Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gespitst op bekering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gespitst op bekering

Spurgeon voor vandaag [3: zijn verbondsmatigheid]

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In zijn visie op het sacrament van de heilige doop is er bij Spurgeon een markant verschil met het calvinisme. Als baptist verwerpt hij de kinderdoop, wat betekent dat het verbond der genade bij hem versmalt tot de uitverkorenen.

D e leer van het verbond der genade brengt Calvijn juist bij de kinderdoop. Deze doop is teken en zegel van Gods verbond en niet het antwoord van de wedergeboren mens op de roeping van God. Het is dan ook hier en zo dat Calvijn de mens ten volle verantwoordelijk stelt voor het aangezicht van God.

Het baptisme legt de waarde van de doop in de daad van gehoorzaamheid van de mens. Dit breukvlak tussen calvinisme en baptisme is niet gering, want hiermee staat Spurgeon in feite op een hypercalvinistisch standpunt. De verkondiging geschiedt bij hem binnen de ‘ruimte’ van de wereld.

Hij belijdt dat God de wereld alzo lief heeft gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren zou gaan, maar het eeuwige leven zou hebben en dat iemand daarom gedoopt behoort te worden áls hij dit gelooft.

Eer van God voorop

Voor Spurgeon betekent calvinisme in de eerste plaats dat het in alles en allen moet gaan om de eer van God. Ten aanzien van deze kernnotie van de Institutie stemt Spurgeon volledig overeen met Calvijn. Daarom benadrukt hij de soevereiniteit van de genade. Krachtig leert hij de onmacht en de nietigheid van de mens in het licht van Gods soevereiniteit. Hij weet dat hij daarmee in de geest van de Reformatie tegen de geest van zijn tijd ingaat.

Net als Calvijn verwerpt Spurgeon de ratio (verstand) en de logica als de allesbepalende factoren om de theologische waarheid van de Bijbel te definiëren. Hij houdt ten volle de verantwoordelijkheid staande het evangelie te geloven én de onbekwaamheid daartoe vanwege de zonde. Dit spanningsveld verstandelijk doorzichtig te maken acht hij onmogelijk en iedere poging daartoe ongeoorloofd.

Christocentrisch

Spurgeon preekt niettegenstaande zijn geloof in Gods soevereiniteit zeer christocentrisch. Dit is mede het geheim van de zegen op zijn prediking. Deze prediking is zijn lust en zijn leven. Volgens hem werkt ze als een magneet, waardoor Christus de zijnen tot zich trekt. Daarom moet Christus in iedere preek aanwezig zijn. Want Christus is de eigenlijke inhoud van de gehele theologie.

Vanuit deze Christusprediking geeft Spurgeon plaats aan de prediking van de verdorvenheid van de mens, de roeping, de uitverkiezing, de verzoening, de soevereiniteit van God, de rechtvaardiging, de heiliging, de volharding en de verheerlijking. Deze orde is bij Spurgeon de eigenlijke orde van het heil in de actuele bediening van het Woord van God.

Pragmatisch

Spurgeons verbondsmatigheid is in hoge mate gericht op de praktijk der godzaligheid dan wel de praktische heiliging van het leven. Als de contouren daarvan zich bij iemand aftekenen gaat hij over tot de bediening van de doop door onderdompeling. Dit betekent dat zijn prediking sterk is toegesneden en toegespitst op de bekering als een allesbepalend moment in het leven van de gelovige.

Zonder bekering immers geen verbond met God. En dan te bedenken dat hij tijdens zijn ambtsbediening in de Metropolitan Tabernacle te Londen 14691 mensen doopt! Daarbij vraagt hij de kandidaat dopeling wat hij denkt te gaan doen ter bevordering van het Koninkrijk van God. Blijkt hij later niets te doen voor God, dan zal Spurgeon moeten vaststellen dat hij blijkbaar een ‘miskoop’ heeft gedaan.

Leermoment

Wat kunnen hervormd-gereformeerden anno 2010 leren van Spurgeons verbondsmatigheid? Dit: de doop van onze kinderen krachtens het verbond der genade dient van jongs af in de prediking, nog sterker dan bij het baptisme, te worden gemarkeerd door het besef van verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid die zich ten diepste en ten volle profileert in de waarachtige bekering en het verzoende leven met God. De gemeente dient voortdurend met deze verantwoordelijkheid te worden geconfronteerd als concretisering van haar enig bijbels legitieme antwoord op het Woord van God.

Met deze verantwoordelijkheid als sleutelwoord bewandelt zij het smalle pad tussen cryptobaptisme – dat is verborgen of bedekt baptisme bij ‘kinderdopers’, omdat de doop pas van kracht zou worden na de bekering – enerzijds en verbondsautomatisme anderzijds. Een sleutelwoord dat alles van doen heeft met de sleutelen van het Koninkrijk der hemelen (Matth.16:19).

C.A. van der Sluijs

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 mei 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Gespitst op bekering

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 mei 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's