Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Echtscheiding en hertrouwen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Echtscheiding en hertrouwen

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jaarlijks worden er in Nederland zon 40.000 huwelijken ontbonden. Tel daarbij op de stellen die na ongehuwd samenwonen uit elkaar gaan, dan nadert dat cijfer al gauw de 100.000. Hoe gaan we op een bijbelse en pastorale manier om met de problematiek van scheiden en hertrouwen?

Een halve eeuw geleden werd het breekijzer gezet in allerlei christelijke instituties. Een andere visie dan de bijbelse op seksualiteit, huwelijk en echtscheiding rukte op. Het stelt ons als christenen voor complexe vragen. In deze brochure zoeken we naar een pastoraal bijbels antwoord op de vraag van een nieuw huwelijk na echtscheiding.
‘Ons geloof duwt ons in het huwelijk en ons individualisme duwt ons er weer uit’, aldus de Amerikaanse schrijfster Elizabeth Gilbert eind 2010 in een vraaggesprek met NRC Handelsblad. En inderdaad, de cijfers liegen er niet om. Het scheidingspercentage in de VS haalt de vijftig procent.
Men trouwt er vaker en men scheidt er vaker dan bij ons.
De Nederlandse situatie stemt evenmin tot vrolijkheid. Zo’n 40.000 huwelijken worden jaarlijks ontbonden. Tellen we daar de paren bij op die na ongehuwd samenwonen uit elkaar gaan, dan zitten we al gauw op 100.000 scheidingen. Een deprimerend cijfer.

Gehuwden kunnen ook uitgekeken raken
De ‘kans’ dat stellen die vóór hun 25e jaar het huwelijk instappen over veertig jaar nog bij elkaar zijn, noemt Gilbert ‘choquerend laag’. Als redenen gelden vooral problemen in de relationele sfeer, botsende karakters, of ‘een derde’ die inbrak in het huwelijk (circa 40 procent). Maar gehuwden kunnen ook ‘uitgekeken raken op elkaar’, men kan zelfs zonder hevige emoties ‘als vrienden’ uit elkaar gaan, ‘het boek is uit’.
Huiselijk geweld en/of verslavingsproblemen – die vaak voor rekening van de man komen – eisen eveneens hun tol. Speelden deze dingen vroeger niet? Terecht wijst het CBS in een recente publicatie op maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de emancipatiegolf en de sterk gereduceerde invloed van het geloof.
Ook steeg het opleidingsniveau van veel vrouwen fors alsmede hun participatie op de arbeidsmarkt. Zij werden financieel minder afhankelijk (gemaakt) van hun echtgenoot en konden (gemakkelijker) een eigen bestaan opbouwen. Ook verdween het taboe op echtscheiding, de sociale controle viel weg en de familiebanden verslapten.
Media (gesproken en geschreven), filmwereld en het boek fungeerden hierbij dikwijls als katalysator. Gaandeweg veranderde het huwelijk van (heilig) verbond naar coalitie, een (wettelijk geregeld) contract dat eenvoudig weer ontbonden kan worden. Kun je stellen dat een samenleving die zich ontdoet van Gods Woord, zich ook gemakkelijk(er) ontdoet van elkaar?

