Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gevaarlijke onderwaardering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gevaarlijke onderwaardering

Christelijk onderwijs: kansen en bedreigingen [3, slot]

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het beroep van leraar is zwaarder geworden. Vertrouwen in de bekwaamheid van docenten daalt. Ouders organiseren zich beter om hun belangen te behartigen. Leerlingen krijgen meer stem, terwijl de band school-kerk juist minder hecht wordt. Wat betekent dit voor de toekomst van het onderwijs?

Niet alleen de overheid, inspectie, belangenorganisaties en schoolbesturen bepalen hoe het onderwijsland zich in de nabije toekomst ontwikkelt.
Nog minstens vier andere spelers oefenen invloed uit.

Docenten en leraren
Over de bekwaamheid van docenten en leraren is de laatste decennia twijfel gerezen. Vergeleken met vijftig jaar geleden is het maatschappelijk aanzien van het beroep van leraar en docent sterk afgenomen. Bovendien zijn de laatste decennia in toenemende mate twijfels gerezen over de bekwaamheden van afgestudeerden van lerarenopleidingen. Beperkte taal- en rekenvaardigheid van leraren in het primair onderwijs werden en worden breed uitgemeten.
Dit heeft op zijn beurt een negatieve invloed uitgeoefend op de aantrekkingskracht van lerarenopleidingen op leerlingen die in het voortgezet onderwijs goed konden meekomen.
Inmiddels lijkt deze trend gelukkig te keren. Er worden hogere eisen gesteld aan de lerarenopleidingen en daarmee lijkt ook de aantrekkingskracht op gemotiveerde jongeren toe te nemen.

Zwaarder
Onmiskenbaar is het beroep van leraar en docent aanzienlijk zwaarder geworden.
Groter zelfbewustzijn van de ouders, die veel vaker dan vroeger op school verhaal komen halen, minder gelijkgestemdheid tussen school en gezinnen, meer gebroken gezinsrelaties en een politiek die de school als ideaal gremium beschouwt om de meest uiteenlopende maatschappelijke problemen op te lossen.
Dat alles is een afdoende verklaring voor toenemend ziekteverzuim en een stijgend aantal burn-out gevallen onder lesgevenden. Het is duidelijk dat ook deze ontwikkeling er mede debet aan is dat de lerarenopleidingen in het algemeen niet overbevolkt zijn.
Leraren en docenten zijn over het algemeen ook niet sterk georganiseerd. Er zijn weliswaar nog redelijk machtige onderwijsbonden, maar zoals ook in andere sectoren neemt hun invloed af. Bovendien dragen ze – vanwege een vrijwel exclusieve aandacht voor de arbeidsvoorwaarden – weinig bij aan het ontwikkelen van beroepstrots.
Professionele beroepsverenigingen die zich ten doel stellen de status van de professie te bewaken en te verhogen zijn er weinig.

Ouders
Ouderorganisaties zijn vooral nog steeds volgens denominatie georganiseerd. Ze hebben, vanwege uiteenlopende belangen en accenten daarmee weinig rechtstreekse invloed op het overheidsbeleid.
Ouders krijgen van de overheid meer ruimte. De trend is dat ouders zich (beter) gaan organiseren om hun invloed en belangen beter te kunnen behartigen.
Zo is recent het initiatief genomen voor een reformatorische oudervereniging. Deze vorm van ouderbetrokkenheid bij het onderwijs kan verschillende belangen dienen: klankbord voor de schoolbestuurders en stembuis naar de overheid en de politiek.

Leerlingen en studenten
Ook aan de stem van leerlingen en studenten wordt in het onderwijs meer ruimte gegeven dan vroeger. Politici leggen hun oor graag te luisteren bij landelijke verenigingen van scholieren en studenten. Ik wees er al op dat de leerling, de student mondiger is geworden en zich meer dan ooit van zijn rechten bewust is.
Dit leidt er soms toe dat onderwijsgevenden zich letterlijk door leerlingen geïntimideerd voelen en hun gedrag daarop aanpassen. Gedrevenheid om jonge mensen op te voeden tot volwassenheid maakt dan plaats voor een attitude van proberen te overleven en vooral juridische complicaties te vermijden.
Daar staat tegenover dat ook blijkt dat die docenten die hun natuurlijk gezag wel weten uit te oefenen veelal op groot respect van hun leerlingen kunnen rekenen en niet zelden voor hen tot rolmodellen uitgroeien.
Vooral de verklaringen van leerlingen die enige tijd de school hebben verlaten, leggen hiervan vaak een fraai getuigenis af.

