Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Iets goeds uit Galilea

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Iets goeds uit Galilea

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ga heen, uw zoon leeft. Johannes 4:43-54

Jezus geeft opnieuw een teken. Hij geneest de zoon van een hoveling die op sterven ligt. Jezus toont dat Hij de dood de baas is en het leven geeft.

In Kana heeft Jezus water in wijn veranderd. Hij toont dat Hij gelijk is aan de Schepper en dat Hij gekomen is om alles te herscheppen. Dat teken vraagt om geloof. Het tweede teken dat Johannes beschrijft, heeft ook in Kana plaats. Een hoveling komt vanuit Kapernaüm naar Jezus toe. Zijn zoon ligt op sterven. Blijkbaar gelooft de hoveling dat daar waar Jezus is, de dood op afstand blijft. Hij deelt dat geloof met Martha. Zij gelooft dat Lazarus niet gestorven zou zijn als Jezus maar bijtijds gekomen was. Het is een rake en troostrijke gedachte. Waar Jezus is, daar kan de dood niet zijn. Hij schenkt het leven.

Jezus gaat niet mee
Je verwacht dat Jezus direct zal meegaan met deze hoveling. Zo kan Hij Zijn macht tonen. Daardoor zullen mensen tot geloof komen. Jezus lijkt deze man echter juist af te weren. Een nieuw teken zit er niet in. Jezus weet dat het volk Zijn tekenen niet doorgrondt. Ze maken het volk enthousiast en de Galileeërs trots. Hun rabbi heeft in Jeruzalem laten zien dat er uit Galilea wel degelijk iets goeds kan komen. Jezus gelooft niet in dit wondergeloof. Blijkbaar is er verschil tussen geloof en geloof. Deze hoveling ziet in Jezus een middel tot genezing. Het gaat hem uiteindelijk om de gezondheid van zijn zoon. Jezus draait het om. De genezing wordt het middel tot het geloof in Jezus. Waarom gelooft u in Christus? Is Hij het middel om iets te bereiken? Een goed leven, een gemeente om je heen tegen de eenzaamheid of een ticket naar de hemel? Het ware geloof ziet Hem niet als een middel, maar als het doel. Geloven is Hem liefhebben om wie Hij is.

Geloof op het woord
Jezus gaat niet mee om de zoon van de hoveling te genezen. De man moet het met een woord van Jezus doen. Net als de knechten op de bruiloft krijgt hij een opdracht die niet eenvoudig is. Durft hij het aan zonder Jezus terug te gaan in het geloof dat één woord van Hem voldoende is zijn zoon te genezen? Ook in ons leven valt hier de beslissing. Geloven wij de Heere op Zijn woord dat scheppend en vernieuwend is of geloven wij niet in Zijn woord en dus niet in Hem? Een beetje enthousiasme is niet voldoende. Even onder de indruk zijn ook niet. De hoveling waagt het erop. Hij had Jezus ook al Heere, ofwel kurios, genoemd. Een hoveling gebruikt dit woord niet zomaar. De keizer in Rome is de kurios. Hij is de baas. Zijn wil gebeurt. Het woord van Jezus is voor hem een test en een belofte ineen. Hij moet naar huis gaan, want zijn zoon leeft. Hij gehoorzaamt en snelt naar huis. De man gelooft in de macht van Jezus. Toch zal hij gespannen geweest zijn. Heeft hij zich niet vergist? Moet Jezus niet Zelf aanwezig zijn om zijn zoon te redden van de dood? De twijfel slaat de gelovige soms om het hart. We hebben moeite Hem op Zijn woord te vertrouwen. De slaven komen hem tegemoet. Ze bevestigen de woorden van de Heere. Uw kind leeft. Juist op het moment dat de Heere deze woorden gesproken heeft, is het kind beter geworden. Er is een direct verband tussen de woorden van Jezus en de genezing. Zijn woord heeft macht en schenkt leven.

Het geloof van de hoveling wordt door dit teken, dat het woord van de Heere onderstreept, bevestigd. Zijn geloof blijkt aanstekelijk te werken. Zijn gezin, met iedereen die erbij hoort, komt tot geloof. De hoveling heeft Jezus’ woord niet voor zichzelf gehouden.

Betekenis
Dit is het tweede teken dat Johannes beschrijft. De zoon van de hoveling is genezen. De dood moest wijken en het leven is hem door de Heere geschonken. Maar het gaat om meer. Dit teken heeft iets te betekenen. Jezus' daad is een belofte en een profetie voor Zijn Koninkrijk. De dood moet wijken voor het leven. Deze jongen wordt herschapen. Zijn vader trouwens ook. Die staat op uit een leven zonder geloof in Christus. Dat mag geen leven heten. Hij leeft nu in het vertrouwen dat Jezus zijn Redder is. Hem wil hij gehoorzamen. Dat is pas leven. Dat is opstaan in het eeuwige leven.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Iets goeds uit Galilea

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's