Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aandacht voor de agenda

Bekijk het origineel

Aandacht voor de agenda

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na een brief aan de plaatselijke gemeente, schreef dr. A.J. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk, een brief aan de kerkenraad. Dit in het kader van het kerkelijk gesprek over het ambt. Ouderling-kerkelijk werker M. van Heijningen reageert.

Beste leden van de kerkenraad,

U bent de kerkenraad van een van de plaatselijke gemeenten van de Protestantse Kerk, waar u leiding aan geeft. Ik weet niet hoe het u vergaat als kerkenraad. Bent u voltallig, lukt het u om kerkenraadsleden te vinden, vindt u voldoening in uw werk? Met hoeveel hoop of juist zorg verricht u uw werk? Ik hoor daar veel verschillende verhalen over. Het maakt nogal wat verschil of je een kerkenraad van 25 ambtsdragers hebt en gemakkelijk opvolging vindt of dat je met 7 ambtsdragers aan tafel zit, die er al heel lang zitten, omdat er geen anderen te vinden zijn. Of je leiding geeft aan een gemeente waar zondag de kerk vol zit of aan een gemeente die krimpt. Of er spanning is of harmonie. Maar ondanks alle verschillen merk ik wel dat we overal in onze kerk de vanzelfsprekendheden voorbij zijn. Alleen maar op de oude voet doorgaan is er niet meer bij. Ik ben ervan overtuigd dat het tijd is om de vraag te stellen waar een kerkenraad ook weer voor is. Ik doe in deze brief een poging daar iets van te verwoorden.

Ik hoor nogal eens de opvatting: ‘De kerkenraad is een bestuur. De kerk is een organisatie en dus heb je een bestuur nodig. Toevallig heten de leden ervan ambtsdragers. We moeten er niet meer van maken dan het is.’ ‘Gewoon een bestuur’ vind ik onbevredigend. De gemeente is toch ook niet ‘gewoon een vereniging’? In een brief aan de gemeente [zie vorige week, red.] heb ik onderstreept dat een gemeente een geloofsgemeenschap is van broeders en zusters die samenkomen in Jezus’ naam. Een kerkenraad die dat vergeet, verliest zich in organisatie. De kerkenraad is voor alles bedoeld om de gemeente te helpen echt een geloofsgemeenschap te zijn en te blijven.

In de kerkorde van onze Protestantse Kerk klinkt dat wat plechtiger: de ambten zijn ervoor ‘om de gemeente bij het heil te bepalen’. Waar bent u voor? Om erop toe te zien dat de gemeente die aan uw zorgen is toevertrouwd blijft bij de ‘genade en vrede’ waar elke kerkdienst mee begint. Om erop toe te zien dat de gemeente werkelijk gemeente van Christus blijft. Dat er geen ‘ander evangelie’ wordt verkondigd, dat ons uitlevert aan een vreemde heerschappij of aan onszelf. Dat de gemeente niet een naar binnen gekeerd gezelschap wordt, dat alleen maar aan zichzelf denkt, maar getuige blijft van God, in woord en daad. Dat het niet ieder voor zich is, maar dat we leren omzien naar elkaar. Daar ziet u op toe. De kerkenraad heeft als doel om de gemeente christelijke gemeente te laten blijven. Om die kwaliteit te bewaken.

Ik bedacht dat het wat gedragen ‘er op toezien’ ook vertaald kan worden met supervisie. Misschien dat niet iedereen zo weg is van dit woord. Toch gebruik ik het. Vooral omdat daar de idee van begeleiding in doorklinkt. Daarmee wordt duidelijk dat ‘toezien op’ niets te maken heeft met heerszucht. De kerkenraad begeleidt individuele gemeenteleden en de geloofsgemeenschap als geheel om in het spoor van Jezus te blijven. Toezien op of supervisie houdt nog iets in. Het betekent: niet alles zelf willen doen. Een kerkenraad is er niet voor bedoeld om in plaats van de gemeente te handelen. Soms lijkt het daarop. Dan heb je vanzelfsprekend steeds meer kerkenraadsleden nodig. Alsof alleen ouderlingen aan pastoraat mogen doen en alleen diakenen aan barmhartigheid. Alle gedoopte leden dragen een ambt. Ook zij kunnen aan pastoraat en diaconaat doen. Een kerkenraad stimuleert de gelovigen om de gaven die God hen gegeven heeft tot ontplooiing te laten komen. Wie weet kan het daarom wel met minder kerkenraadsleden. In de gesprekken over het ambt is de moeite om ambtsdragers te krijgen één van de knelpunten. Zonder dit probleem te bagatelliseren houd ik het erop dat het beter is een kleinere kerkenraad te hebben die weet waar ze voor staat, dan met alle geweld lege plaatsen op te vullen. Als dat gebeurt zonder te letten op gave en kwaliteit gaan we mensen ronselen. Daar wordt de kerk niet beter van.

