Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Veel zekerheid in de mens

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veel zekerheid in de mens

DE GOUDSE CATECHISMUS [2, SLOT]

7 minuten leestijd

In 1607 verschijnt de zogenaamde Goudse Catechismus vanuit het ‘ketternest’ Gouda. Onder christelijke jongeren (en ouderen) zou hij het vandaag goed doen. Wat biedt deze catechismus precies en hoe verhoudt hij zich tot de Heidelbergse variant?

D e discussie tussen voor- en tegenstanders van de Goudse Catechismus is tegelijk een discussie over de revisie van de belijdenisgeschriften en een twistgesprek over de Heidelbergse Catechismus. Deze discussie zal naadloos overgaan in de twisten tussen remonstranten en contraremonstranten.

Wat hebben we met de Goudse Catechismus in handen? Het document bestaat uit 46 vragen en antwoorden en kent na de inzet dezelfde drieslag als de Heidelberger: ellende, verlossing en dankbaarheid. Zetten we de inhoud van beide leerboekjes naast elkaar, dan ontstaat het schema dat op deze pagina is te vinden. Het eerste dat bij een vergelijking opvalt, is dat de Goudse Catechismus minder vragen en antwoorden heeft dan de Heidelbergse, omdat hij (belangrijke) leerstukken weglaat. Ten tweede is het stuk van de dankbaarheid het grootst, terwijl dit bij de Heidelbergse het stuk over de verlossing is.

De mens en ik

De Goudse Catechismus begint met de vraag ‘Waerin bestaet u Opperste goedt? ’, om daarop te antwoorden ‘In mijne vereeniginge met Godt’. Vanaf het begin maakt het document duidelijk waar het hem om te doen is: de vereniging, de verbondenheid met God, de relatie. Die relatie is er echter niet automatisch. ‘De christelijcke religie’ is namelijk de weg tot de vereniging met God. Ze houdt drie stukken in: ‘té eersten leert sy den mensche sijn ellende kennen: té tweeden wijstse hem aen sijne verlossinge: ten derdé onderrichtse hem vá sijne schuldighe plicht der danckbaerheyt voor de verloossinge’.

Het is opmerkelijk dat de Goudse Catechismus na de relationele inzet spreekt over ‘de mens’ en niet over ‘ik’. De Heidelbergse Catechismus doet dat wel. Vanaf het begin worden wij en onze kinderen op God geworpen, omdat het heil buiten ons ligt, namelijk in Jezus Christus. Ík ben van Jezus Christus, gekocht en betaald. Hij heeft míj verlost. Te midden van alle bedreigingen weet ík dat Hij míj vasthoudt. Dat alles tot míjn zaligheid moet dienen. Daarbij verzekert Hij míj van het eeuwige leven en maakt dat ík er zin in heb Hem helemaal te dienen. Daarbij spreekt de Heidelbergse Catechismus over míjn zonden en ellende en over ík die verlost wordt en God dankbaar zal zijn. Anders gezegd: in de drieslag van de Heidelbergse Catechismus word ik helemaal betrokken.

Realistisch genoeg?

In het ellendedeel wordt in de Goudse Catechismus ‘de mens’ ‘ick’. De ellende waarin ik mij bevind en die de christelijke religie

leert bestaat ‘Daer in/ dz ick door mijne Sõde/ vooreerst de doot eñ verdoemenis/ daer nae oock de dienstbaerheyt der sonden onderworpen ben’. Met een paar woorden schetst de Goudse Catechismus de leer van de mens en hanteert hierbij geen optimistisch mensbeeld.

Het is wel de vraag of hij realistisch genoeg is. ‘Onderworpen aan’ is namelijk net iets anders dan geestelijk dood zijn. De Goudse Catechismus schept wat betreft de toeeigening van het heil zo ruimte voor coornhertisten, die leren dat het toe-eigenen van het heil iets is dat de mens zelf moet doen. Volgens de gereformeerden kan de mens dat helemaal niet, maar is dat werk van de Heilige Geest. In Dordt (1618/’19) zal beleden worden ‘zonder ons, in ons’ (DL 3/4, 12).

De Goudse Catechismus vermijdt – net als de Goudse predikanten deden in hun diensten – ook het spreken over de erfzonde, al wordt wel naar Romeinen 5:12 verwezen. Let echter wel dat Coornhert – en de Goudse predikanten – in navolging van Erasmus en Castellio deze tekst lezen als ‘voor soo vele zy ghezondight hebben’, terwijl de gereformeerden lezen ‘omdat allen gezondigd hebben’.