Kerken
De indruk bestaat dat de band tussen scholen en kerken de laatste decennia minder hecht is geworden.
Dat heeft waarschijnlijk te maken met het gegeven dat mede vanwege de sterke schaalvergroting in het onderwijs van een één-op-één relatie tussen een school en een kerk steeds minder sprake is.
Met name in het voortgezet onderwijs lijkt de band tussen kerk en school steeds oppervlakkiger te zijn geworden. Dat hiermee het belang van de scholier niet is gediend behoeft nauwelijks betoog.

De volgende ontwikkelingen lijken mij relevant bij het identificeren van de kansen en bedreigingen voor het christelijk onderwijs in de nabije toekomst.

Ontwikkelingen
• Geen grote stelselwijzigingen.
• Veel nadruk op thema’s zoals burgerschapsvorming, integratie en gelijke behandeling.
• Meer invloed van Europa (recht op onderwijs)
• Veel aandacht van overheid en inspectie voor kwaliteit (van onderwijs en onderwijsgevenden).
• Grotere behoefte aan differentiatie naar capaciteiten.
• Hogere verwachting van lerarenopleidingen, hopelijk gepaard gaand met toenemend aanzien van beroep van leraar/docent.
• Schaalvergroting is ten einde; meer ruimte voor kleinschaligheid in het onderwijs.
• Buiten de Randstad sterke afname van leerlingenaantallen.
• Grote bestuurlijke autonomie en (daarmee samenhangend) hoge eisen aan bestuurlijke competenties.
• Meer zeggenschap voor ouders.
• Meer aandacht voor overgang tussen schoolsectoren.

Kansen
• Verbinding van kwaliteit aan identiteit.
• Koppeling van burgerschap aan identiteit.
• Groot potentieel aan talent binnen christelijke gezindte.
• Kleinschaligheid verbinden met bestuurlijke kracht.
• Hoge ouderbetrokkenheid.
• Versterking relatie tussen school en kerk.
• Ontwikkeling van een visie op digitale media.

Bedreigingen
• Verwatering van identiteit in het protestants christelijk onderwijs.
• Versplintering in het reformatorisch onderwijs.
• Weinig zelfverzekerde houding in het omgaan met politieke inmenging.
• Niet optimale relatie met ouders.
• Verzwakte relatie tussen school en kerk.

Schade
Uit dit betoog komt wellicht een beeld naar voren van iemand die een zeer optimistische en bijna zorgeloze kijk op de toekomst van het christelijk onderwijs heeft. Dat beeld wil ik nuanceren. Zonder zorgen ben ik zeker niet. Maar ik stel wel vast dat de grootste bedreiging voor het christelijk onderwijs niet van buiten maar van binnen komt.
Een stelselmatige onderwaardering van christelijk onderwijs door onszelf doet veel meer schade aan het voortbestaan ervan dan COC of een D66-politicus.

Vertrouwen
Redenen tot zorg zijn er wel degelijk. Maar het wegnemen van die zorg ligt voor een belangrijk deel in de handen van hen die die zorg uiten. Ik licht dit toe aan de hand van een opmerking van dr. H. van den Belt. Hij haalde op een bijeenkomst in Gouda de veelgehoorde uitspraak aan: ‘We moeten dankbaar zijn dat we nog christelijk onderwijs hebben’. Vervolgens veegde hij daarmee de vloer van de Sint Jan aan. Dat ongelovige woordje ‘nog’. Alsof het verleden de norm is.
Het ongelovige woordje ‘nog’ moeten we inruilen voor het gelovige ‘nochtans’. Uiteindelijk is het al dan niet voortbestaan van het christelijk onderwijs een zaak van geloof en vertrouwen op Hem van wie wij weten dat Hij regeert. Aan ons de opdracht dit pand dat ons is toevertrouwd te verzorgen en te bewaren.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juli 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Gevaarlijke onderwaardering

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juli 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's