Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mag verbieden nog?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mag verbieden nog?

Opvoeder moet grenzen stellen, maar niet te veel

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Gij zult niet…’ horen we wekelijks in de kerk. En hoe vaak klinkt het niet in ons huis: ‘Je mag niet…’ Vul maar in: schelden, slaan, praten met je mond vol, naar de disco. Wat is het nut van verbieden? En zijn er ook risico’s?

Verbieden in de opvoeding is een oud middel van discipline. In alle tijden en culturen zijn er speciale verboden en geboden, die gelden voor de hele groep of voor kinderen in het bijzonder. Bij verbieden neemt de opvoeder het recht om te bepalen wat een kind wel of niet mag. Ouders hebben de verantwoordelijkheid over hun kinderen ontvangen en daarmee het gezag om hun kinderen te ‘gezeggen’. We gaan er vanuit dat zolang een kind nog niet volwassen is, de ouder beter weet wat goed voor het kind is dan het kind zelf.

Disciplineren
Letterlijk gezien is verbieden het strafbaar stellen van een bepaalde handeling. Een verbod is een grens: tot hier toe. Verbieden en straffen zijn met elkaar verbonden, want wat is een verbod als er geen consequentie volgt op het overtreden ervan?
Dan is de grens er in wezen niet en heeft het verbieden geen zin gehad.
Verbieden hoort bij grenzen stellen, corrigeren en straffen, ook wel te vatten onder de noemer disciplineren. Deze woorden klinken negatief.
Ze functioneren ook pas goed als ze gericht zijn op het welzijn van het kind en worden ingezet vanuit en met liefde. Veel pedagogen beschrijven de opvoeding met de twee componenten liefde en discipline, maar dat betekent niet dat het elkaars tegenpolen zijn. De één is een functie van de ander. Omdat je van je kinderen houdt, zorg je voor goede grenzen. En juist omdat je ze discipline wilt aanleren, geef je ze veel liefde.

Vrijheid
We zien en horen het vaak om ons heen: Vrijheid staat in de Nederlandse opvoeding hoog in het vaandel. Kinderen moeten zichzelf zijn en de ruimte krijgen om zichzelf te ontwikkelen. Verbieden is beknotten en dat moet zo weinig mogelijk gebeuren, toch? Zo is de teneur jarenlang geweest, maar inmiddels mag het gelukkig ook weer anders.
Na de autoritaire opvoeding in de jaren ’50 en ’60 waarin veel verboden werd, kwam de nadruk op de meer permissieve opvoeding. Hierin was vrijheid belangrijk. Het idee dat veel liefde discipline overbodig maakt, noemt Dobson, een bekende christelijke pedagoog uit Amerika, de grootste sociale ramp van de vorige eeuw. Kinderen zijn enerzijds verwend met te veel vrijheid, maar anderzijds ook tekort gedaan. Want daardoor zijn er generaties opgegroeid die zichzelf niet goed weten te beheersen.

Geen taboe meer
Inmiddels zijn veel ouders en pedagogen ervan overtuigd dat te veel vrijheid niet goed voor kinderen is.
Een combinatie van duidelijke grenzen, geboden en verboden, met goed overleg, liefde en aandacht komt kinderen ten goede. Dit wordt de autoritatieve opvoedingsstijl genoemd. Daarin gaat autoriteit samen met liefde, regels met uitleg, grenzen met begrip.
Verbieden is niet meer taboe, maar verbieden moet wel samengaan met uitleg. Verbieden zonder reden of uitleg, maar gewoon vanuit autoriteit, past minder goed in onze maatschappij. Dat helpt onze kinderen, die zich in deze maatschappij moeten leren handhaven, ook niet goed verder. Laten we eens kijken hoe verbieden op een goede manier werkt.

Beschermen
Als je begint met verbieden en grenzen stellen bij jonge kinderen, is het doel daarvan vaak beschermen. De verboden beschermen dan tegen gevaar op straat, tegen verbranding aan de open haard of het fornuis, tegen oververmoeidheid of noem maar op. Grenzen brengen ook rust en zekerheid. Kinderen kennen de ruimte waarbinnen ze mogen spelen en zichzelf kunnen zijn. Ze hoeven geen energie te besteden aan het steeds weer zoeken van grenzen.
Grenzen kunnen ook de fantasie stimuleren. Een beperkte speelruimte zoals een omheinde tuin, een beperkte hoeveelheid speelgoed of een beperkt tijdsbestek kunnen creativiteit tot bloei brengen.

Zelfdiscipline
Het belangrijkste doel van verbieden en grenzen stellen is echter het aanleren van zelfdiscipline.
Door heldere grenzen te stellen, ontwikkelt een kind een ‘innerlijk kompas’, een geweten. En ook dat begint al bij de peuters. Door vroeg te leren dat niet alles mogelijk is en dat de wil van het kind niet de belangrijkste is, kan een kind zichzelf leren beheersen. Zo komt verbieden de gezonde ontwikkeling ten goede.
Kinderen kunnen door verbieden ook leren verantwoordelijkheid te dragen. De verantwoordelijkheid voor hun eigen keuzes voelen ze als hun gedrag gevolgen heeft. Als ze binnen de grenzen blijven, zien ze positieve gevolgen, een compliment of een glimlach. En als ze de grenzen overtreden, ervaren ze de logische negatieve consequenties daarvan.

