Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WONDER IN HET GEWOONSTE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WONDER IN HET GEWOONSTE

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Allerhoogste en het laagste raken elkaar. Zo verwoordde Joost van den Vondel op dichterlijke wijze – in een prachtige rei van zijn Gijsbrecht van Aemstel – het wonder van Christus geboorte.

De komst van Christus in onze duistere wereld is een wonder dat niet te bevatten is. Een jonge vrouw wordt moeder, zonder tussenkomst van een man. En het Kind dat zij ter wereld brengt is Gods Zoon en zo wordt een gewone jonge Joodse vrouw de moeder van Jezus. Wie kan het doorgronden? Als vanzelf komen de veel gezongen regels boven uit Psalm 118:

Het is een wonder in onz’ ogen. Wij zien het, maar doorgronden ’t niet.

ADVENT De dichter Guillaume van der Graft (1920-2010), als predikant bekend als Willem Barnard, heeft in zijn gedichten over advent en Kerst herhaaldelijk dat onbegrijpelijke wonder verwoord. Hij doet dit in dichterlijke taal, vol beelden en diepe gedachten. Zo ook in het gedicht ‘Advent’, dat hij schreef in de tijd dat hij predikant was in het Overijsselse stadje Hardenberg.

HET GEWOONSTE

Wat direct opvalt in dit gedicht zijn de vele tegenstellingen en paradoxen en juist deze verwoorden diepe gedachten. Meteen al in de eerste regels lezen we dat het ‘verhevenste’ schuilt in het gewone. Drie van de vier strofen beginnen met de woorden: ‘In het gewoonste’, waarmee gedoeld wordt op ‘een vrouw’, de ‘slapende schoot’ en ‘een naam’ (de frequent voorkomende Joodse naam ‘Maria’). Achter dat wat zo gewoon lijkt – de dichter gebruikt zelfs de overtreffende trap: ‘gewoonste’ − gaat iets schuil dat aan dat gewone een heel diepe betekenis geeft. De dichter verwoordt dat met de woorden ‘het verhevenste’ (r.2) en ‘het wonder’ (r.4): de Zoon van God, Die de naam Jezus zal krijgen, groeit in de schoot van een gewone aardse vrouw. Zo diep daalt God af.


Advent

In het gewoonste, een vrouw,

gaat het verhevenste schuil:

rouw om de val en het vuil.

In het gewoonste, het wonder

der slapende schoot, gaat het

licht onder. De dag viel dicht.

In de nacht als het leven groeit in het vruchtwater van de

dood

roeit de maan als een dienst

bare boot.

In het gewoonste, een naam, water en lichaam en bloed,

scheept zich aan ons tegemoet

God de Vader.


DE VAL EN HET VUIL

We zouden het gedicht verkeerd lezen als we alleen maar het accent leggen op vreugde, op blijdschap om de geboorte van Jezus. Guillaume van der Graft graaft dieper. De geboorte van Jezus heeft een diepliggende oorzaak, die de Bijbel ‘zonde’ noemt. Als straf op de zondeval kwam de dood op aarde.

Op drie plaatsen in het gedicht worden zonde en dood nadrukkelijk genoemd. De eerste strofe eindigt met de regel: ‘rouw om de val en het vuil.’ Er is veel ‘vuil’ op deze aarde, ‘vuil’ in ieder mens. In de tweede strofe lezen we: ‘gaat het licht/onder.’ En dezelfde gedachte wordt uitgedrukt met het beeld: ‘De dag viel dicht.’ Jezus Christus, Die in de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel ‘Licht uit Licht’ wordt genoemd en die het ‘ontoegankelijk licht’ (1 Tim.6:16) bewoonde, gaat in Zijn aardse gestalte de dood tegemoet. De dichter windt er geen doekjes om: elk leven op aarde is een leven naar de dood toe, ook elk beginnend leven. Dat geldt zelfs al voor het vruchtwater waarin ‘het leven groeit’. Heel markant is dit uitgedrukt door middel van de formulering: ‘het leven groeit/ in het vruchtwater van de dood’.

GOD KOMT ‘ONS TEGEMOET’ De slotregels van het gedicht maken duidelijk dat dankzij Christus’ komst in deze wereld de dood niet het laatste woord heeft. Guillaume van der Graft gebruikt het beeld van een schip: in de schoot van een aardse vrouw scheept Jezus Zich als het ware in en vaart naar deze wereld toe. In de Zoon komt God de Vader ons zo ‘tegemoet’. Wie kan dit doorgronden?

Dr. J. de Gier uit Ede is neerlandicus.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

WONDER IN HET GEWOONSTE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's