Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tijd van iPhone, iPad en iMac

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tijd van iPhone, iPad en iMac

Bewust omgaan met media

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De reformatorische Nederlander bezit dezelfde iMac, iPhone en iPad als zijn nietchristelijke buurman. Er is op dit punt van een ‘gij geheel anders’ geen sprake. Is het inzicht van wat bijbels verantwoord is wel goed ontwikkeld?

Afgelopen maand overleed op 56-jarige leeftijd Steve Jobs, een van de oprichters van het bekende Amerikaanse bedrijf Apple. Dit bedrijf heeft door veel aandacht aan de toegankelijkheid en gebruikersvriendelijkheid van zijn ontwerpen te besteden enorm bijgedragen aan de opkomst van de informatie- en communicatietechnieken in het dagelijks leven. Iedereen kent de pro- ducten van Apple, waarvan de namen meestal met de letter i beginnen (iPod en iPhone). Jobs’ overlijden was aanleiding tot allerlei beschouwingen, waarin hij bijna nog sterker verafgood werd dan tijdens zijn leven. Wat heeft de opkomst van de informatie- en communicatiemiddelen de samenleving gebracht?

Televisie
Onlangs verscheen in het Reformatorisch Dagblad een serie artikelen naar aanleiding van het feit dat er in ons land inmiddels al zestig jaar televisieprogramma’s worden uitgezonden. De introductie van dat nieuwe medium veroorzaakte in de reformatorische wereld destijds een behoorlijke discussie. De uitkomst daarvan was al snel dat dit medium gemeden moest worden. Verschillende motieven werden daarvoor gegeven. In de eerste plaats was de verwachting dat de inhoud van de programma’s niet in overeenstemming zou zijn met Gods Woord. Seks en geweld zouden via de televisie onze christelijke gezinnen binnenkomen, met alle gevolgen van dien. In de tweede plaats zou de televisie de aandacht van het woord naar het beeld verschuiven. Het lezen van boeken zou sterk afnemen. Daardoor zou de kennis van Gods Woord en onze belijdenis snel oppervlakkiger worden. In de derde plaats was er vrees voor een verslavende werking van het medium televisie. Wie is sterk genoeg om de knop tijdig op ‘uit’ te zetten? Deze zorgen zijn terecht gebleken. De televisie heeft zijn tienduizenden verslagen. Wie ’s avond over straat loopt, kan constateren dat er vrijwel geen huiskamer is waarin de televisie niet aanstaat.

Geen afwijzing
Inmiddels is de televisie allang niet meer het enige nieuwe medium dat over ons gekomen is. We leven in een tijd van iMacs, iPods, iPhones en iPads: al dan niet draagbare computers, draagbare geluidsapparatuur en mobiele telefoons. Nu lijkt de reformatorische gezindte geen standpunt van afwijzing meer voor te staan. Sterker nog, het lijkt soms wel alsof er een soort behoefte is om aan de wereld te laten zien dat wij best wel weten hoe je met zulke apparaten om moet gaan. We zijn geen wereldvreemd groepje mensen, dat niet geweet wat er te koop is. Nee, wij doen dit keer helemaal mee. Niet dat we helemaal kritiekloos zijn. We hebben een internetaansluiting thuis, maar kiezen voor een provider die een filter heeft geplaatst tussen ons en alles wat internet bevat. We menen daarmee het gevaar bezworen te hebben.

Oppervlakkig
In een van de afleveringen in de serie RD-artikelen over zestig jaar televisie verweet Andries Knevel de reformatorische gezindte dat de discussie over de televisie destijds erg oppervlakkig was. Volledige boycot van het medium is wel radicaal maar ook een manier om diepgaande bezinning over het medium niet te hoeven aangaan. Zelfs al zouden we het lang kunnen volhouden – en dat is in feite ook zo geweest – dan nog kunnen we om het bestaan van het medium niet heen omdat anderen met wie wij in aanraking komen het wel gebruiken. Zij vragen van ons een verantwoording over de keuzen die wij maken ten aanzien van dit medium. Bovendien bleek het argument van de onbijbelse inhoud voor sommigen in de reformatorische wereld te ongenuanceerd, want er werden immers ook allerlei mooie programma’s uitgezonden. Er waren prachtige natuurdocumentaires en bovendien kwamen er christelijke omroepen, die ook zangavonden en kerkdiensten uitzonden. Om geen problemen te krijgen met de ‘preciezen’ stopten deze ‘rekkelijken’ het televisietoestel in een kastje met gesloten deuren of zetten het op de zolder.

Kader ontbreekt
Ik zou de stelling willen verdedigen dat het feit dat vandaag zoveel reformatorische christenen vrijwel kritiekloos de moderne media aanvaarden – met als uitzondering het filter op internet – mede het gevolg is van het feit dat wij destijds verzuimd hebben ons diepgaander te bezinnen op de aard van het medium televisie. Nu het scala aan media zo enorm is uitgebreid, missen wij een kader dat ons helpt om iMacs, iPhones en iPads te beoordelen aan de hand van bijbelse criteria. Het resultaat van het niet meer gaan voor de volledige onthouding heeft dan tot gevolg dat er nauwelijks meer enige rem is op de acceptatie en het gebruik van deze media. Jonge mensen uit reformatorische kerken hebben dezelfde mobieltjes als alle andere jongeren. Reformatorische volwassenen bezitten dezelfde iMacs, iPods, iPhones en iPads als alle andere mensen. Er is op dit punt van een ‘gij geheel anders’ inmiddels geen sprake meer. Nu is het anders zijn geen doel in zichzelf; het zou moeten voortkomen uit een inzicht in wat bijbels gezien verantwoord is en wat niet.

