Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ieder activisme is ons vreemd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ieder activisme is ons vreemd

‘Pijnlijk dat samenwerking in de Senaat verbroken is’

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zij vertegenwoordigden vier jaar lang twee verschillende partijen in de Eerste Kamer, de ChristenUnie en de SGP. Maar hun gemeenschappelijke hervormd-gereformeerde achtergrond gaf herkenning over partijmuren heen. ‘We voelden ons zeer verbonden met elkaar.’

Vier jaar zaten zij samen in de Eerste Kamer als hervormdgereformeerde volksvertegenwoordigers: mevrouw mr. E.F. Lagerwerf-Vergunst namens de ChristenUnie, mr. G. Holdijk namens de SGP. Recent is Lagerwerf uit de Kamer gegaan, om meer tijd te krijgen voor haar werk als vicepresident van de rechtbank in Rotterdam. Holdijk heeft voor een nieuwe en laatste periode bijgetekend. De partijen van beide volksvertegenwoordigers hadden een nauwe samenwerking. Zo vergaderden de fracties gezamenlijk en voerden zij namens elkaar het woord. Het feit dat de ChristenUnie in de regering zat en de SGP in de oppositie, stond daaraan niet in de weg. Lagerwerf: ‘Mensen van andere partijen vonden het in die periode bijzonder dat wij zo nauw samenwerkten.’ Behalve hervormdgereformeerd zijn beide volksvertegenwoordigers ook jurist. Dat is te merken aan de zorgvuldige en genuanceerde manier waarop zij spreken over onderwerpen als de verhouding van de Eerste en Tweede Kamer, Bijbel en recht, christelijke politiek. Zij willen recht doen aan het onderwerp; eenzijdige typeringen passen daar niet bij.

Rol Eerste Kamer
De laatste tijd is de rol van de Eerste Kamer een veelbesproken onderwerp. De SGP kan, in de persoon van Holdijk, het huidige gedoogkabinet net aan een meerderheid helpen. In de media wordt het voorgesteld alsof de Eerste Kamer ongeveer op dezelfde manier functioneert als de Tweede Kamer. Niets blijkt minder waar. Lagerwerf geeft aan dat de sfeer en werkwijze in de Eerste Kamer heel anders zijn. Zij verwijst naar een recent verschenen artikel in NRC Handelsblad met de titel ‘Beschaafde rituelen in de senaat’. Hierin wordt beschreven hoe een kamerlid interrumpeert: 'Dat doe je ongeveer zo: je staat voorzichtig op uit je krakende groene bankje, leunt er tegenaan, wacht tot iemand zijn zin, of ‘tekstblokje’, heeft afgemaakt. Dan loop je langzaam naar de interruptiemicrofoon, handen op de rug, en vraagt permissie. Voorzitter, mag ik?' ‘Dat schijnt heel bijzonder te zijn.’ Maar zij kan zich wel voorstellen dat zoiets opvalt als je het vergelijkt met de Tweede Kamer waar soms wel vijf politici zich bij de interruptiemicrofoon verdringen.

Wetsgeschiedenis
Holdijk en Lagerwerf leggen uit dat de Eerste Kamer niet vaak een wetsvoorstel verwerpt. Dat betekent niet dat elk voorstel klakkeloos wordt aanvaard. Zij wijzen erop dat zij de minister toezeggingen kunnen ontlokken. Die kunnen bijvoorbeeld inhouden dat er een reparatiewet komt of dat invoering van een wet wordt uitgesteld. Op deze wijze is wat in de Eerste Kamer gebeurt, van direct belang voor de praktijk. Lagerwerf wijst er verder op dat de bespreking van een wetsvoorstel in de Eerste Kamer onderdeel wordt van de wetsgeschiedenis. Dat heeft gevolgen voor de wijze waarop de wet in de praktijk wordt uitgelegd en toegepast. Als voorbeeld verwijst zij naar haar voormalige werk als plaatsvervangend lid van de Commissie Gelijke Behandeling, die toeziet op de naleving van de Algemene wet gelijke behandeling. De minister had bij de behandeling van die wet in de Eerste Kamer verschillende voorbeelden gegeven om belangrijke bepalingen in de wet te verduidelijken. ‘Dat zijn handvatten voor de praktijk, bij voorbeeld bij de uitleg van bepaalde begrippen.’