In eerste instantie vond ik het antwoord op de vraag ‘Hoe kent ghij uwe sonde door de wet Godes? ’ mooi: ‘Door dien mij de wet leert/ dat ick Godt van gantscher herté, ende mijnen naesten als mij selven moet lieven; eñ ick in mijn herte overtuycht ben/ sulcks niet ghedaen te hebben.’ Net als in de Heidelbergse Catechismus zit het bij mij vast op de liefde. Het is Jezus Zelf die mij genadig de les leest. Maar wat als ik dat tekort aan liefde niet voel? Is dat gemis niet juist mijn ellende?

Geloof

Eenzelfde probleem doet zich voor bij de omschrijving van het geloof. De Goudse Catechismus leert op de vraag ‘Wat is dit geloove? ’: ‘Een seker vertrouwen des gemoets op Jesum Christum/ als op mijnen eenigen eñ volcomené Saelichmaecker, eñ door hem op Godt mijné Vader, die hem alle macht in hemel eñ aerde gegeven heeft, eñ een oorsaeck der eeuwigher salicheyt gemaeckt, allé den gené die hem gehoorsaem sijn’.

De vraag kan gesteld worden of de Goudse Catechismus de zekerheid niet te veel koppelt aan het ‘vast vertrouwen van het gemoed’. Wat immers als het vast vertrouwen van het gemoed ontbreekt? Anders gezegd: legt de Goudse Catechismus de zekerheid niet te veel in de mens? Dit klemt des te meer omdat de gehoorzaamheid binnen het geloofsbegrip wordt gebracht. Daarmee komt het radicale sola gratia in gevaar, ook omdat de ontoereikendheid van goede werken tot (een deel van) de gerechtigheid in de Goudse Catechismus onbesproken blijft. Dit weglaten heeft mijns inziens te maken met het feit dat de Goudse predikanten op de vraag 64 van de Heidelbergse Catechismus ‘Maar maakt deze leer niet zorgeloze en goddeloze mensen? ’, zouden antwoorden ‘Ja, kijk maar om je heen!’

Tragiek

Coornhert, Arminius en de Goudse predikant Herman Herberts lezen in Romeinen 7 niet dat het over de wedergeborene gaat, die worstelt als tweemens – de oude en de nieuwe mens – met de zonde die nog in hem leeft. Voor hen gaat het in Romeinen 7 over de nog niet wedergeborene, de natuurlijke mens, die echter zijn zonde en onmacht ontdekt en er aan toe begint te komen de genade van Christus nodig te hebben. Zij kunnen dan ook niets met het ‘klein beginsel’ van zondag 114 van de Heidelbergse Catechismus. De tragiek van deze denkwijze is dat de goede werken, die vrucht zijn van het geloof, ten slotte helemaal in het geloofsbegrip zelf opgesloten worden. En daarmee komt de zekerheid van het heil – die zij zo bedreigd zagen door de gereformeerde uitverkiezingsleer – juist op losse schroeven te staan.

Vandaag

Dat brengt ons direct bij de actualiteit. Ik schat namelijk in dat veel jongeren (en ouderen) binnen de Protestantse Kerk – ook in de Sint Jan te Gouda vandaag – meer op zullen hebben met de Goudse Catechismus dan met de gereformeerde belijdenisgeschriften, de Dordtse Leerregels incluis. Liever de ethiek dan de dogmatiek. Maar ze zullen er vroeg of laat mee ‘doodlopen’, omdat ze ontdekken dat het op den duur gewoon niet vol te houden is, dat zondeloze leven. Discipelschap, 24/7, groeien in geloof enzovoort kan zomaar een nieuwe wet worden. Het succes van dr. H.J. Selderhuis’ Morgen doe ik het beter maakt wat dat betreft niet vrolijk. Leer onze kinderen en jongeren dan ook de belijdenisgeschriften te verstaan. Over de Heidelberger en de Dordtse Leerregels heeft dr. W. Verboom al prachtige ­– en betaalbare – werkjes geschreven. En leer ze dat het echt gaat om het ‘vrolijk en vrij’, zoals Jodocus van Lodenstein dicht:

Hier en komen geen onvromen, hier en komt geen vrome bij. Groot noch klene, maar allene ik en Heere Jezu, gij. O zalig eenzaam! Met God gemeenzaam waar ik vrolijck ben en vrij. waar ik vrolijck ben en vrij.

Gertjan Glismeijer

De scriptie van G.J. Glismeijer met daarin de volledige Goudse Catechismus is te downloaden via igitur-archive.library. uu.nl of tegen druken verzendkosten te bestellen via gjglismeijer@pthu.nl.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Veel zekerheid in de mens

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's