Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet braaf maar goddeloos

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet braaf maar goddeloos

Psalmberijming 1773

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een goed christen houdt van de berijming van 1773. Toch is meer dan één onverdacht gereformeerd predikant voorstander van revisie. Struikelblok is vooral het verlichtingsdenken dat in de berijming tastbaar is.

De invoering van de nieuwe psalmberijming in 1773 gaat in de kerk niet zonder slag of stoot. De psalmverzen van Datheen zijn ingeburgerd en hebben populariteit verworven. Ze zijn geladen met emotie en bieden troost in een moeilijke situatie. Ook zorgt de nieuwe zangwijze – op een verkorte manier – soms voor problemen. Uit weerzin tegen de verandering verstoort in Maassluis een aantal gemeenteleden zelfs de eredienst. Zowel in de zeventiende als in de achttiende eeuw blijft het uitsluitend gebruik van psalmen in de eredienst voor de Nederlandse gereformeerde kerk een kenmerkend principe. Maar al in de zeventiende eeuw hebben predikanten, die we kunnen rekenen tot geestverwanten van de Nadere Reformatie, forse kritiek geuit op de psalmberijming van Datheen. Omdat de Staten-Generaal het houden van een nationale synode tegenhoudt en de provinciale synoden onderling maar moeizaam communiceren, verandert er aan de kerkzang niets.

Statencommissie
Met goedkeuring van de Algemene Staten gaat in 1773 toch een ingestelde commissie aan de slag met enkele belangrijke criteria voor herziening van de psalmen. De taal moet begrijpelijk zijn. De berijmde tekst mag niet in tegenspraak zijn met de onberijmde bijbeltekst, moet ook in overeenstemming zijn met de dan geldende godsdienstige gevoelens en niet afwijken van de gereformeerde leer zoals de formulieren van enigheid die verwoorden. Het is niet de bedoeling dat er een heel nieuwe berijming komt. De commissie vergelijkt drie psalmberijmingen en maakt daar een selectie uit. Gekozen wordt uit de berijming van Johannes Eusebius Voet (1764), de berijming van het genootschap Laus Deo, Salus Populo (1760) en de berijming van Hendrik Ghijsen (1686). In de tijd van een halfjaar wordt het nieuwe psalmboek in het Mauritshuis in Den Haag samengesteld. De commissie heeft 118 vergaderingen nodig om te kiezen, te wijzigen en te verbeteren. Honderden veranderingen brengen de leden in de geselecteerde psalmen aan. Met het muzikale aspect houden ze zich niet bezig.

Achtergrond
De commissie neemt van de berijming van Voet 82 psalmen en enige gezangen over. Voet heeft een onbetwist gereformeerde achtergrond. Zijn berijming sluit aan bij de Statenvertaling en heeft overeenkomst met de versvormen van Datheen. Uit de berijming van Laus Deo, Salus Populo komen 58 psalmen. Deze berijming wordt al gebruikt in doopsgezinde en remonstrantse kring. Het is een groep met een gemengde kerkelijke achtergrond. Hoewel de dichters hun namen niet bekendmaken, weten wij dat Lucretia van Merken en haar echtgenoot Nicolaas Winter bij de acht dichters behoren. Lucretia levert de meeste psalmen. Van haar worden zeventien psalmen in de Statenberijming opgenomen. Van Ghijssen worden tien psalmen opgenomen. Hij heeft geen zelfstandig werk geleverd; zijn berijming is een combinatie van wat hij het beste acht uit andere berijmingen.

Verlichtingsdenken
De tijd van ontstaan van psalmberijming van 1773 heeft een duidelijke neerslag op de formuleringen. Achttiende-eeuwers bedienen zich van een taal die dan gebruikelijk is. Elementen van de Verlichting – een optimistisch mensbeeld, tolerantie en rationalisme – ontbreken niet in de psalmverzen. Zo tonen de eerste verzen van Psalm 14 en 53 een rationalistische inslag. Het woord deugd is een heus verlichtingsstopwoord. In de berijming van Psalm 1 komt naar voren dat wie deugdzaam leeft voor God goed is. De vrome, godsdienstige mens staat in het middelpunt. Vers 8 van Psalm 15 bezingt de lof van de deugd en vers 10 van Psalm 105 noemt de vrome Jozef, rijk in deugd. Gods Woord leert echter dat niet de brave Hendrik maar de goddeloze wordt gerechtvaardigd. We treffen in de berijming ook namen voor God aan die niet in de Bijbel staan. Het is een invloed van het godsdienstig klimaat in de tijd van de Verlichting, waarin de gelijkschakeling van alle goden accent krijgt en elke godsdienst bestaansrecht heeft. De berijming stelt God regelmatig voor als Opperheer (2:2, 11:2, 21:5, 24:4, 78:14, 79:6, 87:2, 92:1, 97:1,4, 98:3, 105:21,106:1,12,26, 108:1), als Opperkoning (28:2), als Oppermacht (12:4, 90:2), als Oppermajesteit (26:7, 104:1,12, 107:1, 118:1,14, 139:1, 143:1), als Oppervoogd (75:4) en als Opperwezen (7:5, 8:1, 33:4, 38:1, 40:2, 68:17, 71:16, 77:1, 78:11,18, 96:5). Ondanks deze manco’s gebruiken we de berijming van 1773 vandaag al meer dan twee eeuwen – en dat met vreugde. Er zijn verzen die niemand wil missen. Ze worden nog steeds met herkenning en instemming gezongen in de goede strijd van het geloof, ze geven troost en uitzicht bij ons sterven. Het zou een groot verlies zijn wanneer deze prachtige geestelijke liederen in de vergetelheid kwamen.

Revisie
Toch schrijft de hervormd-gereformeerde predikant A. Vroegindeweij in 1967 in het boek In antwoord dat hij een voorstander is van een revisie van de berijming van 1773. Ook hij signaleert de gebreken die aan deze psalmberijming kleven. Volgens hem zijn er verzen die we nooit of bijna nooit zingen. Hij pleit daarom voor godvrezende dichters, die de psalmen gaan berijmen. Zijn voorstel is om met behoud van de mooie klassieke verzen uit ‘1773’ een nieuwe berijming te maken, die in zijn geheel kan worden gebruikt. Vierenveertig jaar na het voorstel van ds. Vroegindeweij stelt het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond een (interkerkelijke) commissie Herziening Psalmberijming in waaruit mogelijk een beter zingbare psalmbundel – met de psalmberijming van 1773 als uitgangspunt – voortkomt. Niemand kan toch bezwaar maken tegen het kuisen van formuleringen en namen beïnvloed zijn door de Verlichting?

Taak
In 1773 krijgt de commissie de opdracht mee om te zorgen voor begrijpelijke taal. Hebben wij anno 2011 niet dezelfde taak, zonder afbreuk te doen aan stijl, vormgeving en zingbaarheid? Herziening is wenselijk, maar ook noodzakelijk om in de toekomst de taal van de psalmen te kunnen blijven begrijpen. In de berijming van 1773 staat een groot aantal woorden die in onze tijd niet meer begrepen worden: hun betekenis is in de tussenliggende eeuwen veranderd of ze hebben een andere gevoelsinhoud gekregen. Woorden als euvelmoed, muitgespan, ongeneugt, samenrotten, outer, prangen, wrevelmoedig zijn daarvan een voorbeeld. Bij een revisie is het de hoop dat ds. Vroegindeweij gelijk krijgt: ‘Wanneer dit (revisie, J.H.) mogelijk zou blijken, zou dit een rijke vrucht voor het kerkelijke en geestelijk leven af kunnen werpen.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Niet braaf maar goddeloos

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's