Afwijkend standpunt
Meer dan de Tweede Kamer toetst de Eerste Kamer of een wet in overeenstemming is met algemene rechtsbeginselen, Verdragen en de Grondwet. Ook wordt gelet op de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van wetten. De politieke beoordeling vindt meer in de Tweede Kamer plaats. Daar is belangrijker of een wetsvoorstel overeenkomt met het partijprogramma om voor of tegen een bepaald wetsvoorstel te zijn. Holdijk: ‘Het komt voor dat een fractie in de Eerste Kamer afwijkt van het standpunt van de fractie in de Tweede Kamer.’ Een recent voorbeeld hiervan is de unanieme verwerping in de Eerste Kamer van de Wet op het Elektronisch Patiënten Dossier. De VVD-fractie in de Tweede Kamer was voor, maar de VVDfractie in de Eerste Kamer stemde tegen. Holdijk benadrukt dat de VVD-fractie als coalitiepartij zoiets één keer kan doen, maar geen twee of drie keer. Dan ontstaat er een probleem. Lagerwerf spreekt uit eigen ervaring als ze zegt: ‘Je hebt minder vrijheid om een afwijkend standpunt in te nemen als je partij in de regering zit, ondanks het feit dat de coalitiefracties officieel niet gebonden zijn aan het regeerakkoord.’

Motie-inflatie
Een opmerkelijk verschil tussen de beide kamers is verder dat het in de Eerste Kamer regelmatig voorkomt dat één woordvoerder namens alle partijen spreekt. Dat zou in de Tweede Kamer ondenkbaar zijn. Een ontwikkeling van de laatste jaren is dat in de Eerste Kamer steeds meer moties worden ingediend. Soms worden er bij een debat wel vijf of zes moties ingediend. Lagerwerf: ‘Daar hebben we een nieuw woord voor: motieinflatie.’ Volgens Holdijk draagt het niet bij aan het gezag van de Eerste Kamer. Voor het evenwicht in het staatsbestel vindt hij het van groot belang dat de Eerste Kamer zich aan haar eigen taak houdt. De persoonlijke verhoudingen tussen de leden van de Eerste Kamer zijn in het algemeen goed. Holdijk: ‘De omgangsvormen zijn heel vriendelijk en ook respectvol.’

Christelijke politiek
Welke invloed heeft de Bijbel op de wijze waarop Holdijk en Lagerwerf wetgeving beoordelen? Is er een directe relatie te leggen tussen wat de Bijbel zegt over bijvoorbeeld het omgaan met vreemdelingen en asielbeleid? Lagerwerf antwoordt dat bijbelse gegevens niet één op één kunnen worden overgezet naar de huidige tijd. Een vertaalslag is nodig, die door christenen op verschillende manieren kan worden gemaakt. Stellig: ‘Je moet standpunten van anderen, die op grond van de Bijbel tot een andere waardering komen, niet wegzetten als onbijbels. Dat vind ik pretentieus.’ Tegelijkertijd stelt zij: ‘Wat de Bijbel zegt over de omgang met vreemdelingen, heeft ons zeker iets te zeggen.’ Als voorbeeld van een politieke stellingname die direct terugging op de Bijbel, noemt Holdijk de opheffing van het bordeelverbod. ‘Daartegen hebben wij frontaal positie gekozen. Niet alleen vanuit de vraag: is dit effectief ? Ook vanuit een bijbelse mensvisie. De menselijke waardigheid zoals de Bijbel die leert, is hier in het geding.’ Lagerwerf benadrukt het onderscheid tussen christelijke politiek en politiek, bedreven door christenen. Gedecideerd: ‘Ik houd niet van de term 'christenpoliticus'. Je bent in de eerste plaats aanspreekbaar op de kwaliteit van je werk. Ieder beroep is een goddelijk beroep. In dat opzicht verschilt een christelijke politicus niet van bij voorbeeld een christelijke fietsenmaker. Wanneer je als christen de kantjes ervan afloopt, loop je de Meester voor de voeten.’ Christelijke politiek omschrijft zij als ‘politiek gebaseerd op christelijke uitgangspunten’. Holdijk, nadenkend: ‘Je creëert distantie tussen geloof en politiek, géén scheiding. Het is wel belangrijk dat je geloofwaardig bent in het geheel van je optreden. Anders word je daar op een gegeven moment wel op aangesproken.’

Samenwerking CU-SGP
Doet christelijke politiek er nog wel zoveel toe? Daarvoor bestond al weinig ruimte – zeker sinds de laatste verkiezingsuitslagen zijn de mogelijkheden heel gering geworden. Lagerwerf vindt christelijke politiek desondanks belangrijk: ‘Je kunt laten zien dat de geboden van God de samenleving ten goede komen.’ Juist daarom vindt zij het ‘een aanklacht’ voor de christelijke politiek dat de samenwerking in de Eerste Kamer tussen ChristenUnie en SGP is verbroken. ‘Voor die samenwerking heb ik mij juist altijd ingezet. Het doet mij pijn dat die verbroken is.’ Vragend naar Holdijk: ‘Doet het jou ook pijn, Gerrit?’ Holdijk, zijn woorden zorgvuldig kiezend, noemt het een ‘slecht signaal’ en een ‘jammerlijke ontwikkeling’ dat beide fracties nu gescheiden optrekken. ‘Het is nogal wat als je zegt dat je daar geen pijn over voelt.’

