Gods eigen wapen
De Geest maakt Zijn werk af
(…) Niet door kracht en niet door geweld, maar door Mijn Geest (…) Zacharia 4:6
De Heere heeft een eigen wapen. Dat is de Heilige Geest. Door deze Geest neemt Hij harten van jongeren en ouderen in beslag. Nee, niet door kracht en ook niet door geweld, maar door Zijn Geest.
Gods eigen wapen. Zo wordt de Koninklijke Marechaussee, ons vierde krijgsmachtsdeel, tot op de dag van vandaag wel eens genoemd. Deze slogan is ontstaan in het recente verleden. Velen die bij de marechaussee gingen werken, kwamen uit protestants-christelijke gezinnen. Bij hen leefde trouw aan het gezag van de overheid en ook trouw aan Gods gezag. Zo werd er gesproken over ‘Gods eigen wapen’. De profeet Zacharia schrijft over de Heilige Geest als Gods eigen wapen. In het machtige vijfde visioen met de gouden kandelaar en de twee olijfbomen zegt de Engel dat de Heere niet door kracht en niet door geweld, maar door Zijn Geest werkt. De betekenis ervan was Zacharia niet direct duidelijk. Het is dan ook een illustratie van Gods werk. Daar mogen we moed en kracht uit putten. Het werk van God gaat door. De Geest zal Zijn werk voleindigen.
Op de puinhopen
Dit zal Zacharia zeker hebben aangesproken. Jeruzalem was een ruïne geworden. De mensen zaten moedeloos op de puinhopen. Maar God zal Sion nog troosten en Jeruzalem verkiezen, en dat krachtens het verbond. Al vijftien jaar ligt de herbouw van de tempel stil. Kan het werk nog worden voltooid? Hoe moet de dienst van de verzoening anders plaatsvinden? Zal Gods Koninkrijk op deze aarde nog opgebouwd worden? En dat in een tijd van secularisatie en kerkverlating? Misschien maakt het ons moedeloos als we evangelisatie bedrijven in het dorp of de stad waar we wonen en werken. Maar de Heere laat Zacharia wat zien. Hij wordt wakker uit zijn slaap. Een gouden kandelaar ziet hij. Dat doet Zacharia natuurlijk denken aan de tempel. Het reservoir wordt voortdurend gevuld en de olie loopt naar de zeven armen. De menora, kandelaar, is een teken van de Geest van God. Daar straalde het licht van Gods openbaring. De zeven armen, de zeven Geesten, zijn de volheid van Gods werk. Zo is Gods Geest werkzaam in de tempel en in de gemeente van Christus vandaag, namelijk in de dienst van de verzoening. In de verkondiging van het Evangelie. Daar zet de Heilige Geest Christus in de schijnwerpers. In het volle licht. Dat doet de duisternis verdrijven. Dus niet door kracht of door geweld, maar door Mijn Geest.
Zelf doen
Is dat voor ons geen moeilijke les? Wij willen het graag zelf doen. Wij zijn doe het zelvers bij uitstek. ‘Ik steek liever zelf de handen uit de mouwen. Wij zullen…’ Daar zet God een radicale streep doorheen. Wij zullen niets. Als Hij in ons werkt door de kracht van Zijn Geest, houden wij op met werken. Dan heb je ontdekt dat onze vrome en godsdienstige arbeid tekort is. Dan ga je met je eigen vrome klusbedrijf failliet. Dan capituleer je voor Hem en leer je te luisteren naar Zijn stem. Daar helpt de Heilige Geest je bij. Van stap tot stap en van dag tot dag, ons leven lang. Jezus zei ooit: ‘Ik ben het licht der wereld.’ En een eigenschap van licht is dat het zich verspreidt. Dit visioen vindt haar diepste geheim in Christus. Zo is Zijn naam niet alleen bekend gebleven rond de landen van de Middellandse Zee. Zijn naam gaat als een lopend vuur over de gehele wereld. Met de uitstorting van de Heilige Geest, op de eerste Pinksterdag, is Gods wereldinvasie begonnen. Niet door kracht of door geweld, maar door Gods Geest. Dat is Zijn ‘wapen’. Geeft dat geen hoop en verwachting? Gods werk gaat door. Hij laat het licht branden en schijnen midden in de wereld. In het wapen van Israël staat een zevenarmige kandelaar. En wie wel eens in Israël was, weet dat voor de Knesset een grote menora staat. Daar staat de geschiedenis van Israël te lezen, met daarbij onze tekst. Midden in Jeruzalem blijft dat woord staan. De menora brandt nog niet. Er is nog geen olie. We bidden dan ook voor Israël, het volk dat Gods naam draagt, de woorden van Mozes: ‘Och, of allen van het volk van de HEERE profeten waren, dat de HEERE Zijn Geest over hen gaf!’ Zo bidden we ook voor de kerk, voor de gemeente, voor elkaar. We bidden om de voltooiing van Gods werk. ‘Verlaat niet wat Uw hand begon, o Levensbron, wil bijstand zenden.’
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 2011
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 2011
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's