Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vergeving en genezing

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vergeving en genezing

Lukas 5:17-26

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus is geen wonderdokter. Lezend in Lukas vanaf hoofdstuk 1, zou je het wel kunnen denken. Hij geneest een bezetene en een melaatse en geeft veel vis in het net. Toch wil Hij meer geven. In hoofdstuk 5 schenkt Hij vergeving én genezing.

Ik zeg u, sta op, en neem uw beddeken op, en ga heen naar uw huis.

J ezus is in een huis te Kapernaüm. Het is vol. Wie zien we er? Farizeeën en leraars der Wet. Ze zijn superkritisch, gekomen om Hem te betrappen op wetsovertreding. De schare is er, om Jezus te horen en zich te laten genezen. En verder? ‘De kracht van God om hen te genezen.’ En daar komen nog vier mannen. Op een bed dragen ze een verlamde vriend. Ze brengen hem bij Jezus. Dit is ware vriendschap: de ander bij Jezus brengen.

Maar hoe die vier mannen ook zoeken, er is geen doorkomen aan. Ze geven niet op, want ze zoeken bij Jezus te komen door het geloof. Dan het dak op, via de buitentrap naar boven. Het geloof vindt altijd een weg om bij Jezus te komen. Daar zorgt de Heilige Geest voor. Boven gekomen breken ze het dak open.

Zonden eerst

Door de opening laten ze hun vriend zakken voor Jezus voeten. Daar ligt de verlamde. Vanaf de grond kijken twee ogen en vanaf het dak acht ogen in geloofsvertrouwen op Jezus. Hij ziet hun geloof. Aan de vrucht, aan hun liefde voor elkaar en het vertrouwen op Hem. Hij ziet het in hun hart, waarin Hijzelf het geloof gaf. Jezus zegt tot de man: ‘Mens, uw zonden zijn u vergeven.’

Maar daar brachten ze hem niet voor. Toch vergeeft de Heere eerst de zonden van de verlamde. Hij neemt de oorzaak van de ziekte weg. Daarvoor hoeft hij niet extra zwaar gezondigd te hebben. Als dat zo was, zouden we nu allemaal ziek zijn. Ziekte is een gevolg van de zonde in het paradijs. Daar kwam de ziekte in de wereld. Ziekte wijst naar de grootste nood, de zonde.

Wij allen komen in aanraking met ziekte, verdriet en gebrokenheid. Bracht die nood ons bij de bron van het leed, de zonde? Vergeving van zonden is het eerste wat wij nodig hebben. Welgelukzalig is de mens wiens zonde vergeven is. En ook het tegendeel is waar: rampzalig is wie in zijn onvergeven zonden sterft.

Sneeuwwit

Jezus doet de zonde van de man weg. Daar ligt hij, verlamd maar gelukkig door de vrede met God. Vergeving van zonden en vrede met God is het allerhoogst geluk. Heerlijk als we mogen weten dat de zonden ons vergeven zijn. Godlof. Is iemand van die vergeving niet zeker? Hoor dan naar de Vader: ‘Ik gaf Jezus als Redder. Ik geef u verlof om tot Hem te gaan. Hij wil u redden.’ Ja, er is niemand die ons liever heeft dan Jezus. Hij kan en wil redden door Zijn bloed. Hij alleen en Hij volkomen. Wij staan als zwarte en schuldige zondaars voor de heilige God. Laten wij Hem dat belijden. Toch zegt die God ons: ‘Al waren uw zonden als scharlaken, zo donker, zij zullen wit worden als sneeuw. Al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol.’

Hoe dat kan? Door het bloed van Jezus. De Geest neemt dit kostbaar bloed en wast de zonde ermee weg, tot in de verste uithoeken van ons geweten. Vrede met God en vreugde is ons deel.

Vitten

Die vergeving schenkt Jezus de verlamde. De farizeeën en leraars der wet zijn het er niet mee eens. Ze beschuldigen Jezus van Godslastering. Hoe durft Hij dit te doen? Zonde vergeven is Gods werk.

Zo vitten ze zachtjes. Jezus weet wat in hun hart leeft. Daarom geneest Hij de verlamde ook. Hij laat ermee zien dat Hij de Zoon des mensen én de Zoon van God is, die op aarde de zonde kan en mag vergeven. Daarom zegt Hij: ‘Sta op en wandel.’ De verlamde, die door het dak naar beneden werd gelaten, gaat op eigen benen door de deur naar buiten. Jezus schenkt vergeving én genezing. Soms zit iemand ermee: ‘Ik kreeg van de Heere vergeving, maar tot op heden geen genezing.’ Dat is moeilijk. In deze geschiedenis zien we dat de verlamde niet tegelijkertijd vergeving en genezing ontvangt. Soms krijgen we op aarde geen genezing. Ziekte is dan een kruis. De Heere laat het dragen om ons te louteren in het leven met Hem. Hij geeft wel kracht om te dragen.

Toch blijft voor Gods kinderen de belofte van de genezing waar. Straks zijn we volkomen genezen. In Gods heerlijkheid zal niemand zeggen: ‘Ik ben ziek.’ Daar zal in vervulling gaan wat we zingen in Psalm 68:

Maar ’t vrome volk, in U verheugd, Zal huppelen van zielenvreugd, Daar zij hun wens verkrijgen; Hun blijdschap zal dan, onbepaald, Door ’t licht dat van Zijn aanzicht straalt,

ten hoogsten toppunt stijgen.

J. Prins

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Vergeving en genezing

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's