Afnemend gezag
Grenzen stellen en verbieden kun je niet blijven doen. Het doel van pedagogisch gezag is opvoeden tot zelfstandigheid. Dat gezag is dus afnemend gezag. Je maakt jezelf langzaamaan overbodig. Hieruit volgt dat je als opvoeder niet kunt blijven bepalen wat goed of fout is voor je kind, maar dat hij dat zichzelf ook door ervaring eigen moet maken. In dit verband is het mooi om het onderscheid te noemen tussen regels, normen en waarden. Opvoeden begint vaak met regels stellen, zonder al te veel uitleg. Het heeft weinig zin om je dreumes uit te leggen waarom hij niet aan de cd’s mag zitten. Hoe ouder kinderen worden, hoe meer ze echter kunnen begrijpen van de redenen achter de regels.
Dat zijn de normen. Kleuters, basisschoolkinderen en zeker pubers willen het ‘waarom’ weten. De waarden zijn de achterliggende motieven vanuit je levensvisie. Omdat pubers al zo dicht de volwassenheid naderen, hun eigen identiteit en zelfstandigheid aan het beoefenen zijn, is het in die tijd belangrijk goed na te denken over de regels die je vaststelt. Deel vooral met hen de normen en waarden. Regels kunnen veranderen, maar de achterliggende waarden blijven.
Verbieden kan dus op alle leeftijden, maar de inhoud van een verbod en de uitleg bij een verbod verschilt erg.

Te veel verbieden
Wat is het risico als je een kind te lang dingen verbiedt? Of kan dat niet? Jazeker, dat kan wel. Te lang of te veel verbieden beknot de ontwikkeling tot zelfstandige personen.
En te weinig uitleg geven kan ertoe leiden dat een kind de achterliggende waarde niet overneemt.
Verbieden gaat te ver als het de ontwikkeling tot eigen persoon in de weg staat. Een kind moet kunnen ontdekken en leren. Een kind mag ook fouten maken. Zeker met pubers is het goed om af en toe te onderhandelen en hen begrensde ruimte te geven, anders maak je van elk verbod een puberteitsprobleem.
Door te veel verbieden wordt de ruimte buiten de grenzen ook des te aantrekkelijker. Daarom is het goed eens stil te staan bij bieden in plaats van verbieden. Bieden we onze kinderen genoeg veiligheid, gezelligheid, aandacht en steun?
Door kinderen gepaste vrijheid te geven, bieden we hen ruimte om te leren. Na fouten mag er ook genade en vergeving zijn, zoals dat er evengoed is voor volwassen die Gods geboden overtreden.

Wat verbied je?
Het is onmogelijk om een lijstje te geven van de goede verboden. Het is leuk om eens met elkaar als opvoeders, of zelfs met de kinderen, na te gaan hoe de grenzen of regels te herleiden zijn tot de Tien Geboden. Dan worden regels vaak begrijpelijker. In elk geval hebben kinderen vastomlijnde ruimte nodig om zich goed te ontwikkelen.
Wat je verbiedt, hangt af van veel factoren. Van leeftijd, van gezin, van je eigen stemming. Ik wil afsluiten met twee richtlijnen. De eerste is: denk aan de lange termijn. Soms lijkt het gemakkelijk om toe te geven, want andere kinderen mogen het ook. Maar wat leert je kind daarvan? En soms hebben regels geen functie meer. Dan mogen ze herzien worden.
En de tweede: verbied niet te veel en bied genoeg. Zorg dat er tegenover elke ‘nee’ tenminste drie keer ‘ja’ staat, wordt wel eens gezegd. Kinderen groeien veel gemakkelijker door positieve feedback, maar te veel negativiteit beschadigt hen.

---
Leestip
Een duidelijk boek over grenzen stellen in de opvoeding is het boek Ruimte door regels (2008) van Sarina Brons-van der Wekken. De titel zegt al waar de inhoud over gaat: regels beperken niet, maar bieden ruimte om veilig te ontwikkelen. ‘Grenzen stellen en dingen ge- of verbieden is niet gemakkelijk. Kinderen weigeren, protesteren of vergeten ‘per ongeluk’ wat je hebt gezegd. Ik weet dat het soms echt moeilijk is om te blijven vasthouden aan grenzen of regels. Maar één ding is zeker: onze kinderen hebben onze bescherming nodig omdat ze zo kwetsbaar en ontvankelijk zijn. Zouden we dan geen ruimte creëren waarin ze veilig kunnen opgroeien?’ Zij geeft genoeg voorbeelden, praktische tips en uitleg om je als ouders of jeugdwerkers verder te bezinnen op grenzen, verbieden en straf.
Sarina Brons-van der Wekken, ‘Ruimte door regels. Grenzen stellen in de opvoeding’, uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 184 blz.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 februari 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Mag verbieden nog?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 februari 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's