Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DRIE IN ÉÉN

Bekijk het origineel

DRIE IN ÉÉN

Belijdenissen van de Vroege Kerk [2, Nicea-Constantinopel]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie heeft ooit een preek gehoord over de belijdenis van Nicea? Deze geloofsbelijdenis lijkt wel vergeten. De hoogste score haalt Nicea als een vorm van afwisseling, vooral tijdens diensten op een (tweede) feestdag.

In de kerken van de Reformatie speelt de belijdenis van Nicea een geringe rol. Zoek hem maar eens op in de liturgie voor de bediening van de heilige doop. De tweede doopvraag begrenst de leer van het Oude en Nieuwe Testament tot de Twaalf artikelen van het christelijk geloof. In het avondmaalformulier ontdek je dezelfde tendens. Het is dus niet overbodig om de grote rol van Nicea onder de loep te nemen.

VOORGESCHIEDENIS
Constantijn (overleden in 337) was de eerste christelijke keizer. Met zijn troonsbestijging kon het christelijk geloof zich ontplooien. Niet dat het de officiële godsdienst van het rijk werd, maar zeker wel een bevoorrechte religie. Kerk en staat werden nauw met elkaar verbonden Dat was niet iets nieuws, want altijd al was de keizer verantwoordelijk geweest voor een goede relatie met zijn goden.
Uiteraard zette Constantijn deze gegroeide traditie voort. Tussen haakjes: tot op de dag van vandaag is in de Byzantijnse (Oosterse) kerken de gedachte van staatsinvloed nooit prijsgegeven. Als christenen niet langer vervolgd worden, krijgen ze tijd en gelegenheid om zich met theologische kwesties bezig te houden. Vooral in het Oosterse deel van het rijk was dat te merken.

THEOLOGENTWIST
In de tweede en derde eeuw leefde de grote denker Origenes. Een brug te bouwen tussen de Griekse filosofie en de Bijbel was zijn grote ideaal. De basis vond hij in Johannes 1:1: ‘Het Woord is vlees geworden’. In het Grieks staat logos. Het betekende een scheppende Macht tussen hemel en aarde. En nu staat datzelfde woord in de Bijbel. Zo reduceerde hij Jezus tot een halfgoddelijk wezen, niet als God en van eeuwigheid. Zijn leer gaf stof tot veel discussie. Wie is Jezus? Je zou kunnen zeggen dat Origenes de eerste was die materiaal aanleverde voor een theologentwist.

KETTERIJ
De Alexandrijnse presbyter (oudste) Arius (256-336) verscherpte de discussie. Hij poneerde dat de logos (woord) in de tijd was geschapen. Dit betekende dat Jezus niet ‘van nature’ Gods Zoon was. Maar doordat Hij zonder zonde was en gehoorzaam aan de wil van Zijn Vader, ontving Hij een goddelijke status. In dit denkpatroon werd de Heilige Geest beschouwd als het voornaamste Schepsel van de Zoon.
Deze zinnen zijn misschien wat moeilijk te verwerken. Als we de eindconclusie van Arius maar vasthouden: er is één God, omdat de Zoon en de Geest geen goddelijke personen zijn. De meeste theologen beschouwden deze visie als een ketterij, maar in het oosten bleef Arius invloed houden. Met lede ogen zag keizer Constantijn aan dat de eenheid van zijn rijk verbrokkelde. Hij riep een ‘concilie’ van de hele kerk bijeen: het eerste ‘oecumenische’ (algemene) concilie in 325 te Nicea, in het noordwesten van Klein Azië. De keizer – als erevoorzitter – hield er de theologische discussies strak in handen.

NICEA
Op het concilie van Nicea hoopte de keizer zoveel mogelijk kerkleiders op één lijn te krijgen. Aangenomen werd de uitspraak dat Jezus Christus vóór de tijd uit God geboren en van hetzelfde wezen als God is (homo-ousios).
Afwijking ervan werd als ongeoorloofd, als ketterij beschouwd. Arius weigerde met enkele medestanders deze uitspraak te onderschrijven; zij werden veroordeeld en verbannen.
De keizer probeerde de eenheid te herstellen: het homo-ousios houdt in dat de Zoon met de Vader in een nauwe relatie staat. Deze interpretatie was koren op de theologische molen van de ‘vader der orthodoxie’, Athanasius (bisschop van 328- 373). Het conflict sleept zich dus voort. Met toestemming van Constantijn werd Athanasius in 335 afgezet en verbannen.


BELIJDENIS VAN NICEA-CONSTANTINOPEL

Ik geloof in één God, de almachtige Vader, Schepper des hemels en der aarde, aller zienlijke en onzienlijke dingen.
En in één Heere Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, geboren uit de Vader vóór alle eeuwen; God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God, geboren, niet gemaakt, van hetzelfde wezen met de Vader, door Wie alle dingen gemaakt zijn.
Die om ons mensen en om onze zaligheid is nedergekomen uit den hemel, en vlees geworden is van de Heiligen Geest uit de maagd Maria, en een mens is geworden;
ook voor ons gekruisigd is onder Pontius Pilatus, geleden heeft, en begraven is;
en ten derden dage opgestaan is naar de Schriften,
en opgevaren is ten hemel;
zit ter rechterhand des Vaders,
en zal wederkomen met heerlijkheid om te oordelen de levenden en de doden; Wiens Rijk geen einde zal hebben.
En in de Heilige Geest, Die Heere is en levend maakt, Die van de Vader en de Zoon uitgaat, Die tezamen met de Vader en de Zoon aangebeden en verheerlijkt wordt, Die gesproken heeft door de profeten.
En één, heilige, algemene en apostolische Kerk. Ik belijd één Doop tot vergeving der zonden, en ik verwacht de opstanding der doden, en het leven der toekomende eeuw. Amen.


