Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKINGEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. P.C. Oele Ware Wijsheid. Inleiding in de wereld van geloof en wijsbegeerte. Uitg. De Banier, Apeldoorn; 311 blz.; € 18, 90.Ds. J.M.D. de Heer De evangelische beweging. Uitg. Den Hertog, Houten; 196 blz.; € 15, 90.

Dr. P.C. Oele Ware Wijsheid. Inleiding in de wereld van geloof en wijsbegeerte. Uitg. De Banier, Apeldoorn; 311 blz.; € 18, 90.

Dit fraai uitgegeven boek is kennelijk de neerslag van het onderwijs dat dr. P.C. Oele

gaf aan de opleiding hbo-pedagogiek van Driestar Educatief te Gouda en de opleiding hbo-theologie van de cursus godsdienstonderwijs, uitgaande van de Gereformeerde Gemeenten. Dit bepaalt ook de opzet, structuur en teneur van deze uitgave.

Vaak is de docent aan het woord, soms een beetje belerend. Ondertussen is deze uitgave bedoeld als kennismaking met de filosofie. Zij wil laten zien dat de menselijke rede in dienst kan staan van het geloof, maar dat in veel gevallen de rede zich niet onderwerpt aan God en Zijn Woord. Heel veel informatie komt in een vrij kort bestek over de lezer heen. Dit maakt dat dit boek niet bepaald leest als een roman. Lezing van deze studie vraagt er eigenlijk voortdurend om een en ander op je te laten inwerken. Als naslagwerk kan het daarom ook goede diensten bewijzen.

De relatie geloof en rede is de rode draad door dit boek. De auteur neemt ons mee op een verkenningstocht door de geschiedenis van de westerse wijsbegeerte. Hoofdmomenten uit de filosofie, van de Grieken in de Oudheid tot en met de twintigste eeuw, worden in beknopte stijl weergegeven. Wijsheid is voor de Griek beschouwende en theoretische kennis. In de Bijbel daarentegen is wijsheid vooral van praktische aard.

Telkens wordt een schets gegeven van belangrijke vertegenwoordigers van denkrichtingen en de tijdsomstandigheden waarin ze leefden. Duidelijk laat Oele zien dat wijsbegeerte niet op zichzelf staat, maar dat zij berust op levensbeschouwelijke keuzes. Met name de christelijke wijsbegeerte probeert zin- en levensvragen te beantwoorden vanuit de Bijbel.

Aan het einde van de Middeleeuwen stonden theologie en filosofie niet meer naast, maar tegenover elkaar. Zelfs plaatste de filosofie zich boven de theologie. Dit betekende niet minder dan een trendbreuk. Het thomisme kan worden aangemerkt als de officiële wijsbegeerte van de Rooms-Katholieke Kerk.

Een nieuw breukvlak kondigde zich aan toen de Renaissance zich breed maakte als de eerste fase van de secularisatie van de Europese cultuur. Nadrukkelijk stelt de auteur dat Calvijn de theologie zuiverde van de wijsbegeerte en scholastieke speculaties. Ik vraag me af of dit helemaal waar is. Op zijn minst heeft hij er nog zo veel mogelijk gebruik van gemaakt.

Vervolgens rijst de indringende vraag hoe het mogelijk was dat de overwegend christelijke cultuur van West-Europa zo blijvend veranderde dat het atheïsme kon postvatten. Nadrukkelijk stelt Oele dat de filosofie het christelijk denken grote schade berokkende. Ik wilde wel dat hij ook had laten zien dat dit nog altijd gebeurt in de orthodoxie onder ons.

Leerzaam zijn de uitwijdingen over pogingen tot christelijke filosofie in Nederland met name bij Dooyeweerd en zijn wijsbegeerte der wetsidee. Deze staat antithetisch tegenover de immanente filosofie. Duidelijk laat Oele ook zien dat een wetenschappelijke theorie, zoals de evolutietheorie, nooit objectief te bewijzen is.

Helaas beschrijft de auteur alle voorbij komende filosofieën met eenzelfde vocabulaire, terwijl iedere filosofie toch vraagt om een eigen en een geëigende verwoording.

Wellicht is dit te veel gevraagd in dit kader, maar dat betekent wel dat de gehele uiteenzetting niet ontkomt aan een nog al saaie monotonie. Het pluralistische van diverse filosofieën dient ook literair uit de verf te komen. Dit vergemakkelijkt ook de keuze op de menukaart.

En dan nog wat. Soms is de auteur wat schoolmeesterachtig en in de overdracht van zijn lesmateriaal wat springerig naar vandaag. Ronduit ontluisterend voor het geheel vind ik zijn abrupte en voorspelbare stichtelijke toepassinkjes aan het einde, à la ‘Vreugdenhil’ in zijn bekende kinderbijbel.

