Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Losmaking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Losmaking

Alles met orde - Vragen over de kerkorde

4 minuten leestijd

Waarom moet het allemaal zo lang duren? Die vraag wordt vaak gesteld als een gemeente en haar predikant in een losmakingsprocedure verzeild zijn.

Het gaat niet goed tussen de predikant en de kerkenraad (of de gemeente). Het klikt niet, er ontstaan irritaties. De spanningen lopen op. Soms lukt het niet om er samen uit te komen, ook niet met hulp van buiten. Er moet iets gebeuren. Als het breed moderamen van de classicale vergadering ziet dat de gemeente of de predikant er onderdoor gaat, kan er losmaking worden aangevraagd. Dan wordt een procedure ord. 3-20 (ontheffing van werkzaamheden en losmaking van de gemeente) opgestart. Maar dan duurt het nog vele maanden of meer dan een jaar voor een nieuwe start kan worden gemaakt. Waarom zo lang?

INGRIJPEND

Bij deze procedure zijn zowel financiële en arbeidsrechtelijke als geestelijke aspecten in het geding. Ik begin met de laatste. Als een predikant beroepen en bevestigd wordt, verklaart hij zich door Gods gemeente en mitsdien door God Zelf geroepen te weten. Bij de bevestiging beloven de predikant en de gemeente elkaar trouw te dienen en hoog te houden. Vergelijk het met een huwelijk: wat God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. Al is er soms verschil van inzicht of benadering, we blijven elkaar trouw in verdraagzaamheid en wederzijds respect. Daarom wordt een gemeentepredikant beroepen voor onbepaalde tijd (ord.3-18-1). Een huwelijk sluit je ook niet voor tien jaar. De losmaking van een predikant is te vergelijken met een echtscheiding. Soms lijkt er geen andere weg, maar het was niet de bedoeling. Bij echtscheiding komt er een rechter aan te pas. Bij losmaking kan alleen het Generale College voor de Ambtsontheffing (GCA) de verbintenis tussen predikant en gemeente beëindigen. Het GCA spreekt zich niet uit over de schuldvraag (dat doet de rechter bij echtscheiding ook niet), het kan alleen constateren dat het zo niet langer gaat. Dan wordt de predikant ontheven van de werkzaamheden en losgemaakt van de gemeente.

NIET ZOMAAR

Zo’n besluit wordt niet lichtvaardig genomen. Eerst gaat het college na of alles geprobeerd is om losmaking te voorkomen. De visitatie wordt ingeschakeld en alle betrokken instanties worden gehoord. De kerk is terughoudend om tot losmaking te besluiten, allereerst uit geestelijke overwegingen. De belofte die predikant en gemeente elkaar hebben gegeven, kan niet zomaar worden ongedaan gemaakt. Er is ook een kerkordelijk argument. In de kerkordelijke structuur is de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente een belangrijk gegeven. We willen niet dat de synode beslist wie onze nieuwe predikant wordt (dat bepaalt de gemeente zelf ), maar dan kan de synode de predikant ook niet overplaatsen of zomaar weghalen. Uiteindelijk spelen er ook financiële en arbeidsrechtelijke overwegingen mee. De losmaking heeft ingrijpende consequenties. Voor de predikant, voor de gemeente én voor de landelijke kerk. De predikant zal moeten omzien naar een andere bron van inkomsten. Hij moet bovendien de pastorie verlaten en andere huisvesting zoeken. Ook voor de gemeente en de kerk zijn er hoge kosten: samen betalen ze de wachtgeldregeling. Denk ook aan kosten van vervanging.

ZORGVULDIGE PROCEDURE

Vanwege de arbeidsrechtelijke consequenties voor de predikant is de procedure met allerlei juridische waarborgen omgeven. De regels daarvoor zijn te vinden in de Generale Regeling voor de kerkelijke rechtspraak (art. 8 t/m 11). Daar is ook de mogelijkheid geregeld om in beroep te gaan bij het generale college voor de voor de behandeling van bezwaren en geschillen. Bijvoorbeeld als men bezwaar heeft tegen de beslissing die het GCA heeft genomen, of als men het niet eens is met de gronden waarop de uitspraak rust of met de datum waarop de losmaking is bepaald. Want de losmaking gaat niet direct in. Men kan iemand niet zomaar op straat zetten. De predikant krijgt drie maanden tot een jaar de tijd zelf te zoeken naar een andere gemeente of een andere functie. Als dat niet lukt wordt hij uiteindelijk losgemaakt van de gemeente en wordt hij ‘beroepbaar predikant’, tenzij hij aangeeft geen beroep in overweging te willen nemen.

PIJNLIJK

Het is al met al een langdurig proces. Ook als het verzoek tot losmaking uitgaat van de predikant zelf, moet de hele procedure worden doorlopen, vanwege het gewicht van het ambt en de financiële consequenties. Dat is voor alle betrokkenen een pijnlijke periode. Maar in een kerk die een gegeven belofte serieus neemt en zorgvuldig wil omgaan met de belangen van de gemeenten en haar predikanten, kan dat moeilijk anders.

P. VAN DEN HEUVEL

Dr. P. van den Heuvel uit Bunnik is emeritus predikant en kerkrechtdeskundige

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juli 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Losmaking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juli 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's