Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEER BEGRIP VOOR ELKAAR

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEER BEGRIP VOOR ELKAAR

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vaak leven de verschillende generaties in de gemeente langs elkaar heen. Hervormd Huizen bracht ze met elkaar in gesprek. Is het doel bereikt?

We beginnen met een algemene terugblik. Allen hebben de gesprekken als heel positief ervaren. Er was een grote openheid. Met name de ouderen hadden tegen de gesprekken op gezien. Maar het is ze erg meegevallen. De gesprekken waren persoonlijk en ook heel leerzaam. Je hoort dingen van elkaar die je anders niet hoort. De ouderen zijn meer gaan beseffen dat jongeren het in onze tijd heel moeilijk hebben. En dat de jongeren door de tijd waarin wij nu leven over allerlei onderwerpen anders denken, onder andere over de eredienst. De jongeren zijn zich gaan realiseren dat de ouderen veel meer hebben meegemaakt dan zij en dat het leven de ouderen heeft gemaakt tot wie zij nu zijn. Ook dat de ouderen vertrouwde vormen in de kerk niet zo gauw willen prijsgeven. De generaties spraken uit dat hun blik op elkaar verruimd is, dat zij veel van elkaar geleerd hebben en elkaar nu beter begrijpen. En dat het bijzonder is dat ze zo met elkaar in gesprek geweest zijn.

DOELSTELLING

We gaan nu terug naar de doelstelling van onze gesprekken. Aan de hand van de vier punten van deze doelstelling willen we evaluerend nagaan of we ons doel bereikt hebben.

1. Het zoeken naar wat de generaties met elkaar verbindt

Er bleek meer binding met elkaar te zijn dan gedacht. En dat heeft alles te maken met het geloof. Bij het dieper doorstoten is gebleken dat over de inhoud daarvan geen wezenlijk verschil van mening bestaat. Er was een goede gespreksbasis. We beseften dat dit zo was omdat alle deelnemers aan het gesprek, in mindere of meerdere mate, bij kerk en geloof betrokken waren. De generaties waren het er verder met elkaar over eens dat de prediking praktischer mag zijn. De zondag is belangrijk maar er moet ook aan de orde komen hoe we door de week moeten leven en handelen. Diepgang en praktische prediking moeten samengaan. De vraag is wel: hoe gaan wij met onze predikanten om? Geven wij alleen kritiek of bemoedigen wij hen ook? En vooral: bidden wij voor hen? En brengen wij het gehoorde Woord in praktijk? Wat onze traditie betreft stelden we vast dat hier in de orde van de generaties steeds minder kennis van is. Gezien de identiteit van onze gemeente is het nodig dat de gemeente meer onderricht ontvangt over wat gereformeerd is. Is dat ook niet nodig met het oog op de binding tussen de generaties?

2. Het delen van wat tussen de generaties als vervreemdend wordt ervaren

Er is sprake van een groot verschil in leefwereld waarin de verschillende generaties zijn opgegroeid. En van een groot verschil in omgang van ouders met hun kinderen in de verschillende leefwerelden. Jongeren van nu worden totaal anders opgevoed dan de jongeren vroeger. De samenleving is ook volstrekt anders. Alles moet kunnen. Het aantal keuzemogelijkheden is enorm toegenomen. Voor christenen is het vandaag daarom moeilijker om verantwoorde keuzes te maken, om staande te blijven. Dat geldt voor ouderen maar vooral voor jongeren. Er is een kloof tussen de generaties. Dit is echter geen generatiekloof maar een culturele kloof. Culturele vormen en keuzes werken vervreemdend. Het is moeilijk om die te overbruggen. Het lastige is dat het hierbij niet gaat over wezenlijke geloofszaken, maar over zaken waarover je verschillend kunt denken. Het mag niet zo zijn dat je daardoor van elkaar vervreemdt. Als we nu afspreken dat we elkaar vanuit het wezenlijke blijven accepteren, dan moeten we met elkaar toch een grootste gemene deler kunnen vinden?

3. Het kweken van begrip voor de andere generaties

Dat het begrip tussen de generaties gegroeid is, is al uitgesproken. Begrip brengt nabijheid met zich mee. Dat begrip bestaat ten aanzien van het verschil in leefwereld. Dat bestaat ook ten aanzien van de beleving van het kerk-zijn. Je hebt meer met de eredienst als je meer hebt met de kerk waarin deze eredienst plaatsvindt. Je hebt er een innerlijke band mee als je je wortels hebt in de traditie van de kerk. Je eigen levensgeschiedenis speelt hierbij ook een rol. Heb je al tientallen jaren je plekje gehad in déze kerk en heb je veel lief en leed met anderen gedeeld, dan is déze kerk meer je thuis dan als je – bij wijze van spreken – pas komt kijken. En als je vele jaren vertrouwd bent met hoe het in de eredienst gaat, vind je het al gauw goed zo. Zeker als je nooit eens ergens anders bent wezen kijken. Maar als je nog jong en op zoek bent en je gaat shoppen, dan ga je vergelijken. Dan kan het zijn dat je je ergens anders beter thuis voelt. Op dit punt constateerden we dat het hebben van begrip ook zijn grenzen heeft.

4. Het voor de gemeente vruchtbaar maken van de ervaringen die tijdens deze gesprekken worden opgedaan

We zijn tot de ontdekking gekomen dat het niet goed is om als generaties langs elkaar heen te leven. Maar het is niet zo eenvoudig om onze ervaringen breder vruchtbaar te maken. We vinden wel dat deze gesprekken veel vaker gevoerd moeten worden. We zullen onze ervaringen in ieder geval uitdragen en met anderen delen. Dat wij met elkaar in gesprek geweest zijn, heeft ons genoodzaakt in elkaars huid te kruipen en ons in het denken van de ander te verplaatsen. We zijn ervan overtuigd dat dit op zichzelf al vruchtbaar is voor de opbouw van de gemeente.

NOG WAT

En dan nog wat. Er zijn drie onderwerpen die in de gesprekken niet zo expliciet zijn benoemd maar die op de achtergrond, en een enkele keer op de voorgrond, meespeelden. Ik wil daar kort melding van maken.

HECHTINGSPROBLEMATIEK

Jongeren van nu hechten zich moeilijk. Ze zien er tegenop om zich voor langere tijd te binden en verantwoordelijkheid te dragen. Het is makkelijker om ‘vrij’ te zijn. Als je je vandaag niet bindt, dan kun je morgen een andere keus maken. Belangrijke oorzaken van de hechtingsproblematiek zijn: het gemis van een veilige omgeving, voorbeelden van duurzame trouw, goede identificatiefiguren. Naast de jongeren die trouw willen zijn aan de eigen gemeente zijn er nogal wat jongeren die shoppen. Ze zoeken kicks. Ze doen aan een religieuze vorm van bungy jumpen, zoals een van de jongeren dit noemde. Het gevolg is dat veel jongeren geen echt thuis hebben in een gemeente. Ook dat het moeilijk is om aan een goed contact met de andere generaties gestalte te geven. We zien hierin de individualisering en subjectivering die onze tijd zozeer kenmerkt, doorwerken.

VERVREEMDING

De culturele kloof heeft grotere gevolgen dan wij wellicht inzien. Ik denk nu met name aan de eredienst. De klassieke vormgeving staat dichter bij generatie 1 dan bij generatie 3. Als dit zo blijft, kunnen de generaties wel met elkaar in gesprek zijn, maar dan groeien zij wat de beleving van de eredienst betreft toch uit elkaar. Jongeren zeggen al lang dat er meer rekening gehouden wordt met de oudere generaties dan met hun generatie. Wat ik al enige tijd waarneem, is dat jongeren massaal aan het vervreemden zijn van de klassieke eredienst. Daarom pleit ik ervoor het gesprek tussen de generaties samen te laten gaan met het zoeken van de grootste gemene deler (zoals we dat boven noemden) ten aanzien van de eredienst. Dit kan eraan bijdragen dat jongeren zich eerder gaan hechten aan de eigen gemeente.

DUIDELIJKHEID

Jongeren hebben behoefte aan duidelijkheid. Dat is in de gesprekken ook door hen verwoord. Dat geldt de inhoud van het geloof en de daaruit voortvloeiende levensethiek. Dat geldt ook de keuzes ten aanzien van de eredienst. Als het bijvoorbeeld gaat over de begeleiding van de samenzang, willen zij graag weten wat de bijbelse gronden zijn om exclusief te kiezen voor het orgel. Die gronden zijn er natuurlijk niet, maar de vraag is hoe lang we het volhouden om andere muziekinstrumenten uit de eredienst te weren. En zo zijn er meer punten te noemen die de invulling van de eredienst betreffen. Ik weet het: liturgische onderwerpen zijn gevoelig van aard. Maar we mogen ze niet uit de weg gaan. Kerkenraden, met name predikanten, hebben hierin een grote verantwoordelijkheid. Als het goed is, wordt deze verantwoordelijkheid gedragen door het sola Scriptura. In de praktijk blijkt het echter nog niet zo eenvoudig om de gesprekken over de vormgeving van de eredienst in het licht te stellen van dit aspect van onze gereformeerde traditie en er recht aan te doen in de omgang met de opgroeiende generatie.

Ds. C.G. Geluk is hervormd predikant met een bovenwijkse opdracht te Huizen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

MEER BEGRIP VOOR ELKAAR

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's