Als hij stelt dat een en ander wordt bevestigd ‘door de bevinding van Gods kinderen’, als hij schrijft over ‘wrange vruchten die tot op vandaag merkbaar zijn’ en over ‘dwalingen waarmee een christen zich niet kan verenigen’, dan spreekt hij duidelijk de taal van de Gereformeerde Gemeenten. Begrijpelijk wellicht in een cursus godsdienstonderwijs binnen deze gemeenten, maar dan moeten auteur en uitgever niet pretenderen dat dit taalveld ook zonder meer duidelijk moet zijn onder alle gereformeerden in ons land.

Bovendien doen deze merkwaardige Vreugdenhiltoepassinkjes vreemd aan in een overigens strak en strikt volgehouden wetenschappelijk betoog. Dit neemt niet weg dat het boek over het geheel genomen in een vrij toegankelijke taal is geschreven voor iedereen die geïnteresseerd is in het thema geloof en rede, en in de verhouding tussen theologie en wijsbegeerte.

C.A. van der Sluijs, Veenendaal

Ds. J.M.D. de Heer De evangelische beweging. Uitg. Den Hertog, Houten; 196 blz.; € 15, 90.

De schrijver, predikant van de gereformeerde gemeente te Middelburg, woonde als kerkredacteur van het Reformatorisch Dagblad vele bijeenkomsten van de evangelische beweging bij en sprak met vele evangelische voorgangers. Zijn boek ontstond uit artikelen die hij in 2008 schreef in De Saambinder.

Op bijbelse gronden meent hij zeer kritisch tegenover de evangelische beweging te moeten staan. Zo heeft hij, terecht, fundamentele kritiek op de lijn van de Evangelische Omroep en de EO-jongerendagen, op bijeenkomsten als het Flevo Festival, de genezingsbijeenkomsten van Jan Zijlstra en de vele gemakkelijk leesbare lectuur die vanuit Amerika ons land binnenkomt. Aan de orde komen thema’s als de vrije wil, het spreken over God zonder besef van Zijn heiligheid, de onbijbelse opvatting dat God van alle mensen houdt, de dikwijls luchtige omgang met de Bijbel zonder veel diepgang, de charismatische inslag van de Alphacursus, kinder-

doop en overdoop, het missionaire van de evangelische beweging, waarbij hij kritiek heeft op heel wat vormen en op de boodschap van mensen als Willow Creek, Bill Hybels en de beweging New Wine. Een apart hoofdstuk wijdt hij aan muziek en de opwek-

kingsliederen (315 keer Hallelujah, in de Bijbel 28 keer). Ter sprake komen ook de Psalmen van nu, waarvan naar de mening van de schrijver de tekst lang niet altijd in overeenstemming is met de bijbeltekst en soms zelfs in strijd is met het geheel van Gods Woord.

Ik moet zeggen dat ik veel van wat de schrijver zegt deel. In 1987 schreef ik zelf een boek over de evangelische beweging, maar als ik dat weer zou schrijven, zou dat een stuk kritischer zijn. De evangelische beweging is immers, mede door invloed van de EO, de laatste decennia een heel stuk doorgeschoten. Dat is trouwens ook de kritiek van een aantal evangelische oudgedienden zelf.

Toch bevredigt het boek mij niet geheel. Het is namelijk heel sterk geschreven vanuit het theologische gedachtegoed van de Gereformeerde Gemeenten. Zoals er bij evangelischen een overaccentuering is van het aannemen van Jezus, is er in dit boek een overaccentuering van het stuk van de ellende en de doorleving daarvan en de vragen van de toe-eigening van het heil. Ook maakt de schrijver zich wel erg gemakkelijk van het zingen van gezangen af en is een aantal vormen die bij evangelischen gebruikelijk zijn bij hem al gauw verdacht. Ook moet een aantal gereformeerde bondsgemeenten, christelijk gereformeerde en vrijgemaakt gereformeerde kerken het nog wel eens ontgelden. Hoe denkt de schrijver zelf trouwens de vertaalslag te maken naar mensen in deze geseculariseerde tijd en naar jongeren die leven in een tijd van beeldcultuur? Hij maakt wel een aantal kritische opmerkingen naar leden van zijn eigen gemeenten toe, maar die betreffen niet het traditionalisme in die gemeenten zelf. Het is daarom de vraag of zijn boek mensen die met sympathie naar de evangelische beweging kijken, zal overtuigen. Dat is jammer, want het is de moeite waard van veel van wat hij schrijft grondig kennis te nemen.

H. Veldhuizen, Wapenveld

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 maart 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 maart 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's