Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dr. A.A. Spijkerboer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dr. A.A. Spijkerboer

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Geloven is zo ongeveer het moeilijkste dat er is. Je kunt de hele kerkgeschiedenis, die van protestanten en katholieken, zien als een poging het punt van het geloof te omzeilen. Ja, we geloven wel hoor, maar we doen er ook nog iets van onszelf bij! Wat je er van jezelf bij doet verknoeit alles. Want wat God in Jezus Christus geeft is alles òf niets. Een compromis is hier niet mogelijk.’
Deze woorden uit Trouw, Hervormingsdag 1987, zijn van de hand van – nu wijlen – ds. A.A. Spijkerboer. Een krantenknipseltje, kort en krachtig, over wat Luther nu precies had ontdekt. Prima te gebruiken op de belijdeniscatechisatie om uit te leggen waar het in de Reformatie om ging.

Nagedachtenis
Op 29 april overleed dr. A.A. Spijkerboer. In verschillende media is bij zijn verscheiden stilgestaan. In de Waagschaal, waarvan Spijkerboer jarenlang medewerker was, is zelfs voor een belangrijk deel aan zijn nagedachtenis gewijd. Wie was Spijkerboer en waarom zouden we hem moeten kennen? In het ND schreef Willem Bouwman:

Arie Adrianus Spijkerboer werd geboren op 18 juli 1928 in Welsum in Overijssel.
Hij was de zoon van Lambertus Christiaan Spijkerboer, hervormd predikant, en diens vrouw Neeltje Petronella van Walsum. Grootvader Spijkerboer was eveneens hervormd predikant.
In de tijd waarin Arie Spijkerboer groot werd, was hervormd ongeveer het tegendeel van gereformeerd. Ook in het gezin Spijkerboer werd dat zo beleefd. Abraham Kuyper, de leider van de gereformeerden, had er een slechte naam, omdat hij tijdens de Doleantie van 1886 de Hervormde Kerk verlaten had, gevolgd door tienduizenden geestverwanten. In de familie deed het verhaal de ronde van grootvader Spijkerboer, die in de tijd van de Doleantie een vergadering bezocht waar Abraham Kuyper sprak.
Toen hij thuiskwam, zei hij: ‘Vroom geknoei, ongelofelijke huichelarij.’ Als vader Spijkerboer over gereformeerden sprak, werd hij zo heftig, dat zijn vrouw hem tot kalmte moest manen.
Moeder Spijkerboer had als meisje op de kostschool van de Hernhutters in Zeist gezeten. Volgens haar zoon had ze het vrome geloof en de praktische zin van de Hernhutters overgenomen. Toen Arie in 1946 aarzelde of hij geschiedenis of theologie zou gaan studeren, gaf de praktische zin van zijn moeder de doorslag.
Die zei: ga maar theologie studeren, want er zijn straks te weinig predikanten in de Hervormde Kerk.
In hetzelfde jaar maakte Arie Spijkerboer nog een beslissende keus. Net als zijn beide ouders, die vanouds op de CHU stemden, sloot hij zich aan bij de PvdA, die toen net was opgericht en de antithese tussen christenen en nietchristenen in de politiek wilde doorbreken. Dat streven werd de Doorbraak genoemd. (…)
Na zijn afstuderen was Spijkerboer enige tijd assistent ijzerwerker bij de Rotterdamse Droogdok Maatschappij, om het doen en denken van de arbeiders te leren kennen. Vervolgens werd hij predikant onder de OostDuitse vluchtelingen in Berlijn en van de Eglise Reformée in Charleville, Frankrijk, waarna hij in 1960 naar Nederland terugkeerde en predikant van vier kleine hervormde gemeentes in West-Friesland werd. Vanaf 1966 was hij predikant in Amsterdam, eerst als studentenpredikant, later als wijkpredikant, onder meer in de Bijlmer.
Spijkerboer werd landelijk bekend toen hij in 1966 een demonstratie voor dominees en priesters organiseerde tegen de Amerikaanse interventie in Vietnam. De tocht werd gehouden op 24 december, een dag voor Kerst. ‘Wij zeiden: morgen preken wij op de eerste kerstdag de vrede die God in Jezus Christus geeft en nu gaan wij met spandoeken de straat op om te zeggen dat die vrede ook betekenis heeft voor de politiek. Op ons eerste spandoek stond dan ook: ”In Christus’ naam – houdt op”.’ Een half jaar later haalde hij de toorn van zijn collega’s over zich heen, toen hij God dankte voor Israëls zege in de Zesdaagse Oorlog, juni 1967. In zijn memoires ‘Een rondje om de kerk’ uit 2001 verklaarde hij zich nader: ‘Ik zag – en zie het nog steeds – zo: God blijft het Joodse volk, dat in en rondom de synagoge bijeenkomt en dat Jezus niet als de Messias kan of wil aanvaarden, trouw.’’


