee aspecten dus: zegen en opdracht. Hoe staan wij hierin als mens? Hoe geven wij antwoord op deze gave, die tegelijk opgave is? Wij zijn, zoals in alle dingen, verantwoordelijke mensen, antwoord gevend aan God. Hoe mag en moet je dan met de vruchtbaarheid omgaan? Is het een kwestie van ‘de natuur zijn gang laten gaan’? Zoals we met de aarde verantwoord hebben om te gaan, zo ook met onze vruchtbaarheid. Welke factoren moeten en mogen dan meespelen? Psychische, sociale, lichamelijke, financiële factoren? Trouwen en voorlopig geen kinderen?
Elk echtpaar stelt hopelijk deze vragen en stelt daarbij niet het eigenbelang en gemak voorop, maar doet dat met als grondtoon: ‘Heere, wat wilt u dat wij doen zullen?’, beseffend dat we hier te maken hebben met een zegen en een opgave.

Meer bewust
Het maakt dan in principe niet uit welke methode een echtpaar gebruikt, uitgezonderd de middelen waarbij wel een bevruchting optreedt, maar de innesteling na zeven tot tien dagen onmogelijk wordt gemaakt, zoals het koperspiraaltje, de minipil en morning afterpil.
Aandacht wil ik vragen voor de zogenaamde natuurlijke vruchtbaarheidsbeheersing, waarbij de vrouw let op allerlei lichamelijke symptomen tijdens de menstruele cyclus om zo haar vruchtbare dagen te bepalen. Hierbij blijft een echtpaar zich meer bewust van de koppeling tussen seksualiteit en kinderzegen. Man en vrouw zijn er bovendien beiden bij betrokken, en het zal veelal bijdragen aan een verdieping van de onderlinge (seksuele) relatie.
Het let nauw hoe we met onze seksualiteit en de daaraan gekoppelde kinderzegen omgaan. Wie niet op zichzelf gericht is, maar gaat in Gods weg, mag zegen verwachten (Ps.25:12, 13).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Seksualiteit en gezinsvorming

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's