Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

4 minuten leestijd

Hoe vertaalt men de Bijbel in het Kusaal (Ghana)? Volken en talen, een uitgave van Wycliffe Bijbelvertalers, over vertaaldilemma’s.

In het Oude Testament wordt uitgebreid geschreven over de bouw van de tempel. In het Kusaal zorgt dat voor bijzondere dilemma’s. Oholiab, de zoon van Achisamach, uit de stam Dan, een bekwaam vakman, had hem terzijde gestaan; hij kon weven en borduren met blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol en getwijnd linnen garen. (Exodus 38:23) Het Kusaal heeft slechts drie woorden voor kleuren: wit, zwart en blauw. (Daarbij is het woord voor blauw eigenlijk een Engels leenwoord: blue!) Probeer dan maar eens specifieke woorden te bedenken om de kleur van blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol weer te geven.

Besaleël maakte de ark van acaciahout, twee-en-een-halve el lang, anderhalve el breed en anderhalve el hoog. (Exodus 37:1) Het Kusaal heeft geen lengtematen. De enige maat die men heeft is die van de rok van een vrouw. Een defi nitieve keuze is nog niet gemaakt, maar waarschijnlijk wordt de lengte van een rok omgerekend en gebruikt als lengtemaat.

Mr. J.P. de Man gaf een levensbeschrijving uit over ds. A. Meijers (1893-1993), die jarenlang voorzitter is geweest van de GZB (besteladres j.p.deman@planet.nl). Twee fragmenten:

• In Woubrugge (1919-1923):

Men moet zich realiseren dat in die tijd vanuit de gereformeerde kerken werd neergekeken op alles wat hervormd was, ook al was het orthodox hervormd. Tekenend voor de sfeer is bijvoorbeeld het voorval dat in Woubrugge op een gegeven moment de gereformeerde plaatselijke collega aan de hervormde pastorie aanbelde en vroeg of ‘mijnheer’ thuis was. De dienstbode, die hem te woord stond, antwoordde direct zeer gevat dat ‘mijnheer de dominee’ niet thuis was.

• In ’s-Grevelduin-Capelle (1923-1926):

Tekenend was ook dat de gemeente aangesloten was bij het zogenaamde convent van gereformeerde kerkenraden, in het leven geroepen door prof.dr. Hugo Visscher en nadien ook voortgezet door dr. J. Severijn, in de jaren twintig. Het is echter de vraag of men dit alles wel bewust onderscheidde. Zo is het gebleken dat omstreeks 1932 de kerkenraad voltallig, althans met algemene stemmen, had besloten om een beroep uit te brengen op ds. J.G. Woelderink te Vreeswijk. Dit beroep is niet doorgegaan, echter uitsluitend om de reden dat Woelderink had aangegeven op dat moment geen beroep in overweging te kunnen nemen (waarschijnlijk in verband met de ernstige ziekte van diens vrouw). Zulks terwijl het bekend was dat ds. Woelderink een andere kerkvisie had dan dr. J. Severijn in die dagen. De indruk ontstaat dat Meijers zich in deze situatie heeft geschikt. Zo wordt van hem niet vernomen dat hij geopponeerd heeft tegen de band met het convent van gereformeerde kerkenraden. Hierbij moet in ogenschouw worden genomen dat Meijers, zoals ieder mens, een kind is van zijn tijd en van de situatie waarin hij is geplaatst. Bekende stellingnamen die gemeengoed waren in de hoofdstroming binnen de Gereformeerde Bond werden door hem onderschreven tezamen met de kerkenraad. Het geheel van de notulen in die jaren ademt een geest van congenialiteit tussen predikant en kerkenraad. Ondertussen blijkt hij toch op een wat minder opvallende manier binnen de kerkenraad het kerkelijk besef te hebben willen aankweken. Zo wordt op bijna iedere vergadering het onderdeel ‘Synodalia’ aan de orde gesteld. Onder dit vergaderpunt valt dan de kennisneming en bespreking van stukken die van de zijde van de synode waren binnengekomen. Verzoeken zijdens de synode worden uitermate serieus genomen en zeker niet als zaken die voor kennisgeving worden aangekomen, zonder dat er verder iets mee wordt gedaan. Zonder expliciet hierin te zijn, heeft Meijers steeds tussen de regels door het kerkelijk besef in de kerkenraad (en uiteraard ook in de gemeente) bevorderd. Met name door de zaken op synodaal niveau regelmatig aan de orde te stellen, daarvan mededeling te doen en op constructieve wijze daar over door te spreken met de kerkenraad. De kerk in haar geheel blijft steeds binnen het blikveld.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's