Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heere houdt vast

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heere houdt vast

Meditatie: Psalm 138:8b

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan het begin van de eredienst wordt als het ware geproclameerd dat God de trouw bewaart en het werk van Zijn handen niet zal loslaten. In dat vertrouwen komt de gemeente samen onder Gods woord.

... laat niet varen de werken van Uw handen.

D an volgen de woorden van het votum, woorden als een gebed uitgesproken aan het begin van de eredienst: ‘Onze hulp is in de naam des Heeren, die hemel en aarde gemaakt heeft. Die trouw houdt tot in der eeuwigheid.’ En daaraan worden toegevoegd de woorden uit Psalm 138:8b: ‘En laat niet varen de werken van Zijn handen.’

Psalm 138 is net als Psalm 124 een lied waarin de verlossing uit grote nood wordt bezongen. De aard van deze nood wordt hier weliswaar niet genoemd. Het is wel duidelijk dat er grote zorg geweest is. Want er is sprake van een wandelen te midden van de benauwdheid (vs.7). Maar er was redding en daarom wordt de Heere geloofd en gedankt.

Gebed als proclamatie

Zo zet deze psalm dan ook in: ‘Ik zal U loven met mijn gehele hart.’ Dat is wel op zijn plaats na uit zo’n grote nood verlost te zijn. Er wordt erkend dat de Heere het gedaan heeft: ‘Gij hebt vanwege Uw ganse Naam Uw woord groot gemaakt.’

God staat met Zijn Naam voor Zijn woord in. Daarom wordt er gesproken dat onze hulp in de Naam des Heeren is. Dat klinkt als het ware in het votum mee: God houdt Zich aan Zijn woord. Hij houdt trouw tot in eeuwigheid en laat niet los het werk wat Zijn hand begon.

In het laatste vers wordt dit vertrouwen uitgesproken. En daarmee sluiten deze laatste woorden van het votum aan op de vorige zin uit Psalm 146: ‘Die trouw houdt in der eeuwigheid.’ In dat vertrouwen wordt beleden: de HEERE zal het voor mij voleinden. Hij zal alles tot een goed einde brengen. Ook als ik niet kan bekijken hoe het verder moet gaan. Ik leg het in Zijn handen, want hiervan mag ik zeker zijn, wat iedere eredienst weer klinkt: ‘Hij laat niet varen de werken Zijner handen.’ Hij laat niet varen, dat wil zeggen Hij laat niet los.

In de berijming wordt er een gebed bijgevoegd: Verlaat niet wat

uw hand begon. O Levensbron wil bijstand zenden Het votum is immers een proclamatie in de vorm van een gebed. Bijstand, hulp is nodig. En deze is voorhanden. Bij de

Heere, de Schepper van hemel en aarde. Hij houdt vast en volvoert Zijn werk. Hij laat het niet los. Hij brengt het tot een goed einde. Dat is Zijn werk. Welk werk dan wel? Dit is het werk Gods, zei Jezus, dat gij gelooft in Hem, Die Hij gezonden heeft (Joh.6:29).

Belofte

Als we komen onder Zijn Woord is er hoop en verwachting dat de Heere hier door Zijn Geest het geloof werkt en versterkt. Dat wordt uitgesproken en beleden, voordat het woord open gaat: de Heere laat Zijn werk niet los. Dit is Zijn werk: bewaren en vermeerderen van Zijn kerk. En dat werk wordt vastgehouden en niet (we behoeven niet eens ‘nooit’ te zeggen) losgelaten. Habakuk bad: ‘Uw werk o HEERE, behoud dat in het leven in het midden der jaren’ (Hab.3:2). We horen het aan het begin van de eredienst steeds weer als een belofte: Hij laat Zijn werk niet varen. Om Zijn werk wordt gebeden: ‘Uw koninkrijk kome, Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.’

Dat dit gebeurt daar kunnen we van op aan. Daarom besluiten we het votum zoals we een gebed besluiten: met het woord amen: het is vast en zeker. Mijn gebed, ook dit votum, is veel zekerder door God verhoord dan ik in mijn hart gevoel dat ik dit van

Hem begeer. Verkondigd We komen in de kerk. Met verlangen of uit gewoonte. Heilbegerig of terneergeslagen. Misschien zelfs kil en onverschillig. We komen

om Zijn woord te horen. En voordat dit zal klinken, wordt ons al verkondigd dat we op Zijn woord aan kunnen. Hoor, de Heere spreekt. Zijn woord is door en door betrouwbaar. We kunnen erop aan.

Waar op aan? Op deze Heere, die de hemel en aarde gemaakt heeft. Dat Hij ons helpt, zoals Hij geholpen heeft. En helpen zal. Want onze hulp is van de HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft. Die trouw houdt tot in der eeuwigheid en niet laat varen de werken van Zijn handen.

Die voor eeuwig zal regeren Van geslachte tot geslacht Sion, zing uw God ter eer Prijs Zijn grootheid, loof de Heer.

W.C. Meeuse

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

De Heere houdt vast

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's