Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKINGEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Rein Brouwer Geloven in gemeenschap. Het verhaal van een protestantse geloofsgemeenschap. Uitg. Kok, Kampen; 544 blz.; € 34, 90.L.J. van Valen Geworteld in Zijn liefde. Leven en werk van Andrew Murray. Uitg. De Banier, Apeldoorn; 419 blz.; € 19, 90.

Rein Brouwer Geloven in gemeenschap. Het verhaal van een protestantse geloofsgemeenschap. Uitg. Kok, Kampen; 544 blz.; € 34, 90.

Dit lijvige boek van dr. Rein Brouwer, docent praktische theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit, deed na verschijnen flink wat stof opwaaien. Brouwer beschrijft uitgebreid het reilen en zeilen van de Amersfoortse wijkge-

meente De Brug. Gedurende langere tijd nam hij actief deel aan het gemeenteleven en kreeg hij ook toegang tot kerkenraadsvergaderingen en -verslagen. Verder hield hij interviews met de toenmalige voorganger dr. A.J. Plaisier.

Na verschijning nam de kerkenraad afstand van de werkwijze van Brouwer. De anonimiteit van hoofdrolspelers is in het boek onvoldoende gewaarborgd, de kerkenraad heeft kritiek op de manier waarop de predikant door de onderzoeker wordt beoordeeld en neemt afstand van de conclusie dat het begrip ‘gemeenschap’ in De Brug vooral binnenkerkelijk wordt ingevuld.

Waar gaat het boek van Brouwer over? De auteur wil onderzoek doen naar het functioneren van ‘gemeenschap’ (het bijbelse koinonia) in de praktijk van een lokale gemeente. Concrete mensen vormen een geloofsgemeenschap (intern) en verhouden zich al of niet tot hun sociale omgeving (extern). Hoe werkt dat in de praktijk? In hoeverre investeert de geloofsgemeenschap van De Brug ook in sociaal kapitaal in haar eigen context? Over deze vragen gaat dit boek.

De auteur heeft zijn studie breed opgezet. In zijn aanpak vertoont hij een hang naar volledigheid die het boek te omvangrijk maakt. Het eerste en derde deel bevat veel wetenschappelijk jargon voor praktisch-theologische intimi. Het tweede deel van het boek geeft een gedetailleerde beschrijving van de gemeentepraktijk in wijkgemeente De Brug. Brouwer heeft zijn onderzoek verricht als een waarnemer die zelf deelnemer is. Deze ‘participerende observatie’ ontleent hij aan de culturele antropologie. Enerzijds is de onderzoeker nauw betrokken, tegelijk is er de afstand die noodzakelijk is voor een wetenschappelijke blik. De vraag is of Brouwer hierin is geslaagd. De beschrijving van wat zich in de Brug afspeelt in vergaderingen en erediensten, tijdens de Alphacursus en op gemeenteavonden, wordt door hem voorzien van allerlei commentaar. De auteur heeft contact met gemeenteleden en laat ook zijn eigen hart spreken.

Zo’n aanpak maakt weliswaar inzichtelijk hoe de schrijver er zelf ‘inzit’, maar hierdoor wordt de beschrijving van wat wordt waargenomen meer gekleurd dan nodig is. In deel 3 legt Brouwer zijn methodische kaarten op tafel en daar houdt hij ook de mogelijkheid open dat zijn evaluatie van de Brug als gemeenschap gekleurd is door zijn ecclesiologische vooroordeel. Verder stelt hij dat het onthullen van de naam van de onderzoeksgemeente alleen gevolgen heeft voor de identiteit van de predikanten aldaar, die nu immers ook bekend is. Voor het overige is de anonimiteit gewaarborgd, meent Brouwer. Dat lijkt me eerlijk gezegd een wel zeer argeloze insteek.

Wanneer de vraag naar de zorg voor anonimiteit buiten beschouwing blijft, blijft er een ander punt over. In het eerste deel van dit boek definieert Brouwer het begrip ‘gemeenschap’. Vervolgens wordt de praktijk van De Brug aan die opvatting over gemeenschap gemeten en als onvoldoende beoordeeld. Ik kan me indenken dat het vooral op dat punt schuurt in Amersfoort. Op zijn minst had de Bruggemeente aan het slot van dit boek de ruimte moeten krijgen voor een reactie op deze conclusie. Dat had wellicht veel kou uit de lucht gehaald; het had het boek ook spannender gemaakt.

Het is jammer dat het rumoer om dit boek nu afleidt van het belangrijkste. Brouwer geeft namelijk een boeiend en leerzaam beeld van een doorsnee protestantse wijkgemeente. Via allerlei invalshoeken laat hij zien hoe gemeenschap functioneert en hoe en waarom het in die gemeenschap soms wringt.