De kerkenraad is dus meer dan een bestuur dat de boel draaiend houdt. Een kerkenraad dient de kwaliteit van de kerk als geloofsgemeenschap. Daar is nog niet alles mee gezegd. Ik wil daar nog twee dingen aan toevoegen.

Allereerst iets over de eenheid. De kerkenraad is er voor om de eenheid te bewaren. U zult misschien zelf ook wel ervaren hebben dat dit een hele uitdaging is. In een gemeente kunnen groepen en personen tegenover elkaar komen te staan en kunnen allerlei spanningen ontstaan. Juist in tijden van mondigheid is dat een gevaar. Binnen de kortste keren kan dat tot verwijdering en vervreemding leiden. De ambten zijn er voor bedoeld om verschillen te verdragen. Niet door slappe compromissen of door alles in het vage te laten. Maar wel door verschillen te overstijgen in de eenheid die er is in Jezus Christus. In Zijn naam zijn gemeenteleden en kerkenraadsleden elkaar gegeven als broeders en zusters. In dat alles zult u als kerkenraad het goede voorbeeld moeten geven. Haantjesgedrag en gelijkhebberigheid horen daar niet bij.

Het tweede waar ik nog aandacht voor vraag is het apostolische van het ambt. De apostelen trokken de wereld in en verkondigden Jezus, de gekruisigde en opgestane Heer. Ook doopten zij mensen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Een kerkenraad staat in levende verbinding met die opdracht. In een bepaald opzicht zet u voort wat met de apostelen is begonnen. Dat is een hoge roeping, maar voor minder kunt u niet gaan. Daarnaast betekent apostolisch ook: in het kielzog blijven van de zending. De apostelen werden uitgestuurd, de wereld in. God heeft de wereld op het oog en daarom mag een kerk zich niet opsluiten in zichzelf. Vandaag spreken we over missionaire kerk. Meer dan ooit zal het ambt daaraan dienstbaar moeten zijn en gemeenteleden daarin stimuleren. Ik schrijf hier uitgebreider over in een brief aan de pioniers en missionaire werkers. Het tweede waar ik nog in en verkondigden Jezus, Ik begrijp heel goed dat u als kerkenraad druk bent met van alles en nog wat. De agenda van een kerkenraadsvergadering loopt al snel zo vol dat de neiging bestaat nog meer en nog langer te vergaderen. Met alle gevolgen van dien. Houd daarom steeds de hoofdvraag voor de kerkenraad scherp: zijn wij (nog) een christelijke gemeente? Blijven we luisteren naar het evangelie? Leven we met elkaar als broeders en zusters van de Heer? Geven we als gemeente handen en voeten aan het evangelie? Hoe je deze vragen combineert met de bestuurlijke zaken, die ook geregeld moeten worden? Stel je als kerkenraad steeds weer de vraag wat wel of niet in een kerkenraadsvergadering moet worden besproken. Overweeg steeds opnieuw wat bijvoorbeeld overgedragen kan worden aan het moderamen.

Bij elkaar komen als ambtsdragers is een geestelijke aangelegenheid. In veel kerkenraden is er tijd voor bezinning en wordt er geleefd uit de bron. Dat is onmisbaar. Het werkt door in de bespreking van de verdere agenda. Neem daar dus tijd voor. Ik wens u bij de agenda en bij alle werk dat u als kerkenraad doet de zegen van God toe.

Met vriendelijke groet,

Dr. A.J. Plaisier


Gebed is meer dan start van kerkenraadsvergadering

Nadruk op het heil

Geachte broeder Plaisier,

Hartelijk dank voor uw brief, gericht aan de kerkenraden. Persoonlijk lees ik deze brief als een bemoediging voor alle ambtsdragers in onze kerk. Het is in deze tijd vaak zwaar om ambtsdrager te zijn. Via uw schrijven laat u zien dat u daar oog voor heeft. Ik ben ervan overtuigd dat uw woorden veel mensen hebben opgebeurd. In mijn reactie geef ik aan wat mij raakt in uw brief. Mijn reactie is gekleurd door mijn ervaringen bij het werk in twee kleine gemeenten in Noord-Nederland. In beide gemeenten maak ik als ouderlingkerkelijk werker deel uit van de kerkenraad − een mogelijkheid die de kerkorde sinds 2013 biedt en waar ik dankbaar gebruik van maak.