CONSTANTINOPEL
De hoofdzaak van het concilie van Constantinopel in 381 is dat het een afronding bracht van het dogma van de drie-eenheid. Deze synode kreeg later de status van Tweede Oecumenisch Concilie. De theologische zigzagkoers na Nicea eindigde met een orthodox slot. De tekst is achter in ons psalmboek afgedrukt.
Historisch gezien is het beter om het opschrift te wijzigen in: ‘Belijdenis van het geloof, gesteld in de kerkvergadering van Nicea-Constantinopel in het jaar 381 na de geboorte van Christus’.

SCHEPPER
Toen Albert Einstein de vraag kreeg: ‘Gelooft u in God?’ antwoordde hij: ‘Vertelt u me eerst eens wat u onder God verstaat.’ Je kunt je verstrikken in allerlei verwarrende omschrijvingen: God is ‘iets’. Of je leest dat een predikant het geloof in een persoonlijk God heeft afgeschreven. Sommigen hebben het wezen van God ingevuld met begrippen als Liefde of verterend Vuur.
In Constantinopel werd God uitgebeeld met de woorden Vader en Schepper. ‘Ik geloof in één God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde, van alle zichtbare en onzichtbare dingen.’ Deze woorden pinnen ons vast op het Woord. Alle zichtbare en onzichtbare dingen zijn het werk van de Vader als Schepper. We kunnen maar één ding doen: als schepsel voor Hem staan in afhankelijkheid.
Dit woord over de Schepper zou Arius nog kunnen beamen. Maar Hij vergat dat God in de schepping als hele God is gekomen. ‘God heeft niets in de schepping van Zichzelf achter de hand gehouden’ (Van Ruler). De trinitarische structuur komt om de hoek kijken: Vader, Zoon en Heilige Geest. Athanasius schreef: ‘Het is Gods wil dat we de Eenheid in de Drieheid en de Drieheid in de Eenheid eren.’

DE ZOON
Van de Zoon spreekt de belijdenis een duidelijke taal: ‘En in één Heere Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, geboren uit de Vader vóór alle eeuwen, God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God, geboren, niet geschapen, één van wezen met de Vader, en door wie alles is geworden. Die om ons mensen en om onze Zaligheid is nedergedaald uit de hemel en vlees geworden is door de Heilige Geest uit de maagd Maria en een mens is geworden.’
Het zijn twee kernwoorden van het geloof. De drie-eenheid en de tweenaturenleer van Christus. Voor Arius was deze beperkt tot de menselijke. Maar wie de godheid van de Zoon ontkent, doet een aanslag op Christus verlossingswerk: bij kribbe, kruis en open graf.
Met dat in het achterhoofd kijken we naar moderne theologen, die menen dat de gewone mens Jezus in een geleidelijk proces vergoddelijkt zou zijn. Of naar de onttakeling van de bijbelse Jezus bij de Jehova’s getuigen.
Zelfs kunnen we stellen: de islamitische interpretatie van Jezus – wél profeet, geen goddelijk persoon – wordt door Constantinopel afgewezen.

DE HEILIGE GEEST
‘En in de Heilige Geest, die Heere is en levend maakt, die uitgaat van de Vader en de Zoon, die samen met de Vader en de Zoon aanbeden en verheerlijkt wordt, die gesproken heeft door de Profeten.’
De Geest is God, Hij is God Zelf. De dwaalleer van Arius zette de deur open voor een identificatie van de Heilige Geest met de menselijke geest. Waar dat gebeurt, ontstaat een troebel mengsel van mystieke en charismatische ervaringen.
In Constantinopel is nog een zin aan de belijdenis van Nicea toegevoegd: ‘De Geest heeft ook gesproken door de Profeten.’ De nadruk ligt op de eenheid van het Oude en Nieuwe Testament. In beide gaat het om Christus en om Israël. Wie het Oude Testament verwaarloost, raakt ook verblind in zijn visie op het oude volk van God. Dat was mijn ervaring in het Midden-Oosten.

APOSTOLICUM
In het bestek van dit artikel valt op dat Nicea-Constantinopel de grondvorm heeft van de apostolische geloofsbelijdenis. De basis van beide belijdenissen is de Drieeenheid. Er is wel liturgisch verschil omdat het Apostolicum in het nauwste verband staat met de bediening van de heilige doop in de gemeente te Rome. De belijdenis van Nicea-Constantinopel lijkt oubollig, maar is springlevend. Er liggen schatten in verborgen. Ze vragen om opgegraven te worden in de zondagse prediking, met als doel: de dwaalleer te weerleggen door een oecumenische injectie. Calvijn zegt dat men dan gaat zingen van de trouw van God in de geschiedenis van de kerk. Is dat niet relevant voor deze tijd?


Dr. J. Broekhuis is hervormd emeritus predikant te Barneveld.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

DRIE IN ÉÉN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's