HERKENNING IN DE HEMEL
Tekst & uitleg [2 Samuël 12:23]
David zegt na het heengaan van zijn zoon: Ik zal wel naar hem toe gaan, maar hij zal niet bij mij terugkomen. Is deze tekst een bewijs dat de gelovige zijn geliefden in de hemel zal ontmoeten?
Het zijn allereerst de woorden van een vader die na veel strijd komt tot de aanvaarding van het verlies van zijn kind. Na zijn zonde met Bathseba is David door een diep dal gegaan. De profeet Nathan had hem namens God gezegd dat zijn zonde vergeven was. De zoon die geboren was, zou sterven. Toen het jongetje ziek werd, had David zeven dagen gevast. Hij lag op de grond en wilde niet eten, ook niet toen de oudsten van zijn huis hem aanspoorden.
VERANDERDE HOUDING
Opvallend is de wending die plaatsvindt nadat het kind is overleden. David staat op, wast zich en trekt andere kleding aan. Daarna gaat hij het huis van de HEERE binnen en buigt zich neer. Zijn dienaren vragen waarom David van houding is veranderd. Zolang het kind leefde, heeft hij gevast en gehuild, in de hoop dat de HEERE genadig zou zijn en het kind in leven zou blijven.
Hij realiseert zich dat de dood definitief is en aanvaardt het verlies. Het roept de vraag op, die bij velen leeft, of de gelovige in de hemel zijn geliefden zal ontmoeten.
DICHTBIJ
Op deze vraag geeft de Bijbel geen direct antwoord. Het is echter geen vraag die niet gesteld mag worden. Volgens Johannes Calvijn is de overdenking van het toekomende toekomende leven een van de grondtrekken die voor het christenleven karakteristiek zijn. Vaak spreekt de Bijbel concreter over de hemel dan wij beseffen. Het is de werkelijkheid van God, een geestelijke realiteit en voor ons niet zichbaar. Maar de hemel is niet ver weg.
Jakob lag in het open veld en zijn hoofdkussen was een steen. Hij zag engelen neerdalen en hoorde de stem van God uit de hemel. Jesaja was in de tempel toen hij geroepen werd en hij zag in de hemel.
Op het pinksterfeest horen de apostelen een geluid uit de hemel als een windvlaag. Toen Stefanus gestenigd werd, zag hij Jezus in de hemel aan Gods rechterhand. Straks zal het nieuwe Jeruzalem neerdalen vanuit de hemel. De hemel is niet ver weg.
Sterven betekent voor een christen dat hij zijn lichaam verlaat en verder leeft in de hemel bij God. Wij denken vaak te veel op aardse wijze over de hemel of te abstract.
ONS BEVATTINGSVERMOGEN
Het valt op dat David op zeer persoonlijke wijze over zijn kind spreekt, nadat het gestorven is. ‘Ik zal wel naar hém toe kunnen gaan.’ We kunnen inderdaad de vraag stellen of David uitgaat van een weerzien na de dood. De werkelijkheid van de hemel, vol licht en blijdschap, gaat ons bevattingsvermogen te boven. God is alles en in allen. Aardse verhoudingen vallen weg.
Juist vanuit onze aardse werkelijkheid stellen wij de vraag of we onze geliefden straks weer zullen ontmoeten. David spreekt over zijn kind in het geloof dat het leeft bij God.
Dr. P.J. Visser schrijft in De hemel dichterbij: ‘Zal er herkenning zijn? Het antwoord is: ja! Hoe ik dat zo zeker weet? Nou, allereerst maak ik dat op uit de ontmoetingen na Jezus’ verrijzenis. Hij was door de dood heengegaan en opgestaan met een verheerlijkt lichaam. En al voelden zijn volgelingen wel keer op keer dat het anders was dan daarvoor – Hij verscheen en verdween – ze herkenden Hem wel steeds. Niet alleen aan Zijn gezicht, maar ook aan Zijn manier van doen. Dat lijkt me toch een doorslaggevend bewijs dat er na de opstanding uit de dood volop herkenning zal zijn!’
Lezenswaardig is ook wat Wilhelmus à Brakel schrijft in de Redelijke Godsdienst (dl. II, blz. 776).
GEMEENSCHAP DER HEILIGEN
Bij de vraag of er sprake zal zijn van herkenning, is het geloof in de gemeenschap der heiligen een belangrijk gegeven. Dat is wat nu al begint en straks doorgaat. In het slot van Efeze 3 doet Paulus voorbede: ‘De heerlijkheid van God zij door Christus Jezus in de gemeente, in alle geslachten, tot in alle eeuwigheid’. Dat is de hele kerk in één doorgaande lijn. Er is sprake van gemeenschap, een onlosmakelijke band. We zullen onze persoonlijkheid, datgene wat ons uniek maakt, niet kwijtraken. Het geloof heeft genoeg aan de woorden van Jezus: ‘U zult het na dezen verstaan.’
Maar nu is het [kind] dood; waarom zou ik nu vasten? Zal ik hem nog terug kunnen halen? Ik zal wel naar hem toe gaan, maar hij zal niet bij mij terugkomen. 2 Samuël 12:23
G.H. KRUIJMER
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 2013
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 2013
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's