Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

’t Hart en de Vrijmaking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

’t Hart en de Vrijmaking

Presentatie boek ‘Kerkscheuring in oorlogstijd’

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Heilige Gregoriuskerk in Amersfoort werd woensdag 18 mei nog eens teruggeblikt op de Vrijmaking. Oud-minister Job de Ruyter heeft over die dramatische gebeurtenis eens vertwijfeld had uitgeroepen: ‘Vertel mij, hoe kon het gebeuren?’

Terwijl de hele wereld zich druk maakte om de oorlog, hield men zich in de kerk bezig met de vraag of er tijdens de kinderdoop al dan niet sprake was van wedergeboorte. Dat heb ik altijd zoiets wonderlijks gevonden. Dat zei Maarten ’t Hart – volgens historicus Wim Berkelaar ‘de meest afvallige gereformeerde’ – in een interview voor de VPRO-gids. Het ging over de Vrijmaking van 1944, toen de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) zich afscheidden van de Gereformeerde Kerken (synodaal). De kwestie was of je een kind in de lijn van Kuyper doopte op grond van ‘veronderstelde wedergeboorte’ (synodalen) of dat de doop een teken was van Gods belofte dat je Zijn kind mag zijn (K. Schilder). De vraag van ’t Hart hoe het zover kon komen is historici in toenemende mate gaan bezighouden. Berkelaar: ‘Hoe kon het gebeuren dat gereformeerden, die merendeels zij aan zij stonden in een moedige strijd tegen de Duitse bezetter, onderling slaags raakten – zodanig dat het tot een kerkscheuring leidde?’ Overigens, in Amersfoort, waar de kerkelijke strijd in alle hevigheid woedde, heeft men de Vrijmaking uitgesteld tot direct na de oorlog. En ook ds. C. Veenhof ging pas na de oorlog met de Vrijmaking mee.

Presentatie
Wim Berkelaar en Gerard Raven stelden een boek samen, met de titel Kerkscheuring in oorlogstijd. Oorlog en Vrijmaking in Amersfoort en Utrecht. Het eerste exemplaar werd 18 mei in Amersfoort aangeboden aan niemand minder dan Maarten ’t Hart, die opgroeide in de Gereformeerde Kerk van Maassluis en daar de Vrijmaking meemaakte. Vader ’t Hart stamde uit de Afscheiding, moeder uit de Doleantie. Hoewel vader de Vrijmaking was toegedaan, bleef hij toch binnen de Gereformeerde Kerken. Maar, ‘let op hoe het daar toegaat’, zei hij. ‘Snel naar de doopvont, dopen direct na de geboorte.’ Maarten ’t Hart zelf werd dus pas een maand na zijn geboorte gedoopt. Vader maakte op 11 augustus 1944 in Den Haag de voorlezing van de acte van Vrijmaking en Wederkeer door K. Schilder mee. Overigens zou ook Schilder zelf de kwestie over de oorlog hebben willen heen tillen.

Kruidig
Maarten ’t Hart, de meest afvallige dus, is altijd goed voor een kruidig verhaal. In al zijn boeken laat hij niet na de ongeloofwaardigheid van de Schrift te stipuleren, en bijbelwoorden voor eigen gebruik dan wel misbruik te hanteren. Maar kom niet aan de Statenvertaling in de meest oorspronkelijke versie. Net als andere literatoren, houdt hij die ‘in ere’, de inhoud ten spijt. Zo meldde hij bij de presentatie ook dat zijn sympathie helemaal bij de vrijgemaakten ligt en niet bij de synodalen. Hij was ook thuis in de werken van K. Schilder. ‘Wat is de hel?’ vond hij ‘prettiger’ om te lezen dan ‘Wat is de hemel?’. ’t Hart kwam ook op te merken dat zijn vader in Maasluis van tijd tot tijd bij de christelijke gereformeerden kerkte. Daar stond toen ds. E. Venema, ‘een hele zware’. Voor die dominee waren de Christelijke Gereformeerde Kerken nog te licht. Hij ging over naar de Gereformeerde Gemeenten. ’t Hart meldde dat hij nog prekenbandjes van hem had, ‘prachtig’. Hij zei ook nog dat hij prof.dr. G.C. Berkouwer een keer had gevraagd waarom de synodaalgereformeerden in diens jonge jaren zo star waren. ‘We waren bang voor Schilder’, zei Berkouwer.

Scherp
Een van de antwoorden op de vraag hoe het zo ver heeft kunnen komen was: alles stond op scherp. De gereformeerden stonden in het algemeen scherp tegenover de toenmalige overheid. Ze trokken die lijn ook door naar synodale machthebbers. Schilder zelf – bestrijder van het nazisme van het eerste uur – moest van een onderduikadres komen toen hij de acte van Vrijmaking in 1944 moest voorlezen. Kort voor zijn dood in 1952 heeft ds. B. Holwerda, een van de Amersfoortse dominees die met de Vrijmaking meegingen, nog even teruggeblikt op de oorlogsjaren: ‘Mijn politieke roeping was toen gebleven: ik moest in waarheid AR zijn. Ik kon het niet openbaren door op een AR-man te stemmen, in organisatieverband op te treden. Maar de roeping was er, en de roeping vroeg veel meer inspanning. Toen was het bittere ernst: voor je vorstin blijven bidden, toen de moffen op het punt stonden je naar een kamp te deporteren; het recht betrachten, en dus met levensgevaar onderduikers zien te houden uit de Duitse klauwen; sociale zorg betonen, dus je inspannen om berooiden te helpen. Toen heb ik voor het eerst begrepen: al dat organisatorische van lidmaatschap, contributie, vergaderingen enz., nu ja, dat behoort er wel min of meer bij; maar het eigenlijke ligt elders. Primair is of je politiek werkelijk gelooft en betracht wat op papier staat, en of je daaraan vasthoudt ook als het gevaarlijk wordt. Ik heb toen vele voormannen gezien, die voor de oorlog prachtig AR waren, knappe speechen hielden over overheidsgezag, openbare zedelijkheid, sociale paragraaf; maar die toen het erop aankwam het gebed voor de koningin staakten, onderduikers lieten omkomen, terwijl ze zelf nog geen pond natuurboter minder aten in ’44 dan toen de oorlog begon.’ De strijd van Holwerda tegen de Duitse bezetter en tegen de synode waren voor hem, zegt prof.dr. G. Harinck in de bundel, ‘een zuivering van het nationale en het kerkelijke leven.’ Maar of het kerkelijke leven er door gezuiverd is?

Handen op elkaar
Het was wel verbazingwekkend dat het toch in hoge mate kalende en grijzende vrijgemaakte gezelschap bij de presentatie van het boek zo gemakkelijk de handen op elkaar kreeg voor een auteur die zijn afkeer van zijn gereformeerde verleden de jaren door zo luide kenbaar maakte en intussen met dat verleden ook zo duidelijk koketteert. Dat had Schilder nooit kunnen bevroeden.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 mei 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

’t Hart en de Vrijmaking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 mei 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's