Voor veel kerkenraden en gemeenten kan de beschreven praktijk zo heel goed als een spiegel fungeren. Veel vragen en verschijnselen in de gemeente die Brouwer beschrijft zijn herkenbaar. Ik denk bijvoorbeeld aan de liturgie die in de onderzoeksgemeente steeds meer een mengeling wordt van confessionele hervormde elementen en evangelische invloeden. Een tendens die op steeds meer plaatsen zichtbaar is. Gaat het hier om een geslaagd voorbeeld van gemeenschap of is het meer een verlegenheidsoplossing? De kerkenraad en de predikant van De Brug verdienen lof dat zij zich zo kwetsbaar en open hebben opgesteld voor dit onderzoek, dat ten diepste een stimulans wil zijn voor versterking van gemeenschap. Hopelijk ontstaat er ook een nieuwe gemeenschap tussen de auteur en zijn wijkkerk.

G. van Meijeren, Dirksland

L.J. van Valen Geworteld in Zijn liefde. Leven en werk van Andrew Murray. Uitg. De Banier, Apeldoorn; 419 blz.; € 19, 90.

Na een aantal biografieën over bekende geestelijke leiders in de Angelsaksische wereld, heeft de historicus L.J. van Valen een biografie over Andrew Murray (1828-1917) geschreven. Murray is in de negentiende eeuw vooral van grote betekenis geweest

voor de zending en evangelisatie in zijn geboorteland Zuid-Afrika. Zijn geschriften en publicaties zijn echter ook wereldwijd bekend geworden, met name vanwege zijn visie op de levensheiliging. Murray’s invloed is breed geweest. Zowel dr. J.H. Gunning (1858-1940) als Johan Maasbach (1918-1997) hebben bijgedragen aan de verbreiding van zijn gedachtegoed. Dat maakt, volgens Van Valen, het schrijven van een biografie niet eenvoudig, omdat hij eenvoudigweg niet in een hokje te plaatsen is. Het boek zoekt dan ook naar een totaalbeeld van Murray.

Veel aandacht wordt besteed aan zijn eigen geestelijke ontwikkeling, die geleid heeft tot zijn uitgesproken visie op de heiliging en vernieuwing van het leven. In zijn eigen studententijd, onder andere in Schotland en Nederland, was hij in aanraking gekomen met het Reveil, dat een geestelijke herleving beoogde van de gevestigde kerken en van het volksleven. Wat de Reveilbeweging in Europa nooit heeft kunnen bereiken, omdat de liberale theologie en het modernisme door de kerken niet echt werd bestreden, werd in Zuid-Afrika wel mogelijk. Dat maakt ook Murray’s leven en werken voor onze tijd zo actueel, waar meer dan ooit weer verlangen is naar een geestelijke opwekking.

Wat kunnen we van hem leren? Zijn er ook kritische kanttekeningen te plaatsen bij zijn theologie, zoals zijn soms eenzijdige kijk op het leven van de overwinning over de zonde? In het laatste hoofdstuk probeert de schrijver de theologische positie van Murray te definiëren. Zijn zinspreuk was: de Kerk moet terug naar Pinksteren. Hij meende dat de traditionele gereformeerde leer met het sterke accent op de genade en de eenzijdigheid van Gods werk in een mensenleven, de aandacht afleidde van de kracht van de beloften van God en het belang van een leven door de Geest. Het is dan ook niet vreemd dat Murray zich verwant wist met de puriteinse gedachte van de ‘tweede zegen’, als een bijzondere gave en persoonlijke vervulling met de Geest. Pinksteren is niet een eenmalige gebeurtenis geweest. Die doop met de Geest mag nog altijd verwacht worden op het gebed naar de volheid van de Geest van Christus. De nadruk op het heilig zijn in Christus en het belang van de geestelijke ervaring maakt in de werken van Murray de band tussen Geest en Woord losser. Geloof kan niet zonder ervaring, maar kan de ervaring zelf een gezonde basis kan zijn voor het geloofsleven en de geestelijke groei? Op dit punt begeeft hij zich op het grensvlak van het gereformeerd belijden.

‘Was dr. Andrew Murray dan een beginnend pentecostalist? Nee, hij was een met de Geest vervulde calvinist – alias een vastberaden christen’. Met dit citaat van dr. Nigel Lee geeft Van Valen een rake typering, waarmee deze studie veel stof voor verdere doordenking biedt. Geboeid heb ik kennisgenomen van deze heldere en mooi uitgegeven uitgave. Een compliment voor de schrijver. Het boek is een hart onder de riem voor wie naar de heiliging van het totale leven verlangt, waarin vooral ook God mag worden grootgemaakt.

G. Lustig, Nieuwerkerk aan den IJssel

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 2010

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 2010

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's