Blindheid

Johannes vertelt in hoofdstuk 9 van zijn evangelie hoe een blinde weer kan zien. Een wonder dat voor de blinde, die nog nooit eerder in zijn leven heeft kunnen zien, een weergaloos gebeuren moet zijn geweest. Jezus kwam langs. In het voorbijgaan zag Jezus hem, zo staat er treffend. Hij zag hem niet over het hoofd. Jezus zag hem, die Hem niet zag. En nu ziet hij ook.

CONCRETE BESTAAN
Misschien nog wel meer dan de andere evangelisten maakt Johannes duidelijk dat wonderen altijd een diepere laag hebben. Op het eerste gezicht helpt Jezus mensen door Zijn wonderen. Dat doet Hij ook echt. Als een bruiloft spaak loopt, omdat de wijn op is, helpt Hij het bruidspaar verder door water in wijn te veranderen (Joh. 2). Het feest kan weer doorgaan. Als een blinde niet kan zien, helpt Hij hem verder door hem het licht in de ogen te geven. Jezus ontfermt Zich over het concrete bestaan van mensen. Dat telt voor Hem helemaal mee. In dat bestaan is Hij helemaal ingetrokken. Het Woord is vlees geworden (Joh. 1: 14).
Tegelijkertijd zijn wonderen ook tekenen. Ze vertellen een verhaal. Ze laten ook iets over Hemzelf zien. Het zijn woorden in daden.
Ze laten Zijn missie in deze wereld zichtbaar worden. Als zo’n wonder dan ook nog eens gaat over licht in de duisternis, sta je helemaal op scherp. Want daarmee is Johannes steeds bezig in zijn evangelie: licht dat in de duisternis komt, zoals blijkt in hoofdstuk 1.

STEVIG GESPREK
De genezing van de blinde leidt tot een stevig gesprek. Tussen Jezus en een aantal Joodse leiders. Zij hebben hun eigen perspectief. Prachtig natuurlijk dat Jezus iemand geneest die blind geboren is. Hij had het alleen niet op sabbat moeten doen. De sabbat is immers heilig. De regels zijn helder. Genezen is het werk van een arts. Maar werken doe je nu eenmaal niet op sabbat. Jezus overtreedt de regels. Hij is dus een zondaar. Daar helpt geen wonder aan. Al waren er duizend blinden genezen. Jezus kan dan wel heel goede en prachtige dingen doen, maar Hij overtreedt een belangrijk gebod.

ZONDE
Jezus grijpt deze gelegenheid aan om Zijn licht op de zonde te werpen. Je bent er volgens Hem niet als je zonde ziet als het overtreden van een regel. Zonde is dat je het licht van Gods goedheid niet ziet en je leven daar niet door laat bepalen. Zonde heeft alles te maken met wat je niet ziet. Blindheid, dat is het probleem. Deze blindheid is niet iets wat je overkomt, zoals bij de blindgeborene. In het evangelie van Johannes voel je namelijk heel duidelijk dat het er niet alleen om gaat dat je niet ziet. Het gaat er ook om dat je het niet wìlt zien. Maar nu lijkt er iets niet te kloppen. Je zou namelijk verwachten dat in de tekst waarover deze meditatie gaat, zou staan: Omdat u blind bent, hebt u zonde. Omdat u niet wilt zien, hebt u zonde.
Maar wat er staat, lijkt precies het tegenovergestelde: ‘Als u blind was, dan zou u geen zonde hebben.’ Dat komt omdat Jezus nog een stap verder zet. Zonde is inderdaad dat je Gods goedheid niet ziet. Zonde is inderdaad dat je Gods goedheid niet wílt zien. Maar je ontkent ook dat je die niet ziet. Niet wilt zien. Je bent helemaal niet blind volgens jezelf. Er is niets mis met jezelf. Dat is de zonde ten top.

Maar, het kan veranderen. Het kan zomaar zijn dat Jezus je voorbijgaat en je ondertussen wel ziet. Hij zag je en nu zie jij ook. Je weet niet wat je overkomt. Je ziet de wereld in het licht. In Gods licht. Zoals je het nog nooit gezien hebt.

Ds. B.J.D. van Vreeswijk is predikant van de hervormde gemeente te Hattem

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen