Messiaanse Jood genegeerd
Boek drs. Rodenburg roept om kerkelijk contact
Rond Joden die in Jezus geloven bestaan veel tegenstrijdige meningen, van hooggespannen verwachtingen tot radicale afwijzing. Om beter zicht te krijgen op de beweging van Messiasbelijdende Joden, schreef drs. Kees Jan Rodenburg ‘Joodse volgelingen van Jezus’.
D e eeuwen door is de vraag gesteld wie of wat deze Joden die in Jezus geloven nu eigenlijk zijn. Als Rodenburg het over Messiasbelijdende Joden heeft, gebruikt hij als koepelbegrip de term ‘Joodse volgelingen van Jezus’. Een en ander rond deze groep maakt hij duidelijk aan de hand van veertig vragen. Zijn publicatie is bedoeld als beknopt overzicht en wil als naslagwerk dienst doen. Dit boek is ook een poging om antwoord te vinden op de vraag hoe wij als christenen aan goede relaties met de Joodse gemeenschap en met de beweging van messiaanse Joden kunnen bouwen. De auteur geeft veel feitelijke en zinvolle informatie uit verleden en heden, maar geen afgeronde beoordeling.
Vijf thema’s
De veertig vragen die de auteur stelt en uitvoerig behandelt, zijn geclusterd rond een vijftal thema’s: (1) de naam en identiteit van Joodse volgelingen van Jezus, (2) geschiedenis van de beweging van messiaanse Joden (3) messiaanse Joden in Israël, (4) theologische opvattingen van messiaanse Joden en (5) de positie van messiaanse Joden ten opzichte van synagoge en kerk. Als besluit volgt een bijdrage over Joodse volgelingen van Jezus en de kerk. Daarin geeft de schrijver aan wat betrokkenen over en weer voor elkaar kunnen (gaan) betekenen. Een literatuurlijst en een overzicht van relevante websites completeren het geheel.
Eigen cultuur
Zowel aan de kant van kerken en christenen als bij de Joodse gemeenschap roept de aanwezigheid van Joden die Jezus als Messias belijden hevige emoties op. Ds. Rodenburg, die jarenlang namens het Centrum voor Israëlstudies in Jeruzalem werkte, verdiept met deze publicatie onze kennis van Joodse volgelingen van Jezus. Hij licht uitvoerig hun geschiedenis en hun visies met hun posities toe.
Tevens laat hij de grote diversiteit die er bestaat tussen de gemeenten onderling en hun leiders met hun beleid en aanpak eerlijk uitkomen. Je proeft in de verslaglegging zoals Rodenburg die biedt, de worsteling rond de identiteit van de Joden die Jezus volgen, alsook hoe zij op verantwoorde wijze hun plaats kunnen innemen tussen de kerk en het Joodse volk. Welke plaats neemt de Thora in en wat betekent dit voor eigen leer en leven? Duidelijk is in ieder geval dat zij het gezag van de Bijbel erkennen, de centrale geloofsstukken beamen, maar die in hun eigen context en cultuur willen verwoorden en beleven. Er is het verlangen om evenals de eerste christengemeente te Jeruzalem in het Nieuwe Testament ook vandaag te functioneren.
Daarbij blijft de vraag: kunnen zij binnen de kerken als een zuurdesem werken en een brugfunctie krijgen? En, eveneens spannend: Hoe weten zij – als eerst gezondenen! – het Evangelie te communiceren te midden van hun orthodoxe en seculiere landgenoten?
Huiswerk
In zijn overzicht geeft Rodenburg het nodige huiswerk aan ons mee met het oog op verdere bezinning en contact met deze beweging, alsook met de Joodse gemeenschap. Het aangrijpende is namelijk dat, ondanks belangstelling voor de Joodse geloofsgenoten, zij toch te weinig begrepen en gerespecteerd worden. Ze worden zelfs in officiële kerkelijke contacten genegeerd of mogen nauwelijks meedoen. Om maar te zwijgen van de moeilijke positie waarin zij verkeren te midden van hun Joodse volksgenoten.
Wil de Protestantse Kerk in Nederland samen met andere kerken en organisaties ernst maken met ‘het gesprek met Israël inzake het verstaan van de Heilige Schrift, in het bijzonder betreffende de komst van het Koninkrijk van God’ (Kerkorde, art. I), dan mag en moet daarbij ook het contact met de Joodse volgelingen van Jezus, die Hem bij alle verscheidenheid als de Messias belijden, meer vorm en inhoud krijgen. Dit voorkomt vooroordelen of neemt deze weg. Meer nog: het goed luisteren naar en het leren van de Messiasbelijdende Joden verrijkt het geloofsleven en de studie van de Schriften.
Stil geworden
Daarbij ligt er ook voor de gereformeerde gezindte een roeping en taak. Na de bezinning aangereikt door het Bezinningscomité Israël, dat in de jaren zeventig uit een hernieuwde aandacht en liefde voor het Joodse volk werd geboren, is het stil(ler) geworden in eigen kring. Gelukkig dat het Centrum voor Israëlstudies in Ede de bezinning weer nieuw elan geeft. Het zou de moeite waard zijn om dat wat uit de kring van Messiasbelijdende Joden wordt aangeboden (zoals door Gershon Nerel en Mark Kinzer) verder te doordenken. En dit – zo mogelijk in wederzijdse assistentie – te verbinden met wat door theologen die zich met de vragen rond Israël hebben beziggehouden en dat nog doen, hebben aangereikt. Daarbij kan de informatie die ds. Rodenburg geeft goede diensten bewijzen. Opnieuw is duidelijk dat zonder Israël de kerk niet is volgroeid.
P. Koeman
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 oktober 2010
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 oktober 2010
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's