Minderheid
Steeds meer christenen stemmen op een niet-christelijke partij. Lagerwerf vertelt hoe een christelijke kiezer haar meedeelde dit keer op D66 te hebben gestemd, want die partij was voor de komst van een bepaalde brug. Op de vraag wat zij aan dergelijke kiezers zou willen zeggen, antwoordt ze: ‘Dit moeten de partijen zich aantrekken. Die moeten eerst zorgen dat ze een goed verhaal hebben, en dat vervolgens overbrengen.’ Want het ontbreekt volgens haar vooral aan een goed verhaal dat de kiezers overtuigt. Als voorbeeld noemt zij de bezuinigingen die de huidige regering oplegt. ‘Iedereen beseft dat bezuinigingen noodzakelijk zijn. Maar welk verhaal zit achter dit beleid; welke argumenten liggen ten grondslag aan de gemaakte keuzes? Ik heb het nog niet gehoord.’ Ligt dat misschien aan het huidige politieke klimaat? kan dat misschien worden gekenschetst met het woord ‘onzekerheid’? Bijvoorbeeld onzekerheid in economisch opzicht? Holdijk reageert: ‘er is veel onzekerheid en geen vertrouwen.’ Lagerwerf, instemmend: ‘er is geen vertrouwen van de burgers in de overheid én er is geen vertrouwen van de overheid in de burger. Het is een interessante vraag wat hier de kip en wat het ei is.’ Op de vraag hoe christelijke politici zich nu moeten opstellen, antwoordt Holdijk, bedachtzaam formulerend: ‘Besef een minderheid te zijn, en heb dan toch de pretentie leiding te geven aan de samenleving.’ Lagerwerf vult aan: ‘We moeten fier gaan voor ons eigen verhaal.’

Verbondenheid
Hebben Holdijk en Lagerwerf, terugblikkend op het werk in de kamer, het maatschappelijke klimaat voor christenen zien veranderen? In antwoord hierop verwijst Holdijk naar zijn bijdrage aan de laatste Algemene Beschouwingen. Daarin waarschuwde hij voor de doorwerking van het gelijkheidsdenken in de samenleving, wat ten koste gaat van christelijke waarden. ‘Het seculiere klimaat vind ik wel killer worden.’ Lagerwerf: ‘De gevolgen hiervan zijn niet alleen voelbaar in de christelijke politiek, maar misschien nog wel meer voor het christelijk onderwijs en levensbeschouwelijke organisaties.’ Op de vraag wat kenmerkend is voor hun hervormdgereformeerde inslag, antwoordt Lagerwerf: ‘Ieder activisme is ons vreemd.’ Zij suggereert dat ‘afgescheiden karakters’ wellicht een rol hebben gespeeld bij de verbreking van de samenwerking tussen ChristenUnie en SGP in de eerste kamer. Holdijk, aarzelend: ‘De gedachte is een beetje speculatief, maar niet onzinnig.’

Voetbalwet
Het hervormd-gereformeerd zijn maakte dat Holdijk en Lagerwerf in de Eerste kamer herkenning bij elkaar vonden en het onder meer daarom goed samen konden vinden, ondanks dat zij bij verschillende partijen zaten. Op de vraag hoe hij Lagerwerf typeert na vier jaar samenwerking, antwoordt Holdijk: ‘Flora heeft zich als een gekwalifi ceerd juriste opgesteld. verder noemt hij haar ‘onafhankelijk’ naar alle kanten: naar de kamer, naar de regering; ook binnen de eigen fractie. Als voorbeeld van haar onafhankelijke opstelling noemt hij de voetbalwet. Deze wet geeft burgemeesters meer bevoegdheden om overlast en vandalisme rond voetbalwedstrijden tegen te gaan. Aanvankelijk was hij net als mevrouw Lagerwerf tegen die wet, maar hij liet zich – tezamen met de overige fractieleden – door de argumenten van de minister overtuigen. Mevrouw Lagerwerf had echter moeite met bepaalde maatregelen over jonge kinderen en stemde tegen. Op haar beurt zegt Lagerwerf, Holdijk persoonlijk aansprekend: ‘Je bent een wijze man, maar je moet die wijsheid altijd uit jou trekken.’ Zij vervolgt: ‘In fractievergaderingen zei ik soms: nu even allemaal stil zijn en luisteren naar wat Gerrit vindt.’ Holdijk: ‘Ik vind het jammer dat ik zonder Flora verder moet.’ Lagerwerf: ‘We voelden ons zeer verbonden met elkaar.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 juni 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Ieder activisme is ons vreemd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 juni 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's