Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN GOED BEGIN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN GOED BEGIN

De eredienst [4, votum en groet]

8 minuten leestijd

Op welk moment begint de kerkdienst? Het officiële antwoord is: op het moment dat de voorganger het Onze hulp uitspreekt. Er is echter ook een ander antwoord mogelijk. Het nieuwtestamentische woord voor wat wij een kerkdienst noemen is: samenkomst. Die begint letterlijk daar waar de gemeente samenkomt.

Dat gaat dus vooraf aan het officiële begin. In elk geval is het goed om te beseffen wat er voorafgaand aan het ‘Onze hulp’ allemaal al gebeurt in de kerk.
Mensen zijn, al dan niet welkom geheten door iemand bij de ingang, de kerk binnengekomen.
Ze hebben elkaar begroet (of niet), hebben een plek gevonden waar ze blij mee zijn (of niet), voelen zich meteen thuis (of niet).
Het orgelspel doet hen goed (of niet); ze zien tot hun vreugde bekenden, of missen die juist pijnlijk – een moeder haar volwassen dochter, een jongen het meisje op wie hij verliefd is. De samengekomen mensen treffen al of niet een zondagsbrief aan waar ze al of niet belangstelling voor hebben.
Ze zijn uitgerust en komen verwachtingsvol de kerk in – of juist helemaal niet. Al die dingen maken verschil, soms zelfs een enorm verschil.

VARIËTEIT
Daarna komt de kerkenraad binnen en volgen al of niet een welkom en enkele mededelingen door een ouderling of diaken.
Vervolgens wordt er al dan niet een eerste psalm of lied gezongen, waarna de ouderling van dienst met een handdruk de leiding overdraagt aan de voorganger. Al of niet onaangekondigd volgt dan het zogeheten ‘stil gebed’. In dat gebed lukt het ons om onze gedachten daadwerkelijk op God te richten – of juist niet.
Kortom, er is al ongelooflijk veel gebeurd voordat een kerkdienst officieel begint, en er kan ook al heel veel zijn misgegaan! Opvallend is verder dat het er bepaald niet overal hetzelfde aan toegaat.
Ook in hervormd-gereformeerde kring is de laatste jaren een enorme variëteit ontstaan in hoe het er aan het begin van de samenkomst aan toegaat. Op zichzelf is dat niet zo erg. De Bijbel schrijft immers nergens een vast patroon voor de liturgie voor. Maar het is wel belangrijk na te denken over waarom we de dingen doen zoals we ze doen, en wat het beste toeleidt naar de dienst van het Woord.

GASTEN
Zelf zou ik in dit verband voor twee dingen willen pleiten. Allereerst is het in toenemende mate belangrijk dat het begin van de samenkomst verloopt op een manier die ook voor eventuele gasten en buitenstaanders toegankelijk is.
Net als in veel andere gemeentes werd een aantal jaar geleden in de gemeente waar ik opgroeide besloten om de mededelingen – de zogeheten ‘afkondigingen’ – voortaan voorafgaand aan de dienst door een ouderling te laten doen. Die subtiele verandering was een mooi voorbeeld van hoe een bijstelling in de liturgie, wanneer deze maar weloverwogen en goed onderbouwd plaatsvindt, heel goed zonder hoogoplopende discussies kan plaatsvinden.
Al spoedig ontstond echter toch weer een sjibboleth: sommige broeders begonnen hun mededelingen met een eenvoudig: ‘Goedemorgen, gemeente’. Anderen vermeden dit echter bewust en vielen meteen met de eerste mededeling in huis. Omdat er na het ‘Onze hulp’ een veel rijkere groet zou volgen, nota bene van Godswege, vonden zij het ongepast om daar alvast met een veel ‘plattere’ groet op vooruit te lopen. Het zal duidelijk zijn dat de laatste groep broeders al snel gezien werd als confessioneel wat degelijker dan zij die het waagden een alledaags ‘goedemorgen’ te laten klinken in de kerk.

EENVOUD
Mij lijkt echter dat eenvoud hier het kenmerk van het ware is. De gemeente moet zich niet willen onderscheiden van de buitenwereld door het allemaal wat plechtstatiger te doen. De eerste christengemeente onderscheidde zich juist door haar eenvoud en huiselijkheid (Hand.2:46). Het geweldige feit dat de Heere God ons wil begroeten met Zijn woord van genade en vrede, sluit daarom niet uit dat we elkaar bij het begin van een dienst mogen begroeten zoals we dat bij allerlei andere gelegenheden doen, en zoals buitenstaanders dat daarom ook verwachten. De kerk is wel geroepen om anders te zijn, maar dat is uiteraard niet hetzelfde als vreemd doen, door bijvoorbeeld zomaar met de deur in huis te vallen.

VASTE WOORDEN
Het tweede waar ik voor wil pleiten als het gaat om het begin van de kerkdienst betreft met name de voorgangers. Laten we ons houden aan de vaste woorden die voor het votum – de ‘wijding’ van de dienst aan God – zijn vastgesteld: ‘Onze hulp is in de Naam van de Heere, Die hemel en aarde gemaakt heeft, Die trouw houdt tot in eeuwigheid, en Die niet loslaat de werken van Zijn handen.’
Het betreft hier een zogeheten mengcitaat, met woorden uit Psalm 124, 146 en 138. Juist in hun soberheid hebben deze woorden veel kracht.
Veel predikanten, ook als ze soms al jarenlang voorgaan, zijn voorafgaand aan een door hen te leiden dienst enigszins gespannen.
Heel vaak mag die spanning echter wegvallen op het moment dat de woorden van het votum uitgesproken zijn. Daarmee belijden immers zowel zij als de gemeente hun afhankelijkheid van God, en leggen ze de dienst om zo te zeggen ook in Zijn handen. Van daaruit mag je stevig op je benen staan en kun je verder.

ONTKRACHTING
Het is jammer dat voorgangers vanaf de negentiende eeuw op allerlei manieren op de krachtige woorden van het votum zijn gaan variëren. Onze hulp, was dat niet een beetje kaal? Zou het niet mooier zijn om te stellen dat onze ‘enige’ hulp van de Heere dient te zijn?
Maar als je echt door God geholpen wilt worden, moet je het natuurlijk ook van Hem verwachten.
Zo ontstonden varianten als ‘Onze enige hulp en verwachting sta…’, vaak uitgesproken met sterke klemtonen, en al of niet verder opgesierd met frasen als ‘ook in dit morgenuur’. Wat aanvankelijk misschien een versterking leek, werd zo al gauw een ontkrachting, soms tot aan het potsierlijke toe.
Daar komt nog bij dat het voorgangers strikt genomen niet vrijstaat om eigen varianten op votum en groet ten beste te geven; ze hebben zich immers te houden aan de door de kerk vrijgegeven orden van dienst. Daar waar de Rooms-Katholieke Kerk wereldwijd een weldadige eenvormigheid laat zien in de inrichting van de liturgie, denken protestanten al gauw dat ze ieder afzonderlijk elk wiel opnieuw moeten uitvinden. Juist het ‘Onze hulp’ heeft echter oude papieren: het verbindt ons niet alleen met de kerk van de Reformatie maar daarachter ook met de Vroege Kerk.
En als dat allemaal niet overtuigend is: waarom zouden we ons niet houden aan de sobere woorden van het Woord van God, zoals we die in de genoemde psalmen aantreffen? Juist als die woorden altijd weer op dezelfde wijze klinken, herinneren ze ons aan de trouw van God, Die door alles heen Dezelfde blijft.

GROET
Iets soortgelijks geldt ook voor de groet, die in de Nederlandse traditie meteen op het votum volgt.
Het is een bijzonder inhoudrijke bijbelse groet, die gepaard kan gaan met het opsteken van één of twee handen (laten we ook daar vooral geen punt van maken). De uit Openbaring 1:4-5 afkomstige groet kan een enkele keer gepast zijn, maar vergt in het algemeen zoveel uitleg (wie zijn die zeven geesten?, etc.), dat meestal gekozen wordt voor de groet uit de brieven van Paulus (Rom.1:1, 1 Kor.1:3), die strikt genomen overigens niet trinitarisch is.
Het is gepast om als gemeente de groet met open ogen te ontvangen. Het ‘amen’ waarmee de groet afsluit, werd oorspronkelijk door de gemeente uitgesproken.
Daaraan herinnert nog het feit dat de predikant het begeleidende handgebaar beëindigt zodra hij, in plaats van de gemeente, dat amen uitspreekt.


GESPREKSVRAGEN
• Hoe ervaart u zelf de beginfase van het samenkomen van de gemeente in uw kerk? Wat helpt u om zich voor te bereiden op de ontmoeting met God en met elkaar, wat staat u daarbij misschien in de weg?
• Wat is de betekenis van de handdruk die de ouderling voorafgaande aan het officiële begin van de dienst aan de voorganger geeft? Zou het ook zonder kunnen?
• Welke sfeer dient er volgens u in de kerk te zijn rondom het begin van de samenkomst? Mag die sfeer ongedwongen zijn of dient ze vooral eerbied uit te stralen? Of is dat misschien geen tegenstelling?
• Een stelling voor de theologisch geïnteresseerden: Daar waar in het Oude Testament de heiligheid van God ook een cultische uitdrukking krijgt en dus samenhangt met de eredienst (vgl. bijv. 1 Kron.13), uit deze zich in het Nieuwe Testament vooral in morele zin (vgl. de parallelle geschiedenis in het Nieuwe Testament: Hand.5:1-11). Daardoor mag het er in de samenkomst van de nieuwtestamentische gemeente ‘gewoon’ aan toe gaan. Is deze stelling juist of gaat ze te kort door de bocht?

Volgende week deel 5, over de lezing van de wet in de eredienst.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

EEN GOED BEGIN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's