GOD ZIEN EN TOCH LEVEN
Tekst & uitleg [Exodus 24:10-11 en 33:20]
In Exodus 24:10-11 lezen we dat Mozes en anderen de berg Horeb beklimmen, God zien en toch in leven blijven. Hoe valt dat te rijmen met Exodus 33:20 waar we lezen dat God zegt: Geen mens kan Mij zien en in leven blijven?
Om met dit laatste te beginnen: er zijn verschillende teksten in de Bijbel die ons duidelijk maken dat geen mens God kan zien (Deut.4:12, Richt.13:22, Jes.6:5, 1 Joh.4:12) en ook niet gezien heeft.
Denk bijvoorbeeld aan wat Johannes aan het begin van zijn evangelie schrijft: ‘Niemand heeft ooit God gezien’ (1:18a). Ook Paulus zegt dit in 1 Timotheüs: ‘Hij Die als enige onsterfelijkheid bezit en een ontoegankelijk licht bewoont; Hem heeft geen mens gezien en niemand kan Hem ook zien. Hem zij eer en eeuwige kracht’ (6:16).
VOLLE HEERLIJKHEID
Hier wordt bedoeld dat een zwak, sterfelijk mens het niet zou overleven als de heilige, reine en majesteitelijke God Zich in Zijn volle heerlijkheid en glorie aan hem zou laten zien. Matthew Henry schrijft: ‘Een volkomen openbaring van de heerlijkheid van God zou de mogelijkheden van ieder sterfelijk mens volkomen overweldigen en hem overstelpen, zelfs Mozes zelf.’
Hier is één uitzondering op namelijk de Heere Jezus Christus: ‘de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard’ (Joh.1:18b).
Toch hebben er op aarde heel wat ontmoetingen plaatsgevonden tussen God en mens. Blijkbaar wil de HEERE – ook al zijn er grenzen aan Zijn nabijheid – toch ook ver gaan. Dat zal alleen maar kunnen als Hij dat in een aangepaste verschijningsvorm doet. Dat is al indrukwekkend genoeg.
Denk bijvoorbeeld aan het gevecht van Jakob bij Pniël (Gen.32: 30).
AANGEPAST
Ook bij Mozes in Exodus 24:10-11 is er sprake van een aangepaste verschijningsvorm. Calvijn schrijft: ‘niet in Zijn volle hoedanigheid en grootheid, maar in die mate van toelating die Hijzelf het beste vond, en die Hij aanpaste aan het bevattingsvermogen van de mens’. Wat Mozes op de berg heeft gezien is ‘een wijze van openbaring die ver beneden de volle schittering gelegen was’. Dat er in Exodus 33:19-23 verschillende keren het woord ‘aangezicht’ staat, is een wijze van spreken waarmee figuurlijk uitgedrukt wordt dat de HEERE en Mozes heel persoonlijk met elkaar spraken en zij beiden zeer nauw met elkaar verbonden waren.
Wat Mozes en de anderen hebben gezien, wordt in vers 10 in menselijke woorden en beelden (antropomorf- mensvormig) beschreven. Van Gods verschijningsvorm zagen ze slechts Zijn voeten. En onder Zijn voeten ‘was er iets als plaveisel van saffier, zo helder als de hemel zelf ’. Indrukwekkend en onuitsprekelijk! Alles ademde Zijn macht, Zijn majesteit, Zijn heiligheid en Zijn reinheid uit. Ze hebben slechts iets van Hem gezien en dan nog wel in een aangepaste verschijningsvorm. Meer kon niet. Meer is voor een zondig mensenkind absoluut niet mogelijk.
TOEKOMST
Sinds de komst van Christus mogen wij met de ogen van het geloof in Jezus Christus God de Vader zien. Zei de Heere Jezus het niet tegen Filippus? ‘Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.’ Het volle kennen en zien van de HEERE is nog iets dat uitstaat voor de toekomst. Er staat ons nog wat te wachten.
Verwijzend naar 1 Johannes 3:2 schrijft Matthew Henry: ‘Er is een kennen en genieten van God, waarop wij moeten wachten tot wij in die andere wereld gekomen zijn, wanneer wij Hem zullen zien gelijk Hij is’. Wanneer die dag aanbreekt, is dat inderdaad voor Gods kinderen een dag van onuitsprekelijke vreugde. ‘Nu immers kijken wij door middel van een spiegel in een raadsel, maar dan zullen wij zien van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik ten dele, maar dan zal ik kennen, zoals ik zelf gekend ben.’ (1 Kor.13:12) Wat zal dat een dag zijn! ‘Maar – blij vooruitzicht, dat mij streelt – ik zal, ontwaakt, Uw lof ontvouwen, U in gerechtigheid aanschouwen, verzadigd met Uw Godd’lijk beeld.’ (Ps.17:8 ber.)
Ds. C. Boele is hervormd predikant te Oud- Beijerland.
Uw vraag over een bijbeltekst kunt u mailen naar info@dewaarheidsvriend.nl.
En zij zagen de God van Israël. Onder Zijn voeten was er iets als plaveisel van saffier, zo helder als de hemel zelf. Hij strekte Zijn hand niet uit naar de aanzienlijken van de Israëlieten. Nadat zij God gezien hadden, aten en dronken zij.
Exodus 24:10-11
Hij zei verder: U zou Mijn aangezicht niet kunnen zien, want geen mens kan Mij zien en in leven blijven.
Exodus 33:20
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 2014
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 2014
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's