Boeken
Ik noemde de drie bezwaren die destijds tegen de televisie werden aangevoerd: de slechte inhoud, de beeldcultuur en de verslavende werking. Die bezwaren bleken gegrond, maar werden onvoldoende doordacht toegepast. Ik wil ze nog eens wegen en dan toepassen op de media van vandaag. We beginnen met het bezwaar van de inhoud. Dat bezwaar is geheel terecht, maar het is de vraag of het de televisie destijds onderscheidde van andere media. Boeken kunnen ook slechte inhoud bevatten. Nu kun je zeggen: je kiest zelf voor het boek dat je leest. Maar is het kiezen van een boek uit het totale aanbod in boekhandel of bibliotheek zo anders dan het kiezen van het kanaal waarnaar je kijkt? Wie alleen afstemt op Discovery Channel of National Geographic Channel heeft weinig gewelddadige programma’s of seks te vrezen. Wie daarentegen in de bibliotheek alleen zoekt bij de damesromannetjes weet dat daar niet anders dan pulpliteratuur te vinden is. Er is geen sprake van een principieel verschil tussen boek en beeld. Beide kunnen opbouwend zijn of van God en Zijn gebod vervreemden.

Beeldcultuur
Hiermee zijn we bij het tweede bezwaar. Zeker, de televisie heeft de beeldcultuur bevorderd en het lezen van boeken ontmoedigd. Maar hebben beelden niet altijd tot onze cultuur behoord? Wie in een museum middeleeuwse bijbels bekijkt ziet dat deze dikwijls rijk geïllustreerd zijn. Onze bewondering voor deze boeken is vaak juist op deze indrukwekkende miniaturen gericht. Behoort het ook niet tot de manier waarop we geschapen zijn dat we van beelden kunnen genieten? De hele dag lang nemen we beelden in ons op. Ons leven is voor het overgrote deel bepaald door beelden. Adam en Eva gebruikten hun ogen niet om te lezen, maar om beelden in zich op te nemen en de Schepper te danken voor wat Hij aan moois geschapen had. Na de zondeval zijn wij ook van beelden gaan genieten die tegen Gods normen ingaan, maar we zijn ons mens-zijn niet kwijtgeraakt en hebben daarom nog steeds het vermogen van ware schoonheid te genieten. Hoe vaak vinden we in christelijke tijdschriften niet interviews met christelijke kunstenaars, die beelden maken waarvoor we waardering mogen hebben? Ik zou hier ook de muziek bij kunnen betrekken. Ondanks het feit dat er tegenwoordig veel muziek is die de toets van de bijbelse kritiek absoluut niet kan doorstaan en het gegeven dat muziek niet minder dan beeld in onze samenleving, zeker bij jongeren, een enorme plaats heeft gekregen, hoor of lees ik nooit bezwaren tegen de muziekcultuur, die dan door de radio zou zijn ontstaan. Het lijkt me niet consequent om wel bezwaar te hebben tegen de toegenomen rol van het beeld ten opzichte van het woord en niet tegen de toegenomen rol van de muziek. Wij zijn ten aanzien van zowel beeld als muziek als geschreven woord geroepen om te toetsen wat de Heere welbehaaglijk is en wat niet en te mijden wat tegen Zijn geboden ingaat. Er is in dat opzicht geen principieel verschil tussen deze media. Ook de vraag of er sprake is van papier of van een beeldscherm is niet wezenlijk. Wie van internet uit het enorme aanbod van preken en geschriften van oudvaders downloadt en op een e-reader zet en op die manier toegang heeft tot een hoeveelheid verantwoorde boeken die anders onbetaalbaar zouden zijn, doet daar zeker geen kwaad aan.

Kostbare tijd
Het gaat eigenlijk pas fout als beeld (of muziek) misbruikt wordt om het woord te vervangen in de verkondiging van het Evangelie. Daarom waren de reformatoren er zo op gebrand dat in de kerk de levende verkondiging van het Woord zou geschieden en niet door onderwijzing van ‘stomme beelden’ vervangen zou worden. Vertaald naar vandaag: als wij alleen nog kijken naar christelijke zangavonden op televisie en geen opbouwend boek meer aanraken zijn we niet goed bezig. Ik heb het nu uiteraard niet over ouderen voor wie het lezen niet goed meer mogelijk is en voor wie de uitzending van de zangavonden de enige nog overgebleven manier is om iets mee te beleven van deze wijze van het loven van Gods Naam. Helaas is de praktijk dat velen die nog goed kunnen lezen daar door de televisie niet meer toe komen. Toch is ook hier het boek op zichzelf niet boven het beeld te verkiezen, want we kunnen onze tijd evenzeer verdoen met het lezen van oppervlakkige romans als met het bekijken van waardeloze televisieprogramma’s. In beide gevallen vermorsen we kostbare tijd die de Heere ons gegeven heeft. Daar kon wel eens meer kwaad in zitten dan in de beelden op zichzelf.

Volgende keer: waar liggen de eigenlijke problemen met de moderne media?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Tijd van iPhone, iPad en iMac

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's