Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kabouters in Delft

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kabouters in Delft

Christen en academie [1]

6 minuten leestijd

Wat ervaart een christen aan een seculiere universiteit? Prof.dr. Marc de Vries is docent, Juval Hübscher student, beiden aan de TU Delft.

Beste Marc,

Leuk om in deze briefwisseling met elkaar van gedachten te wisselen over hoe het is om als christen aan een ‘neutrale’ universiteit verbonden te zijn. Ik zal eerst iets vertellen over hoe het is om als christenstudent te studeren aan een universiteit waar christenen een minderheid vormen. Ik ben nu vijfdejaars student aan de TU Delft. Hiervoor heb ik een tussenjaar gehad en twaalf jaar goed christelijk onderwijs (dat waren geen scholen waar alleen de naam christelijk is). Het was daarom erg wennen om in een omgeving te zijn met voornamelijk niet-christenen, zeker in het begin.
Wel is het voor mij erg goed (geweest) om kennis te maken met ‘de echte wereld’, buiten het relatief beschermde wereldje om dat ik kende en waarin ik opgroeide. Immers, op een gegeven moment verwacht ik toch in de maatschappij te werken, met vele andersdenkenden om mij heen.

Hierin vond en vind ik het enerzijds nog steeds boeiend om te horen hoe niet-christenen denken, leven en wat hun normen en waarden zijn. Anderzijds merk ik dat veel ideeën haaks staan op wat de Bijbel leert. Zo stelde een hoogleraar in een introductietoets van een materiaalkundevak dat de oorsprong van alle elementen lag in de oerknal, iets wat mijns inziens recht tegen de Bijbel ingaat. Toch heb ik weinig van dit soort problemen bij mijn studie civiele techniek, omdat de oerknal een voorbeeld is van een onderwerp dat helemaal geen hoofdrol speelt in de opleiding.
Wel heb ik gemerkt dat een aantal van mijn medestudenten de evolutietheorie onderschrijven als oorsprong van ons bestaan en hier geen God bij nodig hebben. Dat doet me pijn. Ze staan echter vaak open om te horen wat je gelooft, hoe je leeft en wat je denkt. De dialoog is goed mogelijk, ook over God en geloof. Daarentegen heb ik ook meegemaakt dat anderen even gemakkelijk jouw ideeën van zich afschuiven. Het is dan namelijk ‘mijn’ waarheid, die niet per se voor hen hoeft te gelden.

Wat betreft mijn vakgebied ben ik het afgelopen studiejaar op zoek gegaan naar ethische kwesties binnen de civiele techniek. Tot nu ben ik hoofdzakelijk punten tegengekomen die betrekking hebben op het milieu. Om een voorbeeld te noemen: het produceren van beton en staal kost veel energie en de beton- en staalfabrieken stoten veel koolstofdioxide uit. Met in mijn achterhoofd de bijbelse opdracht om goed voor de aarde te zorgen, stuit dit me wel tegen de borst. Ook de kwesties die spelen rondom het gebruik van tropisch hardhout zijn milieuvraagstukken.
Overigens heb ik me naast ethische kwesties ook nagedacht over wat God te maken heeft met mijn vakgebied. Hierin vind ik vooral de Schepper, die al die grondstoffen geschapen heeft zodat wij een constructie kunnen maken.

Samenvattend kan ik zeggen dat het studeren aan een universiteit waar veel andersdenkenden werken en studeren me een waardevolle les leert hoe andere mensen zijn, doen en denken. Tegelijkertijd brengt het in deze tijd uitdagingen met zich mee. Ik denk bijvoorbeeld aan het inconsistente postmodernisme en het soms moedwillig niet willen geloven in God. Maar nu ben ik benieuwd hoe jij dat als docent ervaart.

Hartelijke groeten, Juval


Juval Hübscher is vijfdejaars student civiele techniek te Delft.


Beste Juval,

Bedankt voor je openhartige brief. Ik herken er veel in. Voor mij is het beschermde wereldje van het christelijk onderwijs al weer langer geleden. Ik begon ooit als docent natuurkunde aan een christelijke school, maar al snel leidde Gods weg naar elders. Ik kwam eerst te werken bij een lerarenopleiding, waar bij het aannamebeleid nog wel gelet werd op een evenwicht tussen protestantse, rooms-katholieke en niet-religieuze docenten. Maar na een paar jaar kwam ik eerst aan de Technische Universiteit Eindhoven en later ook in Delft, en daar telt je geloof niet mee bij je aanstelling. Toch heb ik steeds wel respect ervaren voor bepaalde keuzen die ik maakte, zoals het niet beschikbaar zijn op zondag.

Wel zijn er soms ervaringen die pijn doen, zoals jij die ook beschrijft. Ik herinner me nog dat er een keer in ons universiteitsblad een column verscheen, waarin fel uitgehaald werd naar christenen op de campus. Geloven in God werd daarin gelijk gesteld aan geloven in kabouters en als je dat in alle ernst meent te moeten doen, was je volgens de columnist absoluut niet geschikt voor wetenschap. In diezelfde column schreef mijn collega dat hij geen legitieme plaats aan onze universiteit zag voor een levensbeschouwelijk georiënteerde leerstoel als die van mij. Alle onderwijs aan de Technische Universiteit moet neutraal zijn. Alsof dat mogelijk is. Je noemt in jouw brief ook een mooi tegenvoorbeeld als je het hebt over die docent Materiaalkunde. Zo’n beschuldiging van onwetenschappelijkheid raakt je wel.

Tegelijk heb ik ook respect ervaren toen ik van mijn decaan een mailtje kreeg waarin hij vroeg of hij er iets aan moest doen, want hij vond dat de columnist over de schreef gegaan was. Zelf was die decaan geen christen, maar hij hechtte duidelijk wel aan respect voor elkaar, ook voor christenen.

Je hebt gelijk als je schrijft dat je in de technische wetenschappen niet zo snel aanloopt tegen levensbeschouwelijk gevoelige punten. Je voorbeeld van duurzaamheid is helemaal raak. Maar ik zie ook nog wel andere punten, zoals je visie op de plaats van techniek in de samenleving. In mijn college waaraan je heel actief deelgenomen hebt, ging het daar ook over. Voor veel ingenieurs is techniek vooral een kwestie van schroeven en moeren. In een christelijke visie zul je de totale rijke werkelijkheid in rekening willen brengen, inclusief het menselijke en het sociale. Ook zul je eerder de invloed van de zonde en de gebrokenheid serieus nemen bij het ontwerpen van nieuwe producten. Je zult bijvoorbeeld niet alleen met de goedwillende, maar ook met de kwaadwillende gebruiker rekening houden.

Wat ik steeds als steun ervaar is dat je als christen niet alleen staat aan onze universiteit. Hoe ervaar de rol van gemeenschappen van christenen bij jouw leven als christenstudent?

Met hartelijke groet, Marc


Prof.dr. M.J. de Vries is bijzonder hoogleraar christelijke filosofie te Delft

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juni 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Kabouters in Delft

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juni 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's