Niets nieuws onder de zon
De problematiek van scheiden en (her)trouwen speelde al in de dagen van Mozes, Jezus en Paulus.
Mattheüs (19:3-9) schrijft over Farizeeërs die Jezus en Mozes tegen elkaar proberen uit te spelen.
Zij relativeren de heiligheid van het onontbindbare huwelijk. ‘Waarom heeft dan Mozes geboden een scheidbrief (scheidingsakte) te geven?’
Was hier sprake van ‘gebieden’ of van het reguleren van een ontspoorde situatie? Veelzeggend is de argumentatie ‘de hardheid van hun uw harten’. Naar het mij voorkomt fungeerde ‘de scheidbrief’ als blokkade richting tweede huwelijk en is ze vergelijkbaar met wat wij kennen als ‘scheiding van tafel en bed’. Lees ook Deuteronomium 24:1-4. De verstoten vrouw werd – wilde ze overleven – ‘gedwongen’ tot een nieuw huwelijk en zo tot echtbreekster ‘gemaakt’. De scheidbrief was dus hooguit een noodverordening, een ongeëigende (nood)uitgang uit het huwelijk, maar geen vrijbrief tot een tweede huwelijk. God haat immers de echtscheiding (Mal.2:16). En Jezus zegt: ‘Zo wie zijn vrouw verlaat anders dan om hoererij [Grieks: porneia à porno] en een ander trouwt die doet overspel en die de verlatene trouwt doet ook overspel’ (Matth.19:9).

Overspel breekt strikt genomen de huwelijksband. Het vernietigt het huwelijk tot in de kern. Gaan andere zonden buiten het lichaam om, zonde met een seksuele component doet dat niet, 1 Korinthe 6:15,16. Wie scheidt om welke andere reden ook en vervolgens opnieuw een huwelijk aangaat, pleegt overspel. Een verlatene/verstotene bedrijft eveneens overspel, zolang de weg tot verzoening en heling nog openstaat. Er mag dus níet opnieuw getrouwd worden door degene die verlaten hééft, door degene die verlaten ís, en mét degene die verlaten is. Er is geen discrepantie met Mattheüs 5:32. In 1 Korinthe 7 maakt Paulus behartigenswaardige opmerkingen over het huwelijk. Hij hekelt misstanden die hij kennelijk signaleerde in Korinthe. Een overgeestelijke levensinstelling bedreigt er het huwelijk.
Gemengde huwelijken waren in deze jonge zendingsgemeente aan de orde van de dag. Dat Paulus eerst de vrouwen aanspreekt, kan betekenen dat zij numeriek de meerderheid vormden. Was er onder hen misschien een beweging die veronderstelde dat een christen niet getrouwd mocht zijn met een niet-christen? Paulus’ antwoord laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Anders wordt het wanneer de niet- of zelfs antichristelijke partij vertrekt, omdat hij/zij weigert verder te leven met iemand wiens leven is gestempeld door liefde en (dus) gehoorzaamheid aan Christus en daarmee aan God de Vader. De christelijke partij neemt niet het initiatief tot scheiden. Zie daarvoor ook de verzen 27a en 39, Markus 10:2-12 en Lukas 16:18. Samen onder één dak (gelovig-ongelovig) is geen sinecure, maar het is geen reden (nog minder bevel, advies of aansporing) tot scheiden (vs.12/13).
Ondanks vers 12 (‘dit zeg ik, niet de Heere!’) spreekt Paulus met apostolische volmacht. Hij heeft de Geest van Christus (1Kor.7:40).
Kortom, blijf op je post.
Niet deserteren.
Wanneer de niet-gelovige partij vertrekt (vs.15), is de achterblijvende partij vrij. Het Grieks gebruikt het woord dèdoulootai, de gelovige partij heeft niet de status van slaaf. Trouw kent ook grenzen.
Een scheiding wordt in dit geval gebillijkt. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat hier over de mogelijkheid van een tweede huwelijk niet wordt gerept. Het wordt géboden noch vérboden.
Gezien de teneur van zijn betoog is het niet moeilijk te raden wat Paulus adviseert, conform vers 8 en 11. Over een tweede huwelijk gaat het wel in vers 39. De dood is een ontbindende bepaling, en omdat een overspeler verdient te worden gestenigd, geldt ook hier dat zijn/haar dood de ander vrijmaakt (Lev.20:10).
Hoe vaak het in de praktijk tot een dergelijke executie kwam, is niet duidelijk. Het Nieuwe Testament benadrukt dat een overspeler zichzelf buiten de hemel sluit.
Maar er is ook genade voor een boetvaardige echtbreker. Waar andere wegen eigenhandig werden opgebroken, blijft de weg terug naar God open. Er kan zelfs intermenselijk verzoening plaatshebben, zonder de mogelijkheid van heling.