ZAKELIJK

In uw brief merkt u op dat een kerk geen bedrijf is, en dat een kerkenraad geen bestuur is. Het gaat in de kerk niet om winst, maar om de eer van God en de redding van mensen. Dat zijn geen maakbare zaken. Daarvoor zijn we afhankelijk van Gods Geest. Veel kerkenraadswerk is (te) zakelijk. Er zijn beheerszaken die geregeld moeten worden, er zijn zorgen over het sluitend krijgen van de begroting, de landelijke kerk legt regels op en het beleidsplan moet up to date zijn. Dit alles vraagt soms zo veel aandacht dat een kerkenraad tegen wil en dank tóch veel weg heeft van een bestuur. Vooral in kleine gemeenten drukken al die regelzaken zwaar op het handjevol ploeterende kerkenraadsleden. Uw schrijven geeft een waardevolle aanzet om weer terug te gaan naar de geestelijke kant van de zaak. Ik voeg in gedachten aan uw brief toe dat er in veel kerkenraden vermoedelijk meer vergaderd dan gebeden wordt. Zoals ooit een predikant even cryptisch als cynisch opmerkte: ‘We vergaderen tot we vergaderd zijn.’ Als bescheiden aanvulling van uw brief wil ik dit opmerken: laat het zwaartepunt weer liggen bij het gebed. Het gebed is meer dan het startpunt en/of het eindpunt van de kerkelijke vergadering. (Als er al gebeden wordt op een kerkenraadsvergadering. Want ook dat is in onze kerk helaas lang niet altijd vanzelfsprekend.) De situatie in de kerk ziet er, gelet op de daling van het aantal leden, allesbehalve rooskleurig uit. Ik geloof echter in de kracht van aanhoudend gebed. Een herleving begint daar waar vurig en volhardend wordt gebeden.

AGENDA

Terecht dat u aandacht vraagt voor de agenda van de kerkenraadsvergaderingen. Zou het kunnen zijn dat wij met elkaar, hoe goed bedoeld ook, verkeerde prioriteiten stellen? Misschien moeten we tijdens onze vergaderingen meer spreken over wat Jezus heeft gedaan (en over de vraag hoe wij in deze wereld Zijn handen en voeten kunnen zijn) en minder over zakelijke aangelegenheden. Wellicht kan de landelijke kerk hiervoor een aanzet geven?

Een mooie lijn in uw brief is de nadruk op het heil. De gemeente is de plaats waar het heil, de heling van God wordt uitgedeeld. U spreekt over het bewaren van het heil. Ja, laten we dat vooral doen: de boodschap van verlossing koesteren als een schat. En tegelijk het heil steeds opnieuw ontdekken. Zoals Luther het verwoordde: ‘Ik moet het Evangelie elke dag weer horen, omdat ik het elke dag vergeet.’ Zodat we in de christelijke gemeente wekelijks onze lege handen zullen vullen met Gods beloften van vergeving en vrijspraak. Om verwonderd op te merken dat Christus Zichzelf uitdeelt aan zondige mensen. Hoop voor hopelozen.

KERN

Wanneer een gemeente zich met name concentreert op de kern (Jezus Christus en Zijn offer), dan is er eenheid, in diepste zin van het woord. De kerkenraad heeft dan als prachtige taak om die eenheid te zelf te laten zien en voor te leven. En de kerkenraad ziet erop toe dat de blijde boodschap in alle ruimte − en ernst − wordt verkondigd. Mijn wens is dat zowel uw brief als de mijne, eraan zullen meewerken dat ambtsdragers in de breedte van de kerk meer oog krijgen voor de schoonheid van hun taak. En dat het functioneren van de landelijke kerk ons in dit opzicht tot een voorbeeld is. Tot eer en glorie van God en tot uitbreiding van Zijn Koninkrijk.

In Hem verbonden,

MICHEL VAN HEIJNINGEN

M. van Heijningen is ouderlingkerkelijk werker in de hervormde gemeenten van Dorkwerd en Wijnjewoude.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 november 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Aandacht voor de agenda

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 november 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's