Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk doet doop niet over

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk doet doop niet over

Impressie van de protestantse synode [2, slot]

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De doop is en blijft in de Protestantse Kerk eenmalig. Dat besloot de synode. Tegelijk schiep ze voorzichtig ruimte voor mensen die – na een periode los van de kerk – hun doop willen gedenken.

Het gebeurt nogal eens dat een thema in de synode niet in één keer besproken kan worden en het direct tot besluitvorming komt. De positie van predikant en kerkelijk werker vraagt al jaren aandacht, over de taak van de synode zich over seksualiteit uit te spreken blijven de meningen verschillen, de nota over het studentenpastoraat vroeg twee keer de aandacht – en zo sprak de synode in haar novembervergadering opnieuw over doopgedachtenis.

Eenmalige handeling
In september vorig jaar lag de notitie Doop, doopgedachtenis en doopvernieuwing op tafel. Van doopvernieuwing wilde de synode toen niet weten. De nu besproken nota stelt daarom zonder meer dat de doop een eenmalige handeling is, dat er in de Protestantse Kerk geen ruimte voor een tweede doop komt. Ondanks deze heldere positie blijft echter de vraag staan van hen die verlangen naar een pastorale ervaring van het heil, die ‘het contact met hun (kinder)doop kwijt geraakt zijn’. Kan vanuit pastorale motieven aan deze mensen iets worden aangeboden, bijvoorbeeld door hen bij de doopvont in aanraking met het water te brengen? Ja, meent de één, want als het unieke en de betekenis van de kinderdoop blijven staan, mag er aan mensen een ritueel geboden worden waardoor ze hun doop gaan gedenken.
Nee, zegt de ander, want de kerk zet zo de deur op een kier voor de overdoop en probeert onder de naam doopgedachtenis de doopvernieuwing binnen te halen.
Ja, zegt ook scriba dr. A.J. Plaisier, als we maar waken voor wildgroei.

Muur van onvermogen
Oud. mevr. S. Hiebsch (lutherse synode) hoorde bij de nee-zeggers, want ‘bij doopvernieuwing markeert de mens zijn eigen hervonden trouw. We lopen dan tegen een muur van menselijk onvermogen op, zoals Luther deed totdat hij troost vond in het objectieve heil van God.’
Ds. J.C. Oosterwijk (classis Heerenveen) deelde haar visie niet. ‘Je kunt in de nota een hellend vlak naar de overdoop zien, een toegeven aan de belevingscultuur, maar in de synode moet je niet jagen op spoken.’
Ds. G. van Meijeren (lid van de Generale Raad van Advies) meende dat de nota een principieel en afgewogen geluid laat horen. ‘Onderschat de pastorale vragen niet.’
Dr. P.J. Visser (voorzitter van de Raad van advies voor het gereformeerd belijden) wees op het duurzame cq. eeuwige karakter van het verbond, waarin de trouw van God wordt gerealiseerd. ‘Als zodanig is de doop in haar essentie en intentie juist berekend op hen die lang en ver van huis waren.’
Ds. A. van Lingen (classis Alblasserdam) zei dat het gaat om een gelovig overdenken van de doop. ‘Dan is catechese belangrijker dan een ritueel.’
Diaken H.C. Tjallings (classis Franeker) pleitte voor zalving, zoals Samuel Saul zalfde. ‘In Harlingen hebben we er positieve ervaringen mee.’
Oud. mevr. M.F. Lichtenbelt (classis Zwolle) vertelde dat haar dochter een doopvernieuwing onderging, ‘wat voor mij als moeder een soort afwijzing was van het haar als ouders ten doop houden.’
Diaken C.G. Elings (classis Ede) onderstreepte de eenmaligheid van de doop en pleitte voor grote terughoudendheid naar herintreders.
Oud.-kerkrentmeester J.P. Karstens (classis Leiden) wilde in de liturgie aan laten geven dat het bij doopgedachtenis gaat om de beleving van een door God gegeven teken.

De grenzen bereikt
Uiteindelijk werd de nota Uitgangspunten voor doopgedachtenis door de synode aanvaard. Waarom? Omdat de (kinder)doop als centraal voor het belijden van de kerk en de inrichting van het gemeentelijk leven werd onderstreept. Omdat dr. A.J. Plaisier aangaf dat de kerk niet met overdoop bezig zal zijn en dat met de ruimte voor een doopgedachtenis de grenzen bereikt zijn van wat de kerk vanuit haar traditie kan doen.
De dienstenorganisatie van de kerk zal daarom de in de synode geuite gevaren overwegen en vervolgens komen tot liturgische handreikingen voor de gemeenten die behulpzaam kunnen zijn bij een doopgedachtenis.

Kerk-overheid
Ruime tijd besteedde de synode aan het gesprek over de positie van de kerk in een democratische rechtstaat. De reden ervan lag in de huidige discussie over de plaats van godsdienst in het openbare leven, over de scheiding van kerk en staat. Het is te waarderen dat in de nota het theocratisch motief voor het voetlicht komt. ‘De kerk is er ook vandaag van overtuigd dat de samenleving er slechts bij gebaat kan zijn wanneer regering en parlement zich in wetgeving en bestuur richten naar normen die de kerk herkent vanuit Gods beloften en geboden.’
De nota erkent ook dat met de scheiding van kerk en staat niet alles gezegd is, want dit betekent niet ‘dat de overheid altijd op grote afstand moet blijven als het gaat om religie en levensbeschouwing’.
In de discussie was de meest opvallende stem die van ds. A.A.S. ten Kate (classis West-Brabant), wiens woorden het hart van de als gast aanwezige SGP-leider B.J. van der Vlies vast sneller hebben doen kloppen. ‘In mijn beleving van het calvinisme moet de theocratie centraal staan. Laten we de liberale tijdgeest niet tot de onze maken en in een tijd van populisme niet zeggen dat theocratie niet kan. Bijbels gezien kun je niet heen om het bevorderen van de theocratie.’
Ds. Ten Kate vroeg het begrip gerechtigheid in de nota een grotere plaats te laten hebben.
Ds. L. Plug (classis Gouda) vroeg naar de juiste uitleg van artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.
Diaken P. van Poelgeest (classis Rotterdam) laakte de koudwatervrees om als kerk te spreken. Hij wees op de bijbelse notie dat de overheid gebonden is aan het doen van recht en gerechtigheid. Na dit gesprek aanvaardde de synode deze nota, die handreikingen biedt voor het gesprek in de gemeente over een actueel thema, in de geschiedenis van het gereformeerd protestantisme als een belangrijke zaak beschouwd.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Kerk doet doop niet over

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 2009

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's