Getuige
Dr. Spijkerboer wilde vooral een getuige van Jezus Christus zijn, en hij deed dat door het schrijven van talloze artikelen en boeken. Zijn kenmerkende stemgeluid was lange tijd op de radio hoorbaar in de tijd dat de NCRV nog dagopeningen uitzond. In Woord & Dienst schrijft ds. W.H. ten Boom treffend over Spijkerboer dat hij ‘een groot gezag (wist) op te bouwen binnen de breedte van de kerk, door de principiële en onzelfzuchtige wijze waarop hij opereerde.’
Theologisch gezien was hij een leerling van Karl Barth, op wie hij in 1979 promoveerde. Maar Calvijn en vooral Luther waren altijd in de buurt. Dochter Anne Marijke Spijkerboer die de dienst voorafgaande aan de begrafenis (over Ps.90:1-6, 13-17 en Luk.8:26-34) leidde, verwoordt het zo:

Klaus Oppenheimer [studentenpredikant dr. K.H.E. Oppenheimer, GvM] zei lang geleden van mijn vader: hij houdt meer van Luther, maar hij is meer een calvinist. De strenge calvinist in mijn vader wist van de grenzen en een hoge ethiek.
Met Luther woei er bij ons door het huis ook een vrolijkheid.
Met Luther kwam er ook nog iets anders binnen. Mijn vader zat wel eens op een bezoek bij iemand in grote narigheid, die zei: ‘Nou ja, ik heb tenminste mijn geloof nog’. Mijn vader dacht dan: ‘Maar wat hebben we dan? Geloof heb je toch niet? Je staat toch met lege handen? Je kan toch alleen vragen of God bij je wil zijn, ook al zegt Hij niks terug?’ Dat was niet de wanhoop van iemand die merkt dat er aan het eind van zijn leven van het geloof niks meer over was. Het was voor hem de rust die je krijgt als je merkt dat je met lege handen staat en dat die handen helemaal niet zo dringend gevuld hoeven te zijn. Het geeft lucht om te weten dat je met lege handen mag komen.
Dat hangt samen met het prachtige slot van Psalm 90. Wat betekent toch dat woord ‘liefelijkheid’ hier, vroeg mijn vader nog maar kort geleden. De ‘liefelijkheid’ van de Heer zij over ons. Dat was voor hem en voor mijn moeder de summa van hun leven: diep dankbaar waren ze voor het leven dat ze samen geleefd hadden. We hebben het gekregen en we hebben het ook niet verprutst, zeiden ze.’


Daar klinken twee thema’s in door die karakteristiek waren voor dr. Spijkerboer: het ging hem om God die de goddeloze rechtvaardigt, niet de vrome mens. Daarnaast: het vermogen om God te danken wordt opgeroepen door het geloof in Jezus Christus. Hij is Gods ontferming over je leven, Hij rekent je niet toe wat je verkeerd hebt gedaan en Hij leidt je binnen in de vrijheid van Gods kinderen.

Gekerstend
Dr. Spijkerboers dochter zei ook:
Mijn vader omschreef zijn leven als het leven van een gekerstend mens. Gekerstend. Hij had er een vermoeden van wie hij geweest zou zijn zonder het evangelie.
Hij kon ontoegankelijk zijn, zeer ongemakkelijk; maar als een oude Germaan is hij gekerstend en is hij het licht van Christus binnengehaald. Zo was hij door al die mogelijkheden heen een vrij mens, iemand die naast al zijn daadkracht de vrede van Christus beleefde en leefde.
Ik kon vroeger wel eens in de ochtend zijn studeerkamer binnen komen. Na het ontbijt las hij eerst de krant nogal grondig en soms zat hij onder de bureaulamp
zijn pijp te roken en voor zich uit te kijken. ‘Weet je dat ik echt de vrede van Christus ervaar’, zei hij dan. En je voelde dat dat waar was.
Een gekerstend mens. Hij moest wel eens gniffelen als hij iemand hoorde zeggen: ‘Wees maar helemaal jezelf, dan komt het allemaal goed’. Hij zei: ‘Ze weten niet wat ze zeggen; als ik mezelf ben, kan je nog wat meemaken.’ Grote fouten maken is één ding. Maar daar bij stilstaan, luisteren, erover nadenken, erop terugkomen, niet te gauw denken dat hij er op een goed moment wel vanaf zou zijn, dat hebben wij ervaren als een bijzondere en een grote kant van hem. Het evangelie heeft hem tot een vrij mens gemaakt.
Hij kon wel eens grommen, als hij van een begrafenis thuis kwam: ‘Ze begraven tegenwoordig alleen maar heiligen.’ Als je heilig bent, dan word je bewonderd.
En er is niks aan om alleen bewonderd te worden. Je wilt dat er van je gehouden wordt. Wij hebben gehouden van iemand die geen heilige was.


De kerk gaat de evangelisch-kritische stem van een markante dominee missen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juni 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Dr. A.A. Spijkerboer

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juni 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's