Schrift en traditie
Het huwelijk is onontbindbaar, tenzij een derde het huwelijk binnendringt (het breekijzer) en bij verlating omwille van het geloof (‘haat’ tegen het Evangelie). In geval één is hertrouwen gelegitimeerd, ‘verlating’ ligt gecompliceerder.
Allereerst moet natuurlijk duidelijk zijn wat overspel is. Porneia is een ‘containerbegrip’ voor allerlei vormen van afwijkend seksueel gedrag, zoals buitenechtelijk geslachtsverkeer, homoseksuele, pedofiele, zoöfiele (met dieren) en incestueuze praktijken, pornoverslaving, etcetera.
Als Christus het zevende gebod verbindt met het tiende en zo ook de lustbegeerte als overspel karakteriseert, gebruikt Hij het meer specifieke woord moicheia (adultery). Mijns inziens doet dat niet af aan de ernst van de zaak, al erken ik een gradueel verschil tussen zondigen met hart en ogen, zondigen in de virtuele wereld én concreet één vlees worden met de ander.
Gereformeerde theologen als Calvijn, Amesius, Beza, Brakel, Van Maastricht, Voetius en anderen hebben ‘kwaadwillige verlating’ aangemerkt als tweede echtscheidingsgrond. Zij hebben afwegingen gemaakt en in de gebroken werkelijkheid van het ‘hier en nu’ gezocht naar een begaanbare weg. Niet ieder volgde hen daarin, onder wie Ursinus en de voetiaan Marck.
De voorbeelden die eerstgenoemden aanvoeren, bezien wij vandaag met enige scepsis. Wij kunnen niet straffeloos voorbijgaan aan de uitwerking van psychische (ziekmakende) stoornissen op gedrag. Ik noem niet meer dan de geweldige impact die een bipolaire stoornis op een relatie heeft, of een drank- of gokverslaving. Maar was de ‘zieke’ partner daar vrij van vóór het huwelijk? Het zoeken naar uitzonderingen op een basisregel wordt al gauw een valkuil van farizese casuïstiek. Is de noodleugen geoorloofd sinds Rachab (Joz.2)? Analogieredeneringen zijn geen betrouwbare route.


Een pastorale benadering

De legitimatie van echtscheiding en het openen van de deur naar een tweede huwelijk moet grondig en principieel doordacht worden. Niet gevoelens van sympathie (of antipathie) en medelijden, maar de Schrift is onze norm, leidraad en beroepsinstantie.
Er is wel een zekere dosis (geloofs)moed voor nodig niet te zwichten voor de druk van de tijdgeest en de dreiging van ‘ledenverlies’ bij een negatief antwoord op een verzoek tot kerkelijke huwelijksbevestiging. Wij zijn niet geroepen om mensen te behagen, maar om Gods wil gestalte te geven.
Dat laatste maakt ons overigens niet ongevoelig voor de menselijke tragiek en het diepe verlangen naar geluk en zegen. Wij hebben de antwoorden dan ook niet op voorraad liggen, maar worstelen naar een begaanbaar en vooral veilig pad, juist ook met het oog op het geestelijke welzijn van de betreffende broeder en zuster. Het kan zelfs zijn dat wij in de partnerkeuze gevaren zien die leiden tot herhaling van eerder ervaren ellende.
Wie zich laat leiden door gevoel en emotie, loopt het gevaar echtscheidingsgronden op te rekken en met 1 Korinthe 7 in de hand te vervallen in situationeel bepaalde uitzonderingsgevallen, waar weer een sterke precedentwerking van kan uitgaan. Moet degene die op jonge leeftijd ondanks vele waarschuwingen tot een ondoordacht huwelijk kwam dat spoedig strandde, daar de rest van het leven voor boeten? Zullen wij de vrouw wier echtgenoot psychisch ziek is, verbieden te scheiden en een nieuw gelukkig huwelijk misgunnen?
Zijn er nog kinderen thuis, dan is een stabiele situatie toch des te meer te prefereren? Dus toch maar een ‘scheidbrief’ afgeven? Maar werken we dan niet ongewild mee aan ‘overspel’? Gaan we dan niet in tegen Gods principe?
Sommige zonden hebben levenslange gevolgen, denk aan David die na zijn overspel met Bathseba de tempel niet mocht bouwen. Is er nog bereidheid om een kruis te dragen? Het kan en mag toch niet zo zijn dat onbijbelse echtscheidingsgronden door de kerk geaccepteerd worden?
Er zou zelfs een situatie kunnen ontstaan waarbij een van de partners (of beiden) in het kerkgebouw waar men reeds eerder trouw en liefde zwoer, opnieuw Gods zegen vraagt, terwijl de weg terug naar de oorspronkelijke partner nog openstaat.
Pas als duidelijk is dat echtscheiding op bijbelse gronden gelegitimeerd is, kunnen we verder. Dan is er ruimte voor een tweede huwelijk en mag in Gods Naam de zegen worden meegegeven. Natuurlijk, in een normale ambtelijke dienst hoeven we niet karig te zijn. Moeten we echter na ampele overwegingen besluiten dat een tweede huwelijk niet kan, dan is extra pastorale aandacht gewenst. Temeer als een eerder huwelijk getekend was door veel verdriet en lijden.


Gespreksvragen

In een gesprek tijdens een huisbezoek of een gesprekskring over dit onderwerp kunnen onderstaande casussen worden ingebracht:

1 Hun huwelijk werd ontbonden vanwege ontrouw van de man. Na enkele jaren komt hij tot berouw, belijdt zijn zonden, vraagt en krijgt vergeving. Zijn ex heeft inmiddels een nieuwe relatie. Kan hij opnieuw (kerkelijk) trouwen?

2 Iemand scheidt van een psychisch zieke partner (borderline), vindt een nieuwe relatie en komt weer tot een huwelijk waarover het bruidspaar Gods zegen wenst te vragen. Kan dat, al dan niet na schuld belijden?

3 ‘Een officiële kerkdienst zit er niet in. We komen het bruidspaar tegemoet door hen een niet ambtelijke samenkomst aan te bieden.’ Geef uw mening.

4 Wanneer ‘wij’ op bijbelse gronden een nieuw huwelijk afwijzen, dat desondanks toch wordt doorgezet, heeft dat dan nog consequenties met het oog op de sacramenten? Zo ja, hoe komen we uit deze impasse?


Verder lezen
- Trouwen na echtscheiding?, door J. Belder, in: De Waarheidsvriend (nrs. 6, 7, 8, 9, 11), Apeldoorn 2004
- Het huwelijk gewogen. 1 Korinthe 7, door J. van Bruggen, uitg. Ton Bolland, Amsterdam; uitg. Vuurbaak, Groningen1978 (diverse herdrukken)
- Samengevoegd: bijbelse richtlijnen voor huwelijk en seksualiteit, door D.J. Engelsma, uitg. De Groot Goudriaan, Kampen 2005
- Gij zult niet echtbreken. Het zevende gebod, door R. van Kooten, uitg. Den Hertog, Houten 1993
- Echtscheiding en hertrouwen, door Willem Ouweneel en Henk P. Medema, uitg. Medema, Vaassen 1987, 1993


Auteur van deze brochure is ds. J. Belder, hervormd emeritus predikant te Dordrecht.


Uitgave van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk
Bijlage bij De Waarheidsvriend, 20 januari 2011

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 januari 2011

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Echtscheiding en hertrouwen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 januari 2011

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's