Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ELKE WEEK GEBODEN HOREN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ELKE WEEK GEBODEN HOREN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In veel hervormd-gereformeerde gemeenten wordt elke zondag de wet gelezen. Maar waarom eigenlijk? Moet er sowieso een wetslezing plaatsvinden in de zondagse eredienst en zegt het mogelijk iets over de omgang met God als een kerkenraad dit niet meer nodig acht? Dit is een principiële vraag.

Als er een wekelijkse wetslezing moet zijn, in welke vorm zou deze dan kunnen plaatsvinden? Is er bezwaar tegen als de lezing van de Tien Geboden vervangen wordt door een passage uit de brieven, waarin de gemeente opgeroepen wordt tot een heilig leven? Dat is een vraag van vooral praktische aard.

NEGATIEVE KLANK

‘Wet’ heeft bij veel mensen in onze tijd een negatieve klank gekregen. De wet legt je allerlei beperkingen op. Het heeft iets strengs en bepaalt je vooral bij wat je níet mag. Dat je bij overtreding van de wet met een straffende God te maken krijgt, past al helemaal niet in een cultuur waarin mensen sterk op zichzelf gericht zijn. Er is vooral behoefte aan begrip en warmte. In de kerk moet de nadruk liggen op het vertroostende en bemoedigende van de Bijbel. Met een God die ‘toornt over de zonde’ heeft de postmoderne mens niets.

VREUGDE

Het moge duidelijk zijn dat dit Gods intentie niet is met Zijn wet. De wet van God is tôrâ, een Hebreeuws woord dat is afgeleid van een woord dat ‘onderwijzen’ betekent. De Tien Geboden of Tien Woorden (Decaloog) zijn bedoeld om richting te geven. Volgt een mens deze regels, dan komt hij of zij tot het doel van zijn of haar leven. Het is een wet die leven geeft en tot het leven leidt. Zo gezien geeft de wet vooral vreugde. De vreugde van de wet die de Joden zo intens tot uitdrukking brengen, zou ook van een christen moeten afstralen, bij voorbeeld bij het zingen van de Psalmen die deze vreugde vertolken (o.a. Ps.1, 19 en 119).

VERBONDSWET

Die vreugde komt voort uit de intieme relatie met de Wetgever. Wie met het oog van het geloof de wet leest, ziet daarachter de goede hand van zijn Vader in de hemel. God heeft Zijn wet gegeven om Zijn volk te bewaren bij de verlossing die Hij voor hen had bereid. Het gaat in feite om een verbondsstatuut, een soort grondwet bij de verbintenis van de HEERE met Israël. Daarin neemt de Decaloog een eigen plaats in, omdat we hier te maken hebben met de directe verkondiging van Gods wil.

DE HELE WET

Hoewel de wil van God in de Tien Woorden helder verkondigd wordt, mogen we deze niet losmaken van de andere wetten, zoals de burgerlijke en de ceremoniële. Het is van belang het bijbelse principe van deze wetten op het spoor te komen om ook daarin de wil van God te verstaan voor onze tijd. Het hele Oude Testament doet zodoende mee. Zo zal geen tittel (accentteken) of jota (kleinste letter) worden afgedaan van de wet en de profeten (vgl. Matt.5:17-20). In de Bergrede laat Jezus de diepte van Gods geboden zien (Matt.5- 7). Hij is immers niet gekomen om de wet of de profeten te ontbinden, maar om die te vervullen (Matt.5:17-19). Het doen van de wil van Zijn Vader was voor Hem eten en drinken (Joh.4:34). Het bewaren van Gods geboden is daarom het beste bewijs dat wij Christus liefhebben (1 Joh.2:3).

PRINCIPIEEL

Gelet op bovengenoemde noties is het naar mijn overtuiging van principieel belang dat wij ons op een of andere wijze in de eredienst wekelijks laten gezeggen door de wet van God. Juist de gemeente van Christus moet leren de wil van God te verstaan om in de wereld te wandelen als kinderen van het licht. Om die reden wordt er in de Heidelbergse Catechismus veel ruimte gegeven aan de bespreking van de Tien Geboden in het stuk van de dankbaarheid.

Hier zijn we bij de eigenlijke betekenis van de wet. Uit dankbaarheid voor de verlossing (in Christus) wandelen wij voor Zijn aangezicht. De Tien Woorden zijn daarbij de leefregel. En die wil je als kerkenraad de gemeente toch niet onthouden? In de overdenking van Gods wet klopt het hart van de gelovige in de omgang met God (vgl. Ps.1).

ZONDEKENNIS

Intussen houdt God ons in Zijn wet een spiegel voor. Zo leren wij onszelf kennen als zondaar en verootmoedigen wij ons voor Zijn aangezicht. Daarom is het nodig dat de geboden zo ‘scherp’ gepredikt (blijven) worden (vgl. HC antw.115). Zondekennis behoort tot één van de drie stukken die een gelovige moet kennen – en steeds dieper leert kennen – om in de troost van Zondag 1 te kunnen leven en te kunnen sterven. Het is daarom naar mijn overtuiging ook om die reden niet juist de wetslezing in de zondagse eredienst achterwege te laten.

SAMENLEVING

Als laatste reden – maar niet als minste – waarom de wetslezing niet uit de eredienst kan worden weggelaten, geldt de betekenis die de wet van God heeft voor de samenleving. De Tien Woorden vormen een boodschap van Gods wil voor ieder mens. De wet heeft ook betrekking op het leven zoals zich dat om ons heen afspeelt. Ook geldt zij voor alle lagen van de bevolking (Gal.3:28). Juist nu de kerk in het Westen naar de marge van de samenleving wordt gedrongen, zal de gemeente van Christus zichzelf de heilige en heilzame geboden van God wekelijks moeten voorhouden. Zo is de wet van God – via de openbare eredienst – ook Gods getuigenis in en het geweten van de samenleving conform de oorspronkelijke roeping van Israël. Want ‘van alle volkeren op aarde is dit ene volk geroepen om de kennis van goed en kwaad te dragen op de aarde’ (J. Koopmans).

VERSCHILLENDE VORMEN

Er van uitgaande dat er een wekelijkse wetslezing is, in welke vorm moet deze dan plaatsvinden? Meestal wordt de wet uit Exodus 20 voorgelezen, vaak met een samenvatting uit het Nieuwe Testament (Matt.22:37-40). Er zijn alternatieven mogelijk. Ik noem er enkele. 1. Ter ‘afwisseling’ kan Deuteronomium 5:6-21 gelezen worden. 2. Leviticus 19 kan selectief worden gelezen, bijvoorbeeld de verzen 1-4, 9-12 en 34-37. In dit gedeelte spreekt God nadrukkelijk met gezag door voortdurend te herhalen: ‘Ik ben de HEERE’. De focus ligt hier op de relatie tussen God en Zijn volk. 3. Om het belang te onderstrepen van het gelovig hóren (Sjema Israël) van de woorden van God en daarbij de éénheid te laten zien tussen het Oude en Nieuwe Testament, is de volgende combinatie mogelijk: Deuteronomium 6:1-7 en Markus 12:28-31. 4. Andere plaatsen waar geboden staan, zijn de Bergrede (Matt.5,6,7), Mattheüs 19:1-12, Lukas 18:18-27, Romeinen 12:9-21 en 13:8-14, Galaten 5:13-26, Jakobus 2:8-13. Deze Schriftgedeelten kunnen eventueel naast of na de Tien Geboden worden gelezen. Zij onderstrepen ook de verbondenheid van de beide Testamenten.

LITURGISCHE VRIJHEID

Dat ik hiermee niets voorschrijven noch andere keuzes uitsluit, moge duidelijk zijn. Ook het moment van de lezing of het zingen van Tien Geboden in de eredienst kan verschillen. Om de schuldbelijdenis uitdrukkelijk een plaats te geven in de liturgie kan de samenvatting van de wet ook voorafgaande aan de Tien Geboden gelezen worden, gevolgd door de genadeverkondiging. De Decaloog kan dan eventueel na de preek gezongen of voorgelezen worden. Laten wij elkaar hierbij vooral niet de maat nemen en de lezing van de wet als sjibbolet gebruiken. Wel is van belang aan de gemeente uit te leggen waaróm we iets doen of op een andere manier doen in de eredienst. Liturgie betekent letterlijk een werk (Gr. ergon) dat het volk (leitos) aangaat. Gaandeweg kreeg het de betekenis van ‘orde van dienst’ in het bijzonder die van de samenkomst van de christelijke gemeente rondom het Woord van God. En zo’n orde vereist zorgvuldigheid.


GESPREKSVRAGEN

• Een kerkenraad die de wekelijkse wetslezing in de eredienst niet meer nodig acht, zou door de gemeente tot de orde (van de dienst aan God) geroepen moeten worden. Wat vindt u van deze uitspraak?

• Wat hebben de woorden van Paulus in Romeinen 7:6 en Galaten 5:1 ons te zeggen als het gaat over het verstaan van de wet?

a. Hoe kunnen in de eredienst de verschillende ‘functies’ van de wet tot hun recht komen?

b. Kan hierin ook een keus worden gemaakt?

• Calvijn liet de Tien Geboden meestal zingen in de eredienst. Wat vindt u hiervan?

Ds. A. Visser uit Harderwijk is verbonden aan de hervormde gemeenten te Garderen en Bussum.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 september 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

ELKE WEEK GEBODEN HOREN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 september 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's