Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoopvol pastoraat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoopvol pastoraat

Over Marco Borsato en de woorden van Psalm 42

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het begrip hoop kan verschillend worden geïnterpreteerd. Maar hoe legt een kerkelijk werker en verantwoording af van de christelijke hoop in het pastoraat? En welke vragen over de toekomstverwachting dienen zich aan in pastorale contacten?

T er gelegenheid van het vijfde lustrum van de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Bond (THGB) denk ik over deze vragen na. Wat betekent verantwoording afleggen van de christelijke hoop in het pastoraat?

Deze verantwoording is niet gebonden aan één bepaalde stroming binnen het pastoraat. Of ik nu verkondigend, therapeutisch of hermeneutisch bezig ben, er komt altijd een moment dat het ‘Hoge Woord’ er uit moet.

Ik ervaar het soms als lastig om de christelijke hoop onder woorden brengen. Het blijft vaak bij een zoeken naar woorden, omdat er in het pastoraat geen standaardformuleringen en pasklare antwoorden bestaan.

Relationeel

Als ik het woord ‘verantwoorden’ vertaal met ‘verdedigen’, kom ik niet ver. Als ik gebruik maak van ‘aantrekkelijk maken’, kom ik er evenmin. In het pastoraat ga ik in de eerste plaats relationeel te werk, daarna rationeel. Wat ik hiermee bedoel, wil ik door middel van het onderstaande praktijkvoorbeeld duidelijk maken.

De pastorant was randkerkelijk. Zij had al jaren niet of nauwelijks contact meer met de kerk. Ik kwam met deze persoon in aanraking en vervolgens ontstond er een vertrouwensrelatie. Toen brak het moment aan dat de artsen geen hoop meer voor haar hadden. Er volgde een periode van ontkenning, van hopen tegen beter weten in. Dit was de fase waarin ik als reisgenoot met haar meeging. Dankzij de pastorale relatie mocht ik blijven komen en mocht ik haar begeleiden. We lazen uit de Bijbel en we hadden een gesprek over de toekomst voorbij de dood.

Verschillende hoop

De hoop van de pastorant en de hoop van mij als pastor zijn lang niet altijd hetzelfde gekleurd en ingevuld. Hij of zij hoopt op herstel, genezing of oplossing van het probleem. Dit is een legitieme hoop, maar niet altijd een realistische.

Het gebeurt nog wel eens dat hoop op genezing en hoop op God door elkaar heenlopen. Het ene wordt gezegd, maar het andere wordt bedoeld. Ook kunnen ziekte en zorg zo nadrukkelijk aanwezig zijn, dat er bijna geen tijd, ruimte en aandacht is voor God. In het pastoraat probeer ik de hoop van hem of haar recht te doen en tegelijkertijd de christelijke hoop ter sprake te brengen. In het pasto-raat staat het verhaal van de ene mens centraal en probeer ik de verbinding te leggen met het verhaal van de Heere God. Daarom zoek ik naar verbindende woorden en teksten die de taal van het geloof verbinden met de taal die hij of zij spreekt en verstaat. Om dit te illustreren ga ik verder met het volgende praktijkvoorbeeld.

Tijdens de ziekteperiode ging de Bijbel open. We spraken er samen over, maar de bijbelse woorden bleven op de een of andere manier in de lucht hangen. Ze riepen geen herkenning op, kwamen niet aan en ze landden niet. Daarom ben ik op zoek gegaan naar een gedicht. De woorden van het onderstaande gedicht van Jurjen Beumer kwamen zo dichtbij dat ze het hart raakten.

Wees bij mij, vooral in de nachten, als ik wakker lig en alles begint in mij te spoken. Buiten is het verstikkend stil. Op mijn netvlies draait mijn hele leven in flarden voorbij, ik word erin meegesleurd,

heen en weer gegooid. Ik ben bang om erin te verdrinken. Wilt U mijn rustpunt zijn, Ankerplaats waar ik mij veilig weet.

Marco Borsato

Er is nog een reden dat ik in de verwoording van de christelijke hoop op mijn woorden moet letten, en dat is de taal die gesproken wordt. De woorden die ik als pastor wil gebruiken, worden niet altijd verstaan.

Men kent de inhoud van de grote woorden van het christelijke geloof niet meer of onvoldoende. Dit zorgt ervoor dat deze woorden op afstand blijven en niet worden herkend. Tijdens een uitvaartplechtigheid die ik leidde, hoorde en zag ik dit voor mijn ogen gebeuren.

Na de overdenking werd er een cd gedraaid met het lied ‘Blijf bij mij Heer’. Terwijl er naar dit lied werd geluisterd, was er van emotie weinig te zien of te merken. Dat veranderde plotseling zodra het lied ‘Afscheid nemen bestaat niet’ van Marco Borsato ten gehore werd gebracht. Men barstte in snikken uit en viel elkaar om de hals toen de volgende woorden klonken. Afscheid nemen bestaat niet ik ga wel weg maar verlaat je niet. Mijn liefje, je moet me geloven al doet het pijn.

Ik wil dat je me loslaat En dat je morgen weer verder gaat Want als je eenzaam of bang bent Zal ik er zijn.

Spanning

Kennelijk gebruikt Borsato een taal die de mensen verstaan, want de woorden van Borsato kwamen binnen. Het liedje van hem biedt mij genoeg aanknopingspunten. In een dergelijke situatie vind ik het niet meer dan normaal om te zoeken naar de punten waarbij ik kan aanhaken. Maar het ‘verhaal’ wat ik mag brengen, is niet hetzelfde. Het is niet van hetzelfde niveau, het biedt zoveel meer en het heeft uiteindelijk een heel ander geluid.

Als ik aansluiting zoek, ervaar ik spanning. Want het grote verhaal van God vertalen in ‘kleine woorden’ van hier en nu mag er niet toe leiden dat men het verschil niet meer hoort tussen Marco Borsato met zijn Afscheid nemen bestaat niet en Jezus met Zijn woorden over de hereniging in het Vaderhuis (Joh.14).

Vragen

Als er in het pastoraat gesproken wordt over de christelijke hoop, dan hebben we het in één adem ook over toekomstverwachting. De ervaring heeft mij inmiddels geleerd dat het voor ons mensen moeilijk is om in de crises van het leven in het groot te denken. In het pastoraat draait het veelal om de kleine en bedreigde toekomst van de pastorant. Er wordt geworsteld met vragen als: Wie ben ik? Wat is er met mij aan de hand? Waarom moet dit mij overkomen? Hoe krijg ik mijn leven weer enigszins op orde?

In contact met mensen die de dood naderbij zien komen, kunnen er vragen gesteld worden over een toekomst voorbij de dood; het hoe en waar van de hemel en de toegang tot deze hemel. Ook bespeur ik een sterke oriëntatie op herkenning van en hereniging met geliefden. Dit verlangen wuif ik niet weg. Maar met de Bijbel in de hand wil ik wel laten zien dat het ‘daar boven de sterren’ geen grote familiereünie wordt, maar dat nu en straks God het stralende middelpunt is.

Verantwoording

Verantwoording afleggen van de christelijke hoop; ik doe het door er te zijn, door te luisteren, door mijn handelen en door mijn woorden. ‘Hoop op God, want ik zal Hem nog loven, mijn Verlosser en mijn God’. Deze woorden uit Psalm 42 wil ik samen met een pastorant nog wel eens lezen en zingen. In het licht hiervan blijft pastoraat een hoopvolle bezigheid.

Cock Kroon

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Hoopvol pastoraat

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's