Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toekomstig Gereformeerd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toekomstig Gereformeerd

Openingswoord jaarvergadering Gereformeerde Bond

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Gereformeerde Bond heeft een pittig jaar achter de rug. Dat kwam vooral door discussies die in de media ontstonden met en over de Gereformeerde Bond: wat is zijn koers, en wat moet die koers zijn?

Wat is de koers van de Gereformeerde Bond als het gaat om Israël en om het geestelijk leiding geven aan de gemeenten? Hoe gaan we om met de toenemende verscheidenheid binnen de hervormdgereformeerde beweging? Wat is de rek en wat zijn de grenzen van hervormd-gereformeerde verscheidenheid? Waar stáát de Bond, en waar staat hij vóór? Ons beleid en de waardering daarvoor bij kerkenraden en gemeenten was in 2013 zelfs het thema van een dissertatie. De vele gesprekken die dat opleverde, getuigen stuk voor stuk van een intense betrokkenheid van leden en lezers; ze getuigen ook van een existentiële worsteling om in dit kantelend tijdperk trouw aan de Schrift te zijn. De Gereformeerde Bond is worstelend onderweg – en we beschouwen dat als een goed teken van leven, als een uiting van het verlangen om elkaar vast te houden. Niet als een identiteitscrisis.

VERLIES
Dat de bond het pittig heeft gehad, is daarom niet erg. Het gaat ook niet om de bond – het gaat om de kerk, om de Protestantse Kerk, die ook een pittig jaar heeft gehad. Dat moet ons veel dieper raken. De jaarcijfers die tijdens de laatst gehouden synodevergadering werden gepresenteerd, spreken opnieuw van een verlies van tienduizenden leden.
Wie om zich heen kijkt, ziet hoe predikantsplaatsen in hoog tempo opgeheven of op zijn minst gedecimeerd worden. Kerkbezoek neemt af, eerst in ‘tweede diensten’, vervolgens ook in morgendiensten. Veel gemeenten hebben geen jaarlijkse groep belijdeniscatechisanten meer, nauwelijks dopelingen, amper ambtsdragers.
Dat geldt in toenemende mate ook voor het hervormd-gereformeerde deel van de kerk. Gemeenten die eeuwenlang een eigen, voltijds predikantsplaats hadden, kunnen nog maar parttime beroepen. Ik denk vooral aan het noorden van ons land − waar deze kwestie in een veelvoud acuut is −, maar ook aan dorpen en steden in de Bible Belt. Het feit dat onze commissie Steunfonds inmiddels met 55 gemeenten contact heeft, is in dit verband veelzeggend. In grotere gemeenten werd of wordt het aantal predikantsplaatsen teruggebracht – we denken aan plaatsen als Wezep, Harderwijk, Ede en Veenendaal.

SLIJTAGEPROCES
We beseffen terdege dat cijfers de uitdrukking zijn van een dieperliggend slijtageproces. Dit proces heeft niet alleen sociale en sociologische kanten – het heeft ook een geestelijk aspect. Er is een innerlijk proces van ontbinding gaande; een geest van ongeloof en ongehoorzaamheid vreet van binnenuit aan de gemeente, tot aan onze eigen harten toe. Theologisch zien we een sterke relativering van het verbond en van het ambt.
Niet voor niets kozen we dit jaar ‘gehoorzaamheid’ als jaarthema: ‘Horig en mondig’. Hoe kunnen we in een tijd van opperste mondigheid de horigheid aan de Heere en Zijn Woord bewaren? Wat betekent dat voor het ambt, voor het gemeente-zijn, en voor het gemeentelid-zijn?

MISSIE
Al deze ontwikkelingen roepen als vanzelf de vraag op wat de eigenlijke missie van de Gereformeerde Bond in onze kerk is. Hoe zien wij onszelf, en hoe zien anderen ons, in onze roeping in en voor de kerk? Wat doet de bond, en wat zou hij moeten doen? Het valt mij na twee jaar voorzitterschap op dat de gedachten daarover nogal divers zijn. Sommigen zien de Gereformeerde Bond als een beweging die het vooral moet blijven opnemen voor de klassiek hervormd-gereformeerde wijze van gemeente-zijn. In een tijd waarin op veel vernieuwingen wordt aangedrongen, moet de Gereformeerde Bond het blijven opnemen voor de klassieke liturgie van Dordt, de klassieke structuur en cultuur van de gemeente – met een sterk beroep op onze historie.
Dergelijke gemeenten voelen zich in onze jaren nogal eens in de verdrukking komen en zoeken iets van geborgenheid en steun bij de Gereformeerde Bond. Historisch en theologisch gezien is de bond uit de boezem van dergelijke gemeenten voortgekomen. Anderen pleiten bij herhaling juist voor een bond als vernieuwingsbeweging. De traditie van Reformatie en Nadere Reformatie is als een gouden talent dat we niet moeten begraven in een vastgelegde en zo gegroeide bondscultuur, maar waarmee wij in onze tijd moeten investeren, ook al moeten we daarvoor klassiek geworden eigenschappen opgeven, zoals het afwijzen van de vrouw in het ambt en het afwijzen van gezangen in de eredienst. We herkennen deze posities wellicht op het niveau van de gemeente en de kerkenraad.

BEZINNINGSPROCES
Nu staat ook het hoofdbestuur al enige jaren in een grondig bezinningsproces dat tot een meerjarenvisie moet leiden. Dit bezinningsproces is min of meer evenredig aan de bezinning in kerkenraden en gemeenten: wat is de weg die wij als gemeente, als kerk, richting de toekomst hebben te gaan?
Die vraag gaat vele malen dieper dan de vraag: hoe houden we alles zo lang mogelijk in stand? De kernvraag die we onszelf hiervoor stellen, is deze: wat heeft de gemeente nodig? Wat heeft zij nodig om bij het Woord van God en het leven met de Heere bewaard te blijven? Hoe gaat zij ook in de toekomst een verantwoorde weg als bruid van Christus?

GEREFORMEERDE IDENTITEIT
Het is onze diepste overtuiging en ons grootste verlangen dat bij de doordenking van deze vragen de Heilige Schrift gezaghebbend en de gereformeerde belijdenis richtinggevend moet zijn. Ik leg dat tegelijk als een dringende zorg bij de leden, de gemeenten en de kerk neer.
Staan wij met het oog op de toekomst echt naar een gereformeerde identiteit? Wordt in beleidsplannen en visienota’s expliciet gemaakt dat wij ook voor de toekomst willen bouwen aan een gemeente die in prediking, pastoraat en catechese gereforméérd is? En wéét de gemeente wat wij bedoelen als wij zeggen dat wij gemeente met een reformatorische belijdenis zijn? Is dat een zandkorrel of een zuurdesem? Is identiteit een paragraafnummer of het gebinte van ons beleidsplan? Laten we niet te snel denken dat we onze identiteit wel kennen en gewaarborgd hebben. En zeker niet volstaan met te zeggen: wij zijn een bondsgemeente… alsof daarmee het laatste woord gezegd is.

TRINITARISCH
De gereformeerde belijdenis is een van de krachtigste vertolkingen van het katholiek-christelijke geloof. Ze geeft een brede, indrukwekkende verwoording van de veelkleurige wijsheid die de Heere ons in Zijn Woord openbaart.
Haar kracht zit met name in haar trinitarische karakter – denk aan zondag 1 van de Heidelberger, maar ook aan de trinitarische opzet van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Deze trinitarische structuur hebben onze vaderen ontleend aan de oudchristelijke belijdenissen. Wij belijden het volmaakte werk van God de Vader, van God de Zoon en van God de Heilige Geest.

Hij is de Alpha en de Omega van onze zaligheid. Hij begint en voleindigt Zijn koninkrijkswerk op aarde, zowel onder Israël als onder de volken. Hij begint waar geen begin is en waar voor ons ook geen beginnen aan is: Hij is een God van verkiezende liefde, een God Die van Zijn kant het verbond opricht. Hij verzoent vijanden met Zichzelf door de dood van Zijn Zoon. Door Zijn Heilige Geest vernieuwt en bekeert Hij dorre harten tot het geloof, tot de gehoorzaamheid en de gelijkvormigheid aan Christus. En door Zijn volhardende trouw bewaart Hij struikelende en hakkelende gelovigen tot het eeuwige leven.

DE BELIJDENIS
De gereformeerde belijdenis is een bevrijdende belijdenis. Omdat de Drie-enige en Zijn werk centraal staan, worden wij er genadig buiten gezet. Om er even genadig helemaal in getrokken te worden. De gereformeerde belijdenis is een zekere belijdenis. Omdat ons heil en onze redding niet vaster kan liggen dan wanneer zij verankerd ligt in God Zelf.
De gereformeerde belijdenis is een blijde belijdenis. Want zekerheid brengt vreugde voort. Wij steken het hoofd omhoog! En zij is een hartelijke, doorleefde belijdenis. Als er één belijdenis is die ons het woord ‘genade’ zó diep en rijk en teer leert uitspreken en beleven, dan is het de gereformeerde wel. Daarom is de gereformeerde belijdenis ten diepste één grote lofzang op de drie-enige God: Hij is het en Hij doet het!

NAAR DE TOEKOMST
Nu zullen sommigen zeggen: dit is geen nieuw antwoord, het is een herhaling van wat we al wisten. En het is de vraag of een herhaald antwoord wel een adequaat antwoord is, berekend op de vragen die nu en straks op ons afkomen.
Hier raken we, dunkt me, aan de diepste overtuiging van onze beweging. Namelijk dat de gereformeerde belijdenis meekan naar de toekomst. Niet als een vanzelfsprekende succesformule. Slechts als een middel dat door de genade en zegen van onze Heere dienstbaar kan worden aan het volharden in het geloof in de 21e eeuw.
Want hier klopt het hart. Óns hart, en het hart van de gemeente, omdat we in de gereformeerde belijdenis het hart van Gód zo hard en rijk horen kloppen. Daarom is het niet om het even of de gemeente een gereformeerde identiteit heeft of niet. Of dat bijbels-gereformeerde hart klopt in de prediking, en dus ook in de liturgie, en dus ook in het leven van de gemeente.
Laten we er daarom voor waken dat discussies over de gemeente op weg naar de toekomst niet verlamd worden door onrust over tradities, laat staan over gegroeide gewoonten. Laten we ook waken voor de bedrieglijke en al te simpele vanzelfsprekendheid van de gedachte dat de gemeente toekomst heeft als je niets verandert of als je juist wel verandert.

PREDIKING
Gemeenten bloeien niet op door het bewaren van oude en het invoeren van nieuwe tradities – ze bloeien op onder een hernieuwde, krachtige en verstaanbare prediking van God en Zijn werk. Laten wij de verkiezende liefde van de Vader verkondigen. Laten wij de verlossende liefde van de Zoon verkondigen. Laten wij de vernieuwende liefde van de Heilige Geest verkondigen. En dat in een aanhoudend gebed en een vurig geloof dat de Heere Zijn gemeente daarmee doorademt tot een hernieuwd geloof en een dagelijkse bekering.
Verlangen jongeren en ouderen daar zelf ook niet naar: om in prediking en liturgie voor het aangezicht van Gód geplaatst te worden? En door niemand minder dan door de Heere Zelf onder handen genomen te worden, ontdekkend en bevrijdend als dat is?

OPLEVING
Ook het hoofdbestuur zal de komende tijd intensief met deze vragen bezig zijn en zich bezinnen op ‘contouren van hervormd-gereformeerd leven in de toekomst’. Dat doen we, staande in de Protestantse Kerk. In haar midden weten we ons geplaatst en geroepen. We zijn dankbaar voor veel goeds dat de afgelopen jaren in onze kerk gezegd en gedaan is. Maar we blijven verlangen naar een bredere en intensere opleving van de kerk: naar haar versterking waar ze zwak is, naar haar eenheid waar ze verdeeld is, naar haar genezing waar ze ziek is en naar haar bekering waar ze dwaalt. Het gáát immers om de kerk, en om haar Koning. En wat niet goed is voor de kerk, is ook niet goed voor de bond.


Ds. A.J. Mensink is hervormd predikant te Krimpen aan den IJssel en voorzitter van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.






Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Toekomstig Gereformeerd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's