Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een eigen klankkleur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een eigen klankkleur

Modern klinkende ‘direct’ redde het niet

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie de Statenvertaling leest, herkent een karakteristieke stijl in woordkeuze en zinsbouw. Mede door dit taaleigen raakten velen de eeuwen door aan deze vertaling gehecht. Wat maakt dit zogenaamde coloriet van de Statenvertaling uit? En wat betekent dat voor de herziening?

‘T radurre è tradire’, luidt een Italiaans gezegde: vertalen is verraden. Bij vertaalwerk kun je nooit helemaal recht doen aan de oorspronkelijke tekst. Wie de afgelopen acht jaar betrokken was bij de herziening van de Statenvertaling heeft het zich in dit opzicht niet gemakkelijk gemaakt. De hertalers hadden te maken met een driedubbele loyaliteit. Ze stonden voor de taak om recht te doen aan de Hebreeuwse en Griekse grondtekst, aan het eigentijdse Nederlands én aan de taal van de Statenvertaling (SV). Hoe zit het met de loyaliteit aan deze laatste vertaling?

In artikelen over de Statenvertaling en de Herziene Statenvertaling (HSV) duikt nogal eens het woord coloriet op. De SV zou een eigen coloriet hebben, dat door de herzieners moet worden bewaard. Het woord stamt uit de kunstwereld en doelt op de kleurmenging op een schilderij. Toegepast op literatuur duidt het de klankkleur van een tekst aan. Wie de SV leest, herkent inderdaad een karakteristieke stijl in woordkeuze en zinsbouw.

Misverstand

Als het gaat over de woordkeuze, dan zijn veel woorden van de SV niet zomaar te vervangen door synoniemen. Ze hebben een bepaalde gevoelswaarde gekregen en zijn onderdeel gaan vormen van de ‘tale Kanaäns’. Ik denk aan een woord als goedertierenheid.

Nu moet ik hier wel een misverstand wegnemen. Bij veel mensen leeft de gedachte dat de Statenvertaling ook een ‘statige’ vertaling is en dat de vertalers zich bewust hebben bediend van een, ook voor hun tijd, verheven taalgebruik. Dit is niet het geval. De statenvertalers hebben zich zoveel mogelijk aangesloten bij het gangbare Nederlands van hun tijd. Verouderde woorden werden in principe vermeden. In vergelijking met eerdere bijbelvertalingen waren de statenvertalers juist vernieuwend. Zo kozen ze in Klaagliederen 2:11 niet voor ‘zoogkind’ maar voor ‘zuigeling’, voor ‘bezorgd’ in plaats van ‘zorgvuldig’ (Luk.12:11),

voor ‘zich bekeren’ in plaats van ‘betering doen’ (Openb.­ 2:5).

Eenvoudig

We moeten ook niet vergeten dat aan het begin van de zeventiende eeuw nog geen sprake was van een Neder-

landse eenheidstaal. De dialecten die in de verschillende gewesten gesproken werden, weken behoorlijk van elkaar af. Omdat de statenvertalers zich aansloten bij de gebruikelijke bijbeltaal van hun tijd, die een nogal Zuid-Nederlands accent droeg, vinden we daarvan ook sporen terug in de SV (‘kinderkens’ (Gen.47:24) en ‘kiekens’ (Matth.23:37)).

Dat de vertalers eerder kozen voor een eenvoudige dan een hoogdravende stijl, blijkt ook uit het spaarzamenlijk gebruik van leenwoorden, zeker uit het Frans en Latijn. Dit leert een vergelijking van de SV met een oudere Nederlandse bijbelvertaling, de Deux Aesbijbel. Zo werd in Genesis 1:17 niet voor ‘firmament’ maar voor ‘uitspansel’ gekozen en werd de tamboerijn uit Exodus 15:20 een trommel. Uitzonderingen zijn er wel, zoals blijkt uit het gebruik van woorden als consciëntie, formeren, ordineren en rebelleren. Maar deze woorden waren toentertijd al ingeburgerd.

Zinsbouw

Waar mogelijk wilden de statenvertalers de zinsbouw van de Hebreeuwse en Griekse grondtekst op de voet volgen. Dit heeft ongetwijfeld bijgedragen aan de vorming van het specifieke coloriet

van de SV. Een van de richtlijnen voor het vertaalwerk luidde namelijk: Dat zij altijd bij de oorspronkelijke tekst zorgvuldiglijk blijven, en de manier van spreken der oorspronkelijke talen zoo veel de duidelijk-

heid en eigenschap der Nederlandse spraken kan toelaten, behouden. Maar indien ergens een Hebreeuwsche of Grieksche wijze van spreken voorviel, die harder ware dan dat ze wel in de tekst gehouden zou kunnen worden, dat zij deze aan den kant naarstiglijk aanteekenen.

Uit liefde en respect voor de heiligheid van het geïnspireerde Woord van God − Hebreeuws en Grieks als de talen van de Geest! − wilden de vertalers dicht bij de grondtalen blijven. Ze schreven

zelf: ‘Wy zijn gebleven by de woorden, ende ordre der woorden des Hebreeuwschen Texts, so na ende naeuwe alst ons eenichsins is mogelick geweest.’ Ze namen op de koop toe dat dit ten koste ging van de begrijpelijkheid en dat in veel gevallen wel degelijk de grens werd overschreden van wat ‘de duidelijkheid en eigenschap’ van de Nederlandse taal toeliet. De nauwe aansluiting bij de grondtekst leverde vaak meer vertaald Hebreeuws en Grieks dan correct Nederlands op. Ik noem voorbeelden van hebraïsmen en graecismen.

• ‘God zag het licht, dat het goed was.’ (Gen.1:4) De Deux Aesbijbel geeft het vers in correct Nederlands weer: ‘God zag dat het licht goed was.’

• Het dubbele gebruik van het voorzetsel tussen: ‘En Ik zal Mijn verbond stellen tussen Mij en tussen u.’ (Gen.17:2) De letterlijke vertaling van eedformules: ‘Zo ik hem met het zwaard dode!’ (1Kon.2:8).

• Zoals in het Hebreeuws de overtreffende trap ontbreekt, zo ook in uitdrukkingen als ‘een knecht der knechten’ (Gen.9:25), ‘een heiligheid der heiligheden’ (Lev.2:3).

• Het gebruik van abstracte zelfstandig naamwoorden in uitdrukkingen als ‘de berg Uwer heiligheid’, wat in correct Nederlands zou zijn: ‘Uw heilige berg’.

• Een voorbeeld van een graecisme is: ‘En niemand kan zeggen, Jezus de Heere te zijn’ (1 Kor.12:3).

Overigens zijn er ook tal van voorbeelden die laten zien dat de statenvertalers gebruikmaakten van de in de instructie geboden ruimte om vrijer te vertalen en de letterlijke uitdrukking in de kanttekeningen te plaatsen. Zo vertalen ze niet ‘reuk van de rust’ maar ‘liefelijke reuk’ (Gen.8:21) en ‘het helse vuur’ in plaats van ‘de hel van het vuur’ (Matth.5:22).

Taalvormend

Hoewel de statenvertalers niet bewust een nieuwe bijbeltaal wilden scheppen, heeft de SV wel taalvormend gewerkt. De woorden en uitdrukkingen van de SV zijn door de opeenvolgende generaties gelezen en gehoord (veel Nederlanders waren nog analfabeet) en opgenomen in het hoofd en hart van het Nederlandse volk. Tal van hedendaagse uitdrukkingen zijn aan de SV ontleend. Ik denk aan: ‘Ben ik mijns broeders hoeder? ’ (Gen.­4:9), ‘in het duister tasten’ (Job 12:25) en ‘niet van gisteren zijn’ (Job 8:9).

Vertaaltraditie

Bij de herziening van de SV is er bewust voor gekozen om zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de SV en het unieke karakter van deze vertaling te bewaren. De HSV wil met andere woorden voluit in de vertaaltraditie van de SV staan en uitgaan van dezelfde vertaalprincipes. Het gaat dan bijvoorbeeld om de keuze om, waar de context het toelaat, een Hebreeuws en Grieks grondwoord overal op dezelfde manier te vertalen. Om alle woorden uit de grondtekst in principe in de vertaling weer te geven. Om de zinsvolgorde te handhaven. Om een flink aantal woorden die voor veel mensen een vertrouwde klank hebben gekregen, ongewijzigd te laten: zaligheid, goedertierenheid (van God), verootmoedigen, en uitdrukkingen als ‘vreze des Heeren’.

Ook is de HSV zeer terughoudend in het gebruik van leenwoorden en modern klinkende woorden. Ze werden verworpen als niet passend bij het coloriet van de SV. Een simpel voorbeeld. Het in de evangeliën en het boek Handelingen veel voorkomende woordje ‘terstond’ werd als verouderd beschouwd. Gekozen werd voor de synoniemen ‘meteen’ of ‘onmiddellijk’, en niet voor ‘direct’, al is het woord er in het Oude Testament één keer tussendoor is geslopen (2 Sam.17:16).

Verstaanbaarheid

Omwille van de verstaanbaarheid zijn in de HSV wel meer dan in de SV Hebreeuwse en Griekse zinsconstructies in correct Nederlands weergegeven. Ik noem een paar voorbeelden.

• Psalm 43:3 werd ‘Uw heilige berg’, omdat ‘de berg van Uw heiligheid’ nauwelijks begrijpelijk is.

• Er zijn ook uitdrukkingen die zo eigen zijn aan het Hebreeuwse of Griekse idioom, dat ze bij een letterlijke vertaling volstrekt onduidelijk zouden zijn. ‘Die in zegeningen zaait, zal ook in zegeningen maaien’, werd: ‘wie zegenrijk zaait, zal ook zegenrijk oogsten.’ (2 Kor.9:6) Hier wordt in een noot de letterlijke vertaling aangegeven.

• Het tegenwoordige deelwoord, dat in het nieuwtestamentisch Grieks heel gangbaar is, wordt in het hedendaagse Nederlands nauwelijks meer gebruikt. Daarom komen ze ook in de HSV slechts bij hoge uitzondering voor. Waar de SV bijvoorbeeld ‘Hij, antwoordende, zeide’ heeft, werd dat in de HSV: ‘Hij antwoordde en zei’.

Is het coloriet van de SV voldoende terug te vinden in de HSV? Over deze vraag zullen de meningen verdeeld zijn. Dat hangt ook samen met het feit dat het begrip coloriet nergens duidelijk wordt omschreven en daardoor een nogal subjectief karakter draagt. Uit het gebruik van het woord blijkt in ieder geval de vertrouwdheid met een bijbelvertaling die al bijna vier eeuwen meegaat en waarvan tal van woorden en uitdrukkingen door vele generaties in het hart gesloten zijn. De medewerkers van de HSV hebben geprobeerd dit taaleigen van de SV te bewaren. Het is aan de lezer om te beoordelen of dit gelukt is.

H. Russcher

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 november 2010

De Waarheidsvriend | 28 Pagina's

Een eigen klankkleur

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 november 2010

De Waarheidsvriend